Coach Carter
Recensie

Coach Carter (2005)

Niet perse de meest sympathieke film.

in Recensies
Leestijd: 3 min 15 sec
Regie: Thomas Carter | Cast: Samuel L. Jackson (Ken Carter), Robert Richard (Damien Carter), Rick Gonzalez (Timo Cruz), Antwone Tanner (Worm), Ashanti (Kyra) e.a.

We zullen en moeten Coach Carter een held vinden. Die dreiging hangt al in de lucht zodra het MTV logo, helemaal bij aanvang, in beeld verschijnt. De gevoelens van de kijker één richting opdrijven is iets waar Hollywood een reputatie mee heeft opgebouwd. Nu hoeft dit niet per definitie verkeerd te zijn, maar er zijn filmmakers die het publiek dusdanig in de wurggreep houden dat hun ongetwijfeld goed bedoelde intenties je ernstig gaan tegenstaan. Zelfs als je dan de omstreden basketbalcoach door een man als Samuel L. Jackson laat spelen laat de boodschap (die erop neerkomt dat je buiten mag spelen nadat je je huiswerk hebt gemaakt en je groenten hebt opgegeten) een vieze nasmaak achter. Wie dacht Coach Carter wel dat hij was?

Het is op vier januari 1999 dat de Richmond High Oilers, het schoolteam uit Richmond, zich willen voorbereiden op een van de belangrijkste momenten uit hun leven. De jongeren die door velen altijd beschouwd werden als arm en kansloos schoppen het in een belangrijke basketbalcompetitie, tegen vooral rijkeluiskindjes, tot de finale. Maar als ze netjes verschijnen voor een van de laatste trainingen voor het grote moment, treffen ze een dichte gymzaaldeur. Het beeld van de zware kettingen die de toegang op slot houden, bereikt zelfs de nationale pers. Wanneer het team zijn beklag doet bij hun coach Ken Carter, zelf een voormalig basketbalkampioen, houdt hij demonstratief en met een nuchter gezicht een stapel papieren voor zich. Het zijn de contracten die iedere speler, voor ze aan de lange weg naar de top begonnen, heeft getekend.

Er staan nogal wat voorwaarden in en het duurt even voor ze allemaal worden ingelost. De eerste regel wordt nog betrekkelijk vlot geaccepteerd: ze spreken de coach aan met ‘sir’, maar dat gebeurt ook andersom. Het verplicht dragen van een net pak op school gaat er wat moeilijker in. Maar de spil van het contract en ook de reden van de kettingen bij de gymzaal zijn de regels omtrent de schoolcijfers. Geen goede studieresultaten betekent geen basketbal. Carter voelde al eerder aan dat ‘zijn’ leerlingen onder ‘zijn’ maat presteerden, maar haalde pas de stekker eruit op het moment suprème. Zijn enige doel is om de jongens, die zich al vedetten wanen, duidelijk te maken dat ze zich moeten ontworstelen aan hun milieu en dat alleen een studie basis biedt voor een toekomst die meer is dan bendes, drugs, de cel en dus ook zelfs basketbal. Het incident, dat in 1999 werkelijk plaatsvond, zou leiden tot een mediahype en veel verzet van de schoolleiding, die pogingen ondernam om Carter uit zijn functie te ontheffen.

Uiteraard komt iedereen tot inkeer en wordt Carter op handen naar de aftiteling gedragen. Hij zag natuurlijk als enige uit de gemeenschap hoe het wél moest: het uitschot met ijzeren vuist heropvoeden. Hij gunt ze dan ook daadwerkelijk geen moment van bevrijding. Als ze een belangrijke wedstrijd hebben binnengesleept en zich vervolgens storten op een groot feest worden ze ‘betrapt’ en mogen ze weer een honderdtal push-ups doen. De valse strijkers helpen ons een handje: ‘erg hè, wat ze hebben gedaan!’ Regisseur Thomas Carter (nee, geen familie van) schreeuwt het nog net niet met een megafoon in je oor: dit is een groot man die een groot voorbeeld stelde. Toch komt de strenge coach niet sympathiek uit de bus; daarvoor lijkt hij net iets te veel te genieten van zijn machtspositie. Maar het kan ook de ‘waag het niet hem geen held te vinden’-toon van de ruim tweeëneenhalf uur durende film zijn die een onbedoeld averechtse werking heeft. Een positief gevolg daarvan is wel dat je het automatisch voor de vechtersbazen uit het team gaat opnemen, hoe stereotypisch ze ook mogen zijn. Zo werkt film nu eenmaal. Je wilt toch iemand kunnen toejuichen.