Legend
Recensie

Legend (2015)

Prima dubbelrol van Tom Hardy in een verder tamelijk inspiratieloze gangsterbiografie.

in Recensies
Leestijd: 2 min 59 sec
Regie: Brian Helgeland | Cast: Tom Hardy (Reggie Kray / Ronnie Kray), Emily Browning (Frances Shea), David Thewlis (Leslie Payne), Christopher Eccleston (Nipper Read), Chazz Palmenteri (Angelo Bruno), Taron Egerton (Teddy Smith) | Speelduur: 131 minuten |[/b]Jaar:[/b] 2015

Heel verrassend is het niet dat een filmmaker in zijn zoektocht naar een geschikt item voor een gangsterverfilming bij de broertjes Reginald en Ronald Kray uitkomt. Het levensverhaal van de roemruchte oost-Londense tweeling, die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw met de bende ‘The Firm’ een groot misdaadimperium op wist te zetten, bevat immers genoeg ingrediënten voor een misdaadbiografie. Het is jammer dat regisseur Brian Helgeland dit zich niet helemaal lijkt te beseffen, maar gelukkig heeft hij met Legend nog twee sterke troeven achter de hand: Tom Hardy en Tom Hardy.

Naar verluidt kwam Hardy in eerste instantie alleen in aanmerking voor de rol van Reggie, terwijl hij eigenlijk zijn zinnen had gezet op de andere broer. Begrijpelijk, want waar Reggie de beheerste, verstandige helft van de tweeling is, biedt de licht ontvlambare, geestelijk instabiele en openlijk biseksuele Ronnie een grotere uitdaging voor een acteur om mee aan de slag te gaan. Er werd een compromis gesloten waarbij Hardy uiteindelijk beide rollen voor zijn rekening nam.

Dat klinkt als een leuk feitje voor in de triviasectie, maar achteraf gezien blijkt het een cruciale beslissing te zijn geweest voor de film. Tom Hardy tegenover zichzelf zien spelen is namelijk de grootste attractie die Legend te bieden heeft. Eens te meer laat de Britse acteur zien hoe griezelig goed hij van gedaante kan verwisselen voor een rol: bij het zien van de charismatische womanizer Reggie en de psychopathische Ronnie – die vaag flashbacks oproept naar Hardy’s doorbraakrol in Bronson – zou je haast vermoeden twee verschillende acteurs aan het werk te zien.

De weg die de Krays naar de top bewandelen is gevuld met geweld, glamour en drama. In Legend worden die drie elementen ook min of meer in die volgorde opgedist. Al vroeg in de film vindt een brute, haast stripverfilmingachtige vechtpartij plaats in een pub met een rivaliserende bende, waarmee de Krays hun positie in de Londense onderwereld verstevigen. Daarnaast runnen de twee een populaire nachtclub met graag geziene gasten als Frank Sinatra, Judy Garland, of – in dit geval – een gastrolletje van zangeres Duffy. Ook de Krays lieten zich graag zien in de showbizzwereld, met optredens in talkshows op de televisie. Het component drama levert één heftige confrontatie op tussen de broers, maar komt gaandeweg – helaas – vooral van de vrij gezapige romance tussen Reggie en zijn liefje Frances Shea.

Het is duidelijk dat Helgeland ter inspiratie goed heeft gekeken naar de blauwdruk die zijn collega Scorsese in de jaren negentig neerlegde met moderne gangsterklassiekers als Goodfellas en Casino. Denk aan de combinatie tussen expliciet geweld en mierzoete popsongs uit sixties en de lange trackingshots door swingende nachtclubs. Helaas slaagt Helgeland er nergens in de misdaadwereld zo boeiend en entertainend te maken als zijn inspiratiebron. Geen van de bijfiguren komen echt lekker uit de verf, en de voice-over van Emily Browning – die bepaald geen Lorraine Bracco of Sharon Stone blijkt te zijn – weet de kijker eerder in slaap te sussen dan mee te nemen in het verhaal.

Zo raakt Helgelands film na een vermakelijke start halverwege zijn meer dan twee uur bedragende speeltijd al buiten adem. Gelukkig is Hardy in dusdanige topvorm, dat hij de boel nog enigszins bij elkaar weet te houden. Zijn bijdrage redt de film, maar waar je een gangsterepos als Goodfellas makkelijk eens per jaar op kunt zetten, nodigt Legend verder nergens uit tot een tweede kijkbeurt.