"Familieweekend? Dat is toch iets met vakantiehuisjes en gourmetten?" luidt de reactie die kunstschilder Benjamin krijgt als hij zijn plannen voor verderop in de week kenbaar maakt. De associatie met dit typisch Hollandse gebruik zal Familieweekend geen windeieren leggen. Dat de titel doet denken aan feelgoodhit Alles Is Familie en daarmee Alles Is Liefde is natuurlijk eveneens voordelig. Ook deze ensemblefilm heeft een cast vol bekende gezichten, maar moet daarentegen weinig hebben van de malheur die het (familie)leven ook kent. Met een gezinshereniging als in het droefgeestige Familie van Willem van de Sande Bakhuyzen uit 2001 heeft het nog minder van doen. Familieweekend is een volbloed komedie die volgens de beproefde formule van de publieksfilm is gemaakt. Voor de regie tekende Pieter van Rijn (Pluk van de Petteflet, t Schaep met de Vijf Pooten, Flikken Maastricht) en tussen die grote namen bevinden zich onder meer Derek de Lint, Jennifer Hoffman, Jelka van Houten en Dirk Zeelenberg.
De film draait om Pieter Severijn, een charmante, rijke weduwnaar die zijn drie volwassen kinderen uitnodigt voor een familieweekend op het landgoed. Zijn recente hartaanval heeft hem de ogen geopend en hij wil een nieuwe, positieve koers varen. Hij heeft dan ook iets belangrijks te bespreken. Zijn twee zonen Roderick en Benjamin en zijn dochter Fleur denken wel te weten wat: de erfenis. Die zou hen stuk voor stuk goed van pas komen. Wat een schrik als blijkt dat de noviteit komt in de vorm van vaders nieuwe vriendin, de mooie, hoogst ordinaire en vooral dertig jaar jongere Bonnie. En erger nog: dit weekend wordt er getrouwd. Maar niet als het aan het drietal ligt, want die hoogblonde 'gold digger' kan op niets anders uit zijn dan op het familiefortuin.
De personages zijn extreme uitvergrotingen van hun inborst en zodoende weinig meer dan karikaturen. De komedie komt voort uit de onderlinge tegenstellingen. Familieweekend drijft vooral op het contrast en daarmee het conflict tussen de welgestelde familie Severijn en de nieuwbakken schoonfamilie. De gegoede familie ziet hun landgoed in beslag genomen worden door het asociale plebs uit Rotterdam dat niet gehinderd wordt door enig gevoel voor fatsoen. Het tweede conflict bestaat eruit dat vader Severijn dolverliefd is en dus ook zijn nieuwe familieleden zonder enige argwaan en met open armen ontvangt. Jennifer Hoffman heeft zichtbaar plezier in haar rol als bimbo Bonnie en het gegeven leidt meer dan eens tot grappige situaties.
Maar is het niet ook makkelijk scoren met de platvloersheid van de volkse Nederlander, het liefst uitgerust met een vet accent? En is Hoffmans rol niet de enige echt genietbare in het ensemble? In de bijrollen en cameos herkennen we tal van fijne acteurs en komieken, maar gedenkwaardig is geen enkele.
Familieweekend is soms geestig, soms flauw, soms scherp en soms plat. Alles wordt vet aangezet en de timing komt niet altijd even goed uit de verf. In tegenstelling tot eerdergenoemde speelfilms heeft Familieweekend niks met het echte leven van doen. En voor satire is het niet scherp genoeg. Komedie kent zijn eigen logica, maar Familieweekend heeft onwaarschijnlijkheden te over. De film opent met de pater familias die zijn kinderen uitnodigt voor het samenzijn. Niet per mail, niet in een groepsapp of over de telefoon. Om zijn distinctie te benadrukken wordt de bovenste lade van het antieke kabinet in de studeerkamer opengetrokken voor een chique vulpen en zet Severijn zich aan het schrijven van de brief die hij vervolgens nog twee keer dient over te schrijven, want het moet naar drie adressen.
Toch zijn er ook slimme vondsten en amusante details; zoals de tekening voor opa die moeder namens de kinderen nog snel even onderweg in de auto maakt, of de oude Hitkrant die Benjamin op zijn vroegere jongenskamer leest. Lekker wegkijkend is deze feelgoodkomedie zeker, goeddeels vermakelijk ook.