Sint
Recensie

Sint (2010)

Wie van de platte, oer-Hollandse humor van Dick Maas houdt en graag een Zwarte Piet onthoofd ziet worden, mag Sint absoluut niet overslaan.

in Recensies
Leestijd: 3 min 17 sec
Regie: Dick Maas | Cast: Egbert-Jan Weeber (Frank), Caro Lenssen (Lisa), Escha Tanihatu (Sophie), Huub Stapel (Niklas), e.a. | Speelduur: 88 minuten | Jaar: 2010

Dat Sint een groot commercieel succes gaat worden, daar twijfelt eigenlijk niemand meer aan. Na alle media-aandacht rondom de film, in gang gezet door een groep bezorgde ouders onder leiding van Johan Nijenhuis die problemen hadden met de poster, is iedereen benieuwd naar het eindproduct. Het is een flinke opsteker voor Dick Maas en consorten, die met Sint een echte Nederlandse horrorfilm hebben afgeleverd, met alle plus- en minpunten die daarbij horen.

Kenners van het werk van Dick Maas, regisseur van onder meer Flodder en De Lift, weten dat subtiliteit niet zijn handelsmerk is. Dat is in Sint niet veel anders. Het begint al met de proloog, die zich afspeelt op 5 december 1492. Daar zien we hoe Sint Niklas samen met zijn volgelingen op behoorlijk brute wijze een dorpje binnenstormt en het nodige verlangt van de dorpelingen. Die komen echter in opstand en verbranden de boot van Niklas, met hem erop.

Maar één proloog is niet genoeg voor Maas. Er komt er nog een, die zich afspeelt op een Nederlandse boerderij in 1968. Daar ziet een jongen van een jaar of tien hoe op Sinterklaasavond zijn hele familie op brute wijze wordt afgeslacht. Pas hierna kan de film goed en wel beginnen als we zien hoe leerlingen van een school in Amsterdam-Zuid, en een politieagent die als enige waarschuwt voor de duivelse Sint, zich voorbereiden op pakjesavond.

Sint is een film die het kijkerspubliek zeer waarschijnlijk in twee groepen gaat verdelen. Een groep die de flauwe, platte humor van Dick Maas geweldig vindt en een groep die niet veel opheeft met de oer-Hollandse stijl van de regisseur. Deze recensent behoort tot die laatste groep.

De ellende begint, zoals zo vaak bij Nederlandse films, bij het potsierlijke scenario van Maas zelf, dat werkelijk zeldzaam slecht is. Dat de dialogen onnatuurlijk en uit de tijd klinken, mag eigenlijk geen verbazing meer wekken, maar het vreemdst is dat Maas geen tijd heeft besteed aan de ontwikkeling van zijn personages, toch wel van enig belang in een speelfilm. Iedereen speelt in feite een bijrol in Sint, want er is maar een hoofdrolspeler: de regisseur zelf. Maas, die ook nog eens de veel te aanwezige muziek componeerde, is zelfs zo blij met zichzelf dat hij in de film ook nog eens naar Flodder gaat verwijzen. Dat gaat toch wel behoorlijk ver.

En dan is er nog de humor, die in een genrefilm als Sint niet mag ontbreken. Om even aan te geven van welk niveau de meeste grappen zijn, volgt hier een korte beschrijving van de eerste poging tot humor: een middelbare scholier pakt in zijn klas op 5 december zijn surprise uit. Er zit een dildo in. Wie dat grappig vindt, mag Sint absoluut niet overslaan, want dergelijke ‘komische hoogstandjes’ komen zeker nog terug in de film.

Toch zijn er wel enkele lichtpuntjes in Sint te vinden, met name op het visuele vlak. De special effects zijn werkelijk indrukwekkend te noemen, en niet alleen voor Nederlandse begrippen. Vooral een scène waarin de horrorsint op zijn schimmel over de Amsterdamse daken racet en politieagenten van zich af moet slaan, ziet er uitstekend uit. Ook de lekker bloederige horrorscènes zijn tot in de puntjes verzorgd. Maas bedenkt een aantal zeer creatieve manieren om mensen te vermoorden en die zijn, in tegenstelling tot de meeste flauwe pogingen tot humor, dan wel weer vermakelijk. Het is alleen jammer dat Maas zijn publiek zo onderschat. Als een politieboot een gebied binnenvaart, dat gemarkeerd is met een bord waar ‘verboden toegang’ op staat, vindt Maas het nodig om ook nog eens een doodshoofd op dat bord af te beelden. Het is allemaal zo ontzettend vet en over de top. Nu hoeft dat helemaal niet verkeerd te zijn (denk bijvoorbeeld aan het vergelijkbare maar superieure Machete), maar dan moet de uitvoering wel beter zijn dan in het tegenvallende Sint.