Tales from Earthsea
Recensie

Tales from Earthsea (2006)

Het debuut van Goro Miyazaki, de zoon van de befaamde animatiefilmer Hayao voldoet niet aan de verwachtingen die de achternaam met zich meebrengt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 26 sec
Regie: Goro Miyazaki | Cast (stemmen): Junichi Okada (Arren), Bunta Sugawara (Sperwer), Aoi Teshima (Therru), Yuko Tanaka (Kobbe) e.a. | Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2006

Tales From Earthsea is de nieuwe Miyazaki. Nee, niet de nieuwe film van de Japanse animatielegende Hayao Miyazaki (Spirited Away, Princess Mononoke), maar het regiedebuut van zijn 40-jarige zoon Goro Miyazaki. Het afgelopen decennium deze Goroj vooral actief in het Ghiblimuseum Mitaka, maar ondanks het feit dat zijn ouders hem te jong vonden (terwijl vader al op tien jaar jongere leeftijd zijn eerste animatieserie had gemaakt) debuteert G. Miyazaki nu als filmmaker. Misschien hadden zijn ouders gelijk, want het talent van H. Miyazaki als verhalenverteller heeft Goro niet geërfd, of nog niet gevonden.

Dat uit zich vooral in het gebrek aan structuur en zorgvuldige opbouw, die bij een groots opgezet fantasieverhaal als dit eigenlijk onmisbaar zijn. G. Miyazaki baseerde zich op de Earthsea-boeken van Ursula K. Le Guin, maar begon niet bij het begin, maar nam het derde boek als uitgangspunt voor zijn film. Het gevolg is dat er de eerste tien minuten een enorme hoeveelheid informatie over de kijker wordt uitgestort, waar later in de film eigenlijk nauwelijks op terug wordt gekomen. Zo vermoordt hoofdpersoon Arren in het begin zijn eigen vader, een koning, maar waarom hij dat deed, of wat daar precies de gevolgen van zijn, wordt nooit duidelijk.

Het enige wat uit deze warrige introductie duidelijk wordt, is dat de wereld niet meer is zoals hij zou zijn moeten. Aartsmagiër Sperwer gaat op zoek naar de oorzaak en maakt daarvoor een tocht door het land Earthsea. Op zijn weg vindt hij de onrustige jongeman Arren, die gevlucht is uit zijn eigen rijk en achtervolgd wordt door zijn schaduw. Samen komen zij aan in Hort Town, de hoofdstad. Daar zijn de straten volgepakt met mensen met enorme haast maar zonder doel. Alle koopwaar is nep, ambacht is verloren gegaan, de slavenhandel tiert welig en haziaverslaafden vullen de steegjes.

Deze stad is prachtig vormgegeven en hierin komt Miyazaki’s verleden als stadsparkplanoloog mooi naar voren. Het is jammer dat de rest van de film er niet zo mooi uitziet. Het uiterlijk van de film is opmerkelijk. In plaats van dat G. Miyazaki de lijn van zijn vaders laatste films doorzet, lijkt de animatiestijl van Tales from Earthsea meer op wat zijn pa in de tweede helft van de jaren tachtig en begin jaren negentig maakte. Hoewel dat er natuurlijk nog steeds mooi uitziet, zou je toch meer mogen verwachten van een ‘nieuwe Miyazaki’.

Na de stad belandt het duo op het platteland, waar Arren wijze lessen leert over de relatie tussen mens en natuur. Na het spannende en visueel spectaculaire stuk in de stad verliest de film hier enorm aan tempo en zijn de beelden ook een stuk minder interessant. Dieptepunt is een lied dat eerder slaap opwekt dan ontroering. Als schurk Kobbe zijn intrede doet en zijn plan om de poort tussen de wereld van de levenden en die van de doden open te zetten duidelijk wordt, komt er weer wat leven in de brouwerij. Helaas volgt dan een te lang uitgesponnen finale, waarin o.a. een magisch zwaard dat natuurlijk maar door één persoon gehanteerd kan worden, nogal clichématig overkomt.

Nee, Goro Miyazaki heeft niet hetzelfde verteltalent als Hayao Miyazaki. Een goede opbouw, een logisch tempo en een passende structuur, Tales from Earthsea mist het eigenlijk allemaal. Daardoor komen personages minder sterk uit de verf en zijn sommige stukken van het verhaal moeilijk te doorgronden. Goro’s keuze om het derde boek uit de Earthsea-reeks van Le Guin te verfilmen was geen handige. Hij verdedigt zijn keuze met zijn fascinatie voor Hort Town, dat volgens hem een weerspiegeling is van het moderne Tokio. Hoe interessant die vergelijking ook moge zijn (hij stelt ook nog dat onze wereld net zo ontwricht is als die van Earthsea), het compenseert de vele gebreken niet. Laten we hopen dat hij bij zijn tweede poging meer laat zien een zoon van zijn vader te zijn, in plaats van het zoveelste kind van een kunstenaar dat vruchteloos probeert in zijn of haar ouders voetsporen te treden.