Kaboom
Recensie

Kaboom (2010)

Drank, drugs en heel veel seks vormen de belangrijkste bestanddelen van deze even krankzinnige als vermakelijke film van Gregg Araki.

in Recensies
Leestijd: 2 min 31 sec
Regie: Gregg Araki | Cast: Thomas Dekker (Smith), Haley Bennett (Stella), Juno Temple (London), Roxane Mesquida (Lorelei), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2010

Of ze zich zorgen maakt, vraagt Smith aan zijn beste vriendin Stella als zij het net heeft uitgemaakt met de psychopathische Lorelei. “Haat Mel Gibson Joden?” is Stella’s retorische antwoord. Het zijn dit soort gevatte dialogen, gecombineerd met een krankzinnig plot dat van Kaboom tot een van de vreemdste, maar ook vermakelijkste Amerikaanse films maakt die we hier de laatste tijd te zien hebben gekregen.

Kaboom is de tiende film van regisseur Gregg Araki, die weliswaar niet heel bekend is bij het grote publiek maar wel regelmatig cultklassiekers in wording aflevert, zoals ook zijn nieuwste werkje omschreven kan worden. De film draait om de achttienjarige student Smith die een rustig leventje leidt op de universiteit. Hij trekt veel op met zijn beste vriendin Stella, neukt er vrolijk op los met mannen en vrouwen en heeft het naar zijn zin in zijn leven. Als Smith op een studentenfeestje echter een hap uit een spacecookie neemt verandert alles. Hij is getuige van de moord op een mysterieus roodharig meisje, dat de katalysator vormt voor de ontdekking van een grootschalig complot dat de wereld voorgoed zal veranderen.

Zo gek veel gebeurt er niet in het slechts zesentachtig minuten durende Kaboom. In het eerste deel van de film zien we vooral heel veel mooie, jonge studenten met zoveel mogelijk mensen van hetzelfde en het andere geslacht het bed in duiken zonder dat het enige relevantie lijkt te hebben voor de film. Araki is dan ook duidelijk een voorstander van niet-functioneel naakt in films, en laat geen mogelijkheid voorbij gaan dat te benadrukken.

Dat de film ondanks dit repetitieve patroon nooit gaat vervelen is te danken aan het feit dat Araki zich helemaal niets aantrekt van conventionele filmregels. Kaboom waaiert alle kanten uit. Met name in het laatste half uur van de film gaan alle remmen los en komt Araki in sneltreinvaart met een verhaal over wereldheerschappij en een nucleaire holocaust op de proppen. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op, maar het is zo bizar en leuk gedaan dat het aanstekelijk begint te werken.

Het helpt dat de zeer aantrekkelijke, jonge acteurs ook zichtbaar plezier hebben in het maken van deze merkwaardige film. Thomas Dekker, Juno Temple, Haley Bennett en Roxane Mesquida zullen ongetwijfeld op hun uiterlijk zijn gecast door Araki, maar dat neemt niet weg dat de vier jongelingen goed overweg kunnen met de snedige dialogen die hen door de regisseur in de mond worden gelegd. Vooral Bennett als Stella brengt het er in dat opzicht uitstekend van af.

Kaboom is geen film voor het grote publiek, laat daar geen misverstand over bestaan. Daarvoor is de film te experimenteel en absurdistisch, misschien nog wel meer dan Donnie Darko waar de film her en der wel mee is vergeleken. Maar voor mensen die het zat zijn in de bioscoop telkens eenzelfde soort film te zien en echt toe zijn aan iets anders, is Kaboom niet te missen.