Shine A Light
Recensie

Shine A Light (2008)

Een concertregistratie van de Rolling Stones, uitstekend gefilmd door gerenommeerde cameramensen onder regie van Martin Scorsese.

in Recensies
Leestijd: 3 min 10 sec
Regie: Martin Scorsese | Cast: Mick Jagger, Keith Richards, Ronnie Wood, Charlie Watts e.a. | Speelduur: 122 minuten | Jaar: 2008

Op 29 oktober en 1 november 2006 traden de Rolling Stones op in het Beacon Theater in New York, als onderdeel van hun Bigger Bang tournee. Martin Scorsese was erbij en liet de concerten door een aantal gerenommeerde cameramannen filmen. Samen met beelden van de voorbereidingen voor de concerten en een aantal stukjes oude televisie-interviews vormen de concertbeelden de film Shine A Light, een ode aan het uithoudingsvermogen van de Stones. De diepgang van eerdere muziekfilms van Scorsese ontbreekt, maar de Stones kunnen nog steeds aardig rocken, al zijn ze niet zo goed meer als vroeger.

Tekenend is bijvoorbeeld dat er geen enkel nummer van na 1983 wordt gespeeld, terwijl hun tournee nota bene vernoemd is naar hun laatste album A Bigger Bang uit september 2005. Hierdoor zijn ze als artiesten niet geheel relevant meer te noemen en is het ook voor leken duidelijk dat hun podiumact niets nieuws brengt. Op zich zou dat geen probleem zijn, als de Stones nog even goed waren als voorheen. Maar de slijtage is zichtbaar, vooral in de hardere, snellere rocknummers zoals de opener ‘Jumpin’ Jack Flash‘, (I Can’t Get No) Satisfaction’ en ‘Sympathy For The Devil’. De enige keer dat ze met zo’n lied wél indruk maken is tegen het einde met een uitstekende versie van ‘Brown Sugar’.

Bij die snellere nummers stelt vooral Mick Jagger teleur en maakt tegelijkertijd enorme indruk. Vocaal klinkt het af en toe alsof hij de kantjes ervan afloopt om op adem te blijven. Aan de andere kant springt en danst hij er lustig op los en lijkt hij op zijn vierenzestigste nog even fit als een jonge topatleet. Toch klinkt de band tijdens de mid-tempo rockers en ballads pas écht zoals ze horen te klinken.

De drie duetten hebben elk toegevoegde waarde. Het samenspel tussen bluesvirtuoos Buddy Guy, Keith Richards en Ronnie Wood tijdens een prachtige uitvoering van ‘Champagne & Reefer’ is absoluut een hoogtepunt. Christina Aguilera voegt een flinke dosis seks toe aan ‘Live With Me’, en wat is rock-’n-roll zonder? Alleen Jack White maakt weinig indruk: hij helpt de Stones na een wat wankel begin op het goede pad en steekt daardoor toch wat schril af met Jagger naast hem. Geen twijfel mogelijk over wie daar de werkelijke rocker is. Dat geldt ook intern voor de Stones. Jagger kan rondhuppen zoveel hij wil, maar moet het afleggen tegen de uitstraling van een nauwelijks bewegende Keith Richards.

Shine A Light bestaat uit net iets meer dan een concertregistratie en probeert enige spanning en drama in de film aan te brengen door ook de aanloop naar het concert weer te geven, maar verder dan wat gehannes over de setlist die Scorsese pas vlak van tevoren in handen krijgt, reikt dat niet. De stukjes van oude televisie-interviews zijn soms behoorlijk vermakelijk, maar voegen op een enkel fragment na niet enorm veel toe en onderbreken het concert hinderlijk. Het wordt zodoende lastig om echt in de stemming te komen. De fragmenten benadrukken vooral hoe lang de Stones al meegaan en hoe ze het veertig jaar hebben uitgehouden, maar één blik op bijvoorbeeld de groeven in Richards gezicht maakt dat ook al duidelijk.

De registratie zelf is héél goed gefilmd. Niet zo gek, want het talent achter de camera’s heeft samen de Lord of the Rings-films, Goodfellas, The Royal Tenenbaums, There Will Be Blood, Michael Clayton, Magnolia, King Kong, The Departed, The Thin Red Line, Sleepy Hollow, Children of Men en The New World op hun naam staan. Niet de minsten dus. Onder de bezielde regie van Scorsese geven de cameramensen het gevoel bij de Stones op het podium te staan en worden elke relevante gitaaraanslag van Richards en Wood en het gepuf van Watts deskundig in beeld gebracht.