Les Chevaliers Blancs
Recensie

Les Chevaliers Blancs (2015)

Westerse hulporganisaties in Afrika: witte ridders of gewoon kidnappers? Dat is de centrale vraag in dit deels waargebeurde Frans-Belgische drama.

in Recensies
Leestijd: 2 min 30 sec
Regie: Joachim Lafosse | Cast: Vincent Lindon (Jacques Arnault), Louise Bourgoin (Laura Turine), Valérie Donzelli (Françoise Dubois), Reda Kateb (Xavier Libert), e.a. | Speelduur: 112 minuten Jaar: 2016

Een humanitaire organisatie die Afrikaanse weeskinderen probeert te redden, daar kan weinig verkeerd aan zijn, toch? Op het eerste oog lijkt Les Chevaliers Blancs – de nieuwe speelfilm van de Belgische regisseur Joachim Lafosse – een heldhaftig verhaal over een groep onbaatzuchtige vrijwilligers die kansarme kinderen een hoopvolle toekomst wil bieden. De waarheid blijkt echter een stuk minder zwart-wit te liggen.

De film werd losjes gebaseerd op het waargebeurde schandaal rondom de Franse liefdadigheidsorganisatie L’Arche de Zoé, dat in 2007 enkele vrijwilligers gearresteerd zag worden bij een poging om honderddrie kinderen uit Tsjaad naar Europa te vervoeren voor illegale adoptie. In Lafosse' film is de organisatie omgedoopt tot Move for Kids, met aan het hoofd van de operatie de doorgewinterde no-nonsense Jacques – uitstekend gespeeld door de Franse acteur Vincent Lindon.

Slechts een maand heeft Jacques de tijd om zoveel mogelijk weeskinderen een nieuw huis te bieden, waarmee hij vastberaden is om niets de missie in gevaar te laten brengen. Zo wordt al gauw een reddingsvliegtuig ‘geleend’ om een nabijgelegen dorp te bezoeken, neemt hij een te onveilige route per jeep, wordt er hard onderhandeld met diverse stamhoofden en gesteggeld met de financiële compensatie die de lokale bevolking kan ontvangen voor het aanleveren van jonge weeskinderen.

Bovendien blijkt Jacques het hier ook niet altijd even nauw te nemen met het vertellen van de waarheid: voor de kijker wordt al gauw duidelijk dat het beeld dat hij schetst bij de lokale bevolking – onderwijs en jarenlange opvang in de omgeving – niet helemaal strookt met de werkelijke plannen, bijvoorbeeld wanneer hij tot tranen toe geroerd is tijdens een telefoongesprek met een potentiële adoptieouder uit Frankrijk. Als gevolg levert het de ingewikkelde situatie op dat veel ouders hun eigen kinderen mee willen laten gaan met de organisatie, in de hoop hen een betere toekomst te bieden. Of deze kinderen ook daadwerkelijk gered moeten – of misschien beter gezegd, willen – worden is nog maar de vraag, maar probeer maar eens nee te zeggen wanneer een huilende moeder haar baby in de armen van een vrijwilligster probeert te drukken.

Over de op zijn zachtst gezegd schimmige werkwijze van de organisatie valt dus een hoop te discussiëren. Maar als daarmee het leven van ook maar één onschuldig kind gered kan worden, zoals Jacques zelf aangeeft, is dat alles het dan niet waard? Het is knap hoe Lafosse de gebeurtenissen en de complexe morele dilemma’s die daarbij komen kijken in een rustig tempo laat voltrekken, zonder daarbij een oordeel te vellen. Dat blijft aan het publiek. Hoewel de eerste helft van de film hiermee soms wat traag aandoet, ligt er in de laatste minuten een spannende finale in het verschiet waarbij je nog steeds niet zeker weet of je Jacques wil zien slagen in zijn missie of niet. Tot aan de laatste scène blijft de kijker achter met ambigue gevoelens.