Anno 2016 is de gamereeks Warcraft alweer tweeëntwintig jaar oud, hoewel het echte succes pas in 2004 begon met de release van de 'massively multiplayer online role-playing game' World of Warcraft. Hoewel gameverfilmingen kampen met een slechte reputatie, wekt het toch enige verbazing dat een adaptatie van de immens succesvolle reeks, hoewel al in 2006 aangekondigd, pas dit jaar in de bioscoop verschijnt. Aanhangers die hopen dat al die jaren getimmerd is aan een geraffineerd script komen helaas bedrogen uit. Regisseur Duncan Jones, die met de uitstekende sciencefictionfilms Moon en Source Code aantoonde een neusje te hebben voor sterke scenario's met aansprekende personages, doet zijn best de film boven het fantasymaaiveld uit te laten steken. Een nobele queeste, maar desondanks blijft Warcraft een standaard werkje 'Sword & Sorcery', barstensvol spektakel, maar getroebleerd door een warrige geschiedenis en fletse hoofdpersonen.
Plaats van handeling in Warcraft is Azeroth, een vreedzaam koninkrijk geleid door een ruimhartige koning, stoere ridders en goedwillende magiërs. Helaas komt een horde Orks uit een door hen kaalgeplunderde dimensie via een magisch portaal die vrede verstoren. De veroveraars worden gedreven door een duistere kracht die zich voedt met het leven en dreigt Azeroth even doods achter te laten als hun eigen thuis. Dat wordt dus knokken en zo begint de gebruikelijke epische strijd tussen goed en kwaad die we al sinds Lord of the Rings niet meer overtroffen zagen. Gelukkig heeft Jones aan ongefundeerd geweld een broertje dood en centreert hij de actie rond een beperkt aantal personages. Aan hen de taak beide kanten van de medaille te belichten en ons te tonen dat goed en kwaad hier iets genuanceerder liggen dan verwacht. Alle intenties ten spijt blijven de hoofdpersonen steken in aloude archetypes die maar niet echt boeiend willen worden.
De koene ridder, de nobele wilde, de gecorrumpeerde tovenaar, de outsider die tussen twee werelden moet kiezen, de leerling die over onvermoede krachten beschikt... Allemaal niets dat we niet al vele malen eerder in fantasyfilms gezien hebben, en nergens een verbetering. Hoewel Jones focust op de personages, blijken ze niet overtuigend genoeg geportretteerd om de aandacht vast te houden. Dat is deels te wijten aan de cast, van wie een groot deel een ongeïnteresseerde indruk maakt, hoofdrolspeler Travis Fimmel voorop. Ook de knullige dialogen werken niet mee. En dus moeten we het alsnog hebben van het verhaal dat de dappere Mens Lothar en de Ork Duraton tegenover elkaar plaatst. De laatste, een krijger met een eervol geweten, ziet in dat als hun leider zijn zin krijgt, opnieuw een wereld zal vergaan. Dus tracht hij de dialoog aan te gaan met de tegenpartij, in de wetenschap dat zijn volk hem als verrader zal bestempelen.
Het is een aardig uitgangspunt dat de gebruikelijke rol van Orks op zijn kop zet, maar dat het tot een oorlog komt, staat natuurlijk al bij voorbaat vast. Vrede is uitgesloten en de titel luidt niet voor niets Warcraft, dus elke poging tot het opbouwen van wederzijds vertrouwen eindigt in hersenloos geknok. Dat is leuker om te ondergaan in een game dan op het witte doek, waar we het moeten doen met de queeste die Jones ons serveert, zonder de gelegenheid op eigen houtje te gaan ontdekken. Azeroth bevat een rijke historie met diverse rassen en contreien, maar hier wordt meer naar verwezen dan dat het getoond wordt en dat frustreert. Vooral in het eerste half uur van de film vliegt het verhaal van hot naar her en worden we geconfronteerd met diverse locaties met exotische namen, zonder een gevoel voor de exacte geografie van Azeroth te ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor haar inwoners, want de nadruk ligt op Mensen en Orks, waardoor andere rassen als figuranten dienen. Voor fervente fans zal het allemaal gesneden koek zijn, maar voor nieuwelingen blijft de wereld der Warcraft afstandelijk.
De mythologie van de games is simpelweg te veelomvattend om in één poging naar film te vertalen, het blijft het topje van een ijsberg. De subtitel The Beginning maakt duidelijk dat de studio hoopt in volgende delen dit gemis goed te maken en Azeroth breder wil verkennen, maar daar schieten we hier weinig mee op. Blijft over het spektakel, waarop tenminste niet is beknibbeld. De film is rijk aan massale actiescènes die de tekortkomingen enigszins compenseren. Hoewel overduidelijk uit de computer getoverd, ziet het er visueel indrukwekkend uit. Dat het meeste werk in de vormgeving is gestoken blijkt uit het opvallende feit dat de digitale Orks meer intrigeren dan de cast van vlees en bloed. Het is slechts één van de mankementen die doen vermoeden dat 'the beginning' voor Warcraft ook meteen het einde kan zijn.