Van videoclips en commercials naar korte films en nu al speelfilms. Regisseur Arne Toonen is jong, ambitieus en kiest voor de leuke uitdagingen die zijn pad kruisen. Zo kwam hij vorig jaar met de kinderfilm Dik Trom die een groot succes werd. Uiteraard werd hij direct voor andere kinderfilms gevraagd en gaat hij binnenkort De Kleine Kapitein naar het boek van Paul Biegel verfilmen. Maar eerst nog even iets heel anders: Black Out. Een grof en vooral grappig bedoelde film die het best gezien kan worden als de Nederlandse Snatch van Guy Ritchie. Toonen heeft talent genoeg, maar kan helaas nog niet werken met dezelfde middelen als Ritchie. En dat is te zien.
Op de dag voor zijn huwelijk wordt ex-crimineel Jos Vreeswijk wakker met een pistool in zijn hand naast een onherkenbaar lijk. Wat er gebeurd is? Jos heeft geen idee, want die heeft een volledige black-out. Wat hij wel weet, is dat diverse figuren uit de onderwereld hem beschuldigen van het stelen van twintig kilo cocaïne. Jos krijgt vierentwintig uur de tijd om alles op te lossen.
Een prima begin voor een heerlijke misdaadkomedie. De toffe trailer wist al behoorlijk te enthousiasmeren en het scheelt als je je instelt op het feit dat de film met een beperkt budget is gemaakt. Wat al snel opvalt is de wisselvalligheid in de kwaliteit van de verschillende scènes. De meeste zitten goed in elkaar, met scherpe dialogen en een passende visuele stijl, maar voor de overige en de daarin voorkomende personages geldt het tegenovergestelde.
Waar Edmond Classen als bejaarde crimineel Charles, de zusters Schuurman als Charity en Petra, Ursul de Geer als Rudolf en Alex van Warmerdam als rechercheur André precies goed zijn voor een film als deze, zitten Simon Armstrong als crimineel Vlad en zijn handlanger Seban evenals Robert de Hoog als Gianni er behoorlijk naast. Hun personages zijn te veel over de top en hun scènes flauw en zelden grappig. Ook Kim van Kooten komt niet echt lekker uit de verf in haar rol die te oppervlakkig en stereotype is.
Raymond Thiry kreeg de hoofdrol en dat doet hij prima. Consistent is zijn personage helaas niet altijd; op het ene moment is hij sluw en handig, op het andere bijna net zo dom als zijn collega Bobbie. Het personage Jos had tevens, net als de hele film eigenlijk, iets meer ballen mogen hebben. Nu was dat qua actiescènes misschien lastig te realiseren vanwege het budget, maar inhoudelijk had het beter gekund: zo zijn criminelen die halfzacht "krijg de tyfus" tegen elkaar roepen weinig indrukwekkend.
Cameraman Jeroen de Bruijn, met wie Toonen ook het visueel sterke Dik Trom maakte, levert puik werk, evenals productiedesigner Alfred Schaaf. Ook de lekkere montage en de soundtrack houden de interesse levend. Maar je blijft achter met het gevoel dat er meer in had gezeten. Gelukkig is Toonen nog jong en bewijst hij klaar te zijn voor het grotere werk. Als hij daar dan een iets sterker scenario voor heeft, wat meer budget krijgt en ook in de bijrollen uitsluitend sterke acteurs cast, komt het zeker goed.
Lees ook het interview met regisseur Arne Toonen.