was afgelopen jaar het grote succes aan de box office. Met een bescheiden budget, een ijzingwekkend gegeven en effectief camerawerk bezorgde de film menig bioscoopbezoeker de bibbers en een horrorhit was geboren. Het zal dan ook puur toeval zijn dat Paramount Pictures opnieuw verloren videobeelden heeft gevonden waarop te zien is hoe een gezin wordt geteisterd door een demonische kracht. Slecht nieuws dus voor degenen die s nachts het lampje niet meer uit durfden te doen: bezorgt opnieuw klamme handjes en een bonzend hart in de keel.
Zoals bij praktisch alle vervolgdelen het geval is, ontkomt ook niet aan de drang om alles wat zijn voorganger sterk maakte, nog eens extra dik aan te zetten, op te blazen en uit te vergroten. Toch speelt dat de film aanvankelijk geen parten. Waar in het eerste deel de nachtelijke beelden beperkt bleven tot één vaststaand camerastandpunt, krijg je nu een kijkje in bijna alle kamers van het huis. Daarbij zijn de scheve beeldcomposities zorgvuldig gekozen, waardoor je als kijker geconcentreerd naar elke hoek, gang en deuropening blijft kijken tot het kwaad voor de zoveelste keer opduikt. Het is een beproefde truc, maar daarmee niet minder effectief. De spanning wordt extra opgevoerd door een onheilspellend lage toon die zich steeds meer opdringt in het gehoor van de kijker.
Naast die griezelige filmstijl bouwt regisseur Tod Williams ook verder op het originele verhaaltje en dat mag zeker als een pluspunt worden beschouwd. Zo blijkt de moeder van het gezin een zus te zijn van Katie, die in het eerste deel bezeten raakte. Om een logische link te leggen tussen de twee delen werpt Williams het verleden van de zussen op waarbij een seance de nodige ellende heeft veroorzaakt. Veel zal je echter niet ontgaan als je dat gemist hebt, want deze sequel kan prima op eigen benen staan om je de gewenste schrik aan te jagen. Aardige toevoegingen zijn een bijgelovig kindermeisje, een hond en een éénjarig kindje, die de bovennatuurlijke gebeurtenissen het eerste opmerken, maar vervolgens niet in staat blijken dit duidelijk te maken aan de rest van de familie. Williams wil zijn publiek echter zo graag bang maken, dat hij soms net iets te snel over hen heen stapt om naar het volgende schrikmoment toe te werken.
Tegen het einde ontspoort de film daardoor jammer genoeg, en de opgebouwde spanning wordt in één klap weggeslagen door dochters hypernerveuze camerabediening. De camera zwiept heen en weer onder hysterisch gegil, maar wat er nou precies aan de hand is in de kelder - een vette knipoog naar - blijft onduidelijk, laat staan zichtbaar. Eventjes lijkt het erop dat de film zich gaat herpakken, maar de makers lijken in het laatste kwartier zelf niet te weten welke kant het uitmoet. Het laatste shot voordat het beeld op zwart gaat is daarom een grote teleurstelling. Het einde doet aan als een slap aftreksel van dat van zijn voorganger en daar kun je je publiek toch echt niet mee afschepen. Gelukkig weet de effectiviteit van de handheldcamera voor het grootste gedeelte wel te benutten om je de koude rillingen te bezorgen. Houd je nachtlampje dus voor de zekerheid maar aan als je gaat slapen.