Enigszins moegestreden is hij wel, die Romeinse tribuun Clavius. En neem hem dat eens kwalijk: zelfs als hij huiswaarts keert na een veldslag, besmeurd met een vuil laagje modder en onder het bloed van zijn vijanden, krijgt hij geen moment de gelegenheid om zijn borstplaat en gezicht schoon te boenen. Laat staan dat er iemand klaarstaat met een doekje waarmee hij die bloedende jaap in zijn onderlip kan droogdeppen. Nee, in het Jeruzalem anno drieëndertig na Christus is er continu werk aan de winkel. Zeker als je jezelf de rechterhand van Judea-prefect Pontius Pilatus mag noemen, dan heb je het druk tijdens Pesach: nadat de Romeinen een man uit Nazareth aan het kruis hebben genageld, lopen de gemoederen hoog op bij de Joodse bevolking. Aan Clavius de taak om orde op zaken te stellen.
Eenmaal aangekomen op de schedelplaats Golgotha, blijkt dat de man in kwestie, genaamd Yeshua (de Hebreeuwse benaming voor Jezus) al gestorven is. Zijn lichaam wordt van het kruis gehaald en begraven in een graftombe die zorgvuldig is afgesloten met een manshoge steen en voorzien van een Romeinse verzegeling. Niemand kan de graftombe in of uit of toch wel? Op de derde dag is de steen op mysterieuze wijze voor de ingang weggerold en lijkt het lichaam van Yeshua als in rook opgegaan. Zijn aanhangers denken dat hij uit de dood is opgestaan, de Romeinen dat het om een ordinaire grafroof gaat. Ondertussen voelt Pilatus de hete adem van Rome in zijn nek; het aangekondigde stadsbezoek van keizer Tiberius zet het oplossen van het raadsel onder tijdsdruk.
Uniek en verfrissend is het perspectief dat regisseur-scenarist Kevin Reynolds hier hanteert om (een segment van) het Nieuwe Testament tot leven te wekken: de wederopstanding van Jezus Christus vanuit het oogpunt van een ongelovige Romeinse soldaat. Je moet het als regisseur maar aandurven. Het ontbreken van een geloofsgrondslag bij het hoofdpersonage maakt dat overbekende sequenties nét even wat anders aanvoelen. Reynolds draait vooral in de eerste helft van zijn Bijbelfilm om de hete brij heen, door cruciale gebeurtenissen (het moment van sterfte, de wederopstanding) niet te tonen, maar de personages in plaats daarvan in een politiek wespennest te storten. Bijkomend voordeel is dat door wit licht omkranste heiligen, potsierlijke Bijbelclichés en andere hallelujamomenten, zoals te zien in de Jezusfilm Son of God en de televisieserie A.D. The Bible Continues, aangenaam lang op afstand blijven.
Risen (ook wel omschreven als het onofficiële vervolg op het in 2004 verschenen The Passion of the Christ van Mel Gibson) openbaart zich dan ook niet zozeer als groots en meeslepend Bijbelepos, maar eerder als een intiem detectiveverhaal, geplaatst in een Bijbelse setting. De zoektocht in dit detectiveverhaal dient dubbelzinnig te worden opgevat; natuurlijk is daar de zoektocht naar het verdwenen lichaam, maar waar het werkelijk om draait, is Clavius zoektocht naar spiritualiteit.
Juist dat laatste aspect komt hier wat minder goed uit de verf. De omslag die halverwege plaatsvindt, is abrupt en zorg ervoor dat de film in de twee helft wat wegzakt. Alsof het geloof in het originele uitgangspunt ineens een fikse opkalefater heeft gekregen. Het zou daarom interessanter zijn geweest om Clavius (overtuigend gespeeld door Joseph Fiennes) op dit punt in een geloofsspagaat te duwen door hem te laten twijfelen tussen de christelijke god aan de ene kant en de oudere, Romeinse god Mars aan de andere kant. Iets wat te vergelijken zou zijn met de spirituele crisis die de monnik Athelstan doormaakte in de succesvolle serie Vikings. Maar Reynolds laat een dergelijke kans onbenut.
Zodra de stad Jeruzalem verruild wordt voor de woestijn van Galilea, neemt ook de aantrekkelijkheid van de decors en de algehele aankleding een klein beetje af die trouwens nog altijd vér bovengemiddeld is (zeker in vergelijking met andere Bijbelfilms, waarin de kostuums toch vaak ogen als schoolmusicaloutfits). Risen is een prima tussendoortje voor tijdens het Paasweekend, in het bijzonder voor wie al talloze films over de wederopstanding heeft gezien en het Bijbelverhaal van binnenuit meent te kennen.