In de Gouden Eeuw dreef de tulpenmanie menig Nederlander tot waanzin. Iedereen met genoeg florijnen waagde zich aan de speculatiehandel. In schimmige kroegen gingen de meest bijzondere en exotische tulpenrassen onder de hamer, vaak nog voordat de bollen uitkwamen. In Tulip Fever vormt deze tulpengekte de achtergrond voor een verhaal over een verboden romance tussen een ogenschijnlijk brave jongedame en een losbandige kunstschilder. Samen met een aantal wispelturige vertrouwelingen bedenken ze een plan om zich te onttrekken aan hun huidige bestaan.
Centraal in deze verfilming van Deborah Moggachs gelijknamige boek staat het gegeven dat een zeepbel vroeg of laat altijd uit elkaar zal spatten. Het had niet veel gescheeld of de film van regisseur Justin Chadwick was zelf uit elkaar gespat. Tulip Fever is door een ware productiehel gegaan en was jarenlang niet verzekerd van een bioscooprelease. Kunst is handel en dat was in de Gouden Eeuw niet anders. Schilderijen vonden gretig afrek en een beetje man met status liet zichzelf in die tijd portretteren. Zo ook Cornelis Sandvoort die zijn liefde voor zijn veel jongere vrouw Sophia graag wil laten vereeuwigen op een doek. Voor deze opdracht huurt hij de veelbelovende kunstschilder Jan van Loos in. Een beslissing waar hij later zeker spijt van zal krijgen.
Poserend in een schitterende ultramarijne jurk (het mag gezegd worden: de kostuums zijn érg mooi) staat Sophia aan de zij van haar echtgenoot. De twee hebben niet bepaald een gezond huwelijk, maar ze hebben elkaar wel nodig. Zij dankt haar status aan Cornelis die haar redde van een armoedig bestaan als weeskind. Hij wil graag een erfgenaam op de wereld zetten. In het boek van Moggach is die wederzijdse loyaliteit een belangrijk thema, maar deze filmversie van Tulip Fever besteedt er maar weinig aandacht aan. Dat maakt de film zwak, erg zwak.
De filmvariant van Cornelis is geen oude, aftakelende man met wie je nog enigszins medelijden kunt hebben, maar een koude, botergeile en tevens ook overspel plegende man die maar één ding wil van zijn opgekochte Sophia: zo snel mogelijk voor nageslacht zorgen. Zijn persoonlijke verliezen uit een vorig huwelijk maken hem niet menselijker. Ergens is het dan ook niet zo gek dat Sophia ervandoor wil met Jan, al lijkt ze ook weer niet ontzettend ongelukkig bij Cornelis. Dit gebrek aan duidelijke drijfveren maakt van de personages ongekleurde schilderijen: oppervlakkig en nietszeggend. Zonde, want Chadwick heeft toch een fraai boeket aan namen weten te verzamelen om er een meeslepend drama van te maken.
Al na de eerste portretsessie haast Sophia zich zonder pardon naar het atelier van Van Loos voor een gepassioneerde sekspartij. Sophia is verkocht en wil meteen haar man ontvluchten, al spat de chemie tussen Alicia Vikander en haar nieuwe minnaar Dane DeHaan nooit echt van het doek af. Het kwalijkste is nog wel dat de film nauwelijks aandacht besteedt aan het gewetensconflict van de zondares. Pas in de laatste minuten komt Sophia's innerlijke strijd tot uitbarsting, maar het is te laat voor een spannende ontknoping.
Maar voor het zover is, wordt eerst in een vluchtig tempo het snode toekomstplan van beide geliefden, gefinancierd uit de tulpenhandel, erdoorheen gejast. In het boek wordt de spanning enorm opgevoerd wanneer het plan eenmaal in gang is gezet. Er is immers een groot risico dat iemand hen verraadt of dat ze ontdekt worden, maar in de film worden die elementen slechts aangestipt. De steeds afstandelijkere relatie tussen Sophia en Cornelis en de ongeloofwaardige fratsen die zij moet uithalen om haar leugens te verhullen, zijn vrijwel niet terug te zien. Wanneer de hoogtepunten van een zichzelf te serieus nemende prent de uit de toon vallende vunzige seksgrappen zijn, dan weet je al genoeg: afschrijven die handel.
Tulip Fever mist subtiliteit, bevat louter zielloze personages en is zodanig opgeknipt en door elkaar gehusseld dat hij nooit lekker uit de verf komt. Van het zeventiende-eeuwse Amsterdamse decor tot het verhaal en van de karakteruitwerking tot de muziek; alles oogt goedkoop. Is het bronmateriaal dan misschien zo slecht? Nee, althans niet volgens bovengetekende. Chadwick heeft met zijn verfilming van Tulip Fever een harteloze kunstroof gepleegd en onderschrijft daarmee direct de boodschap van het verhaal: een zondaar zal altijd worden gestraft. Chadwick heeft immers zijn schilderijtje meermaals moeten oververven. Het ergste is nog wel dat bronauteur Moggach, die zelf aan het script meepende, daar medeschuldig aan is. In verwelkte bloemen zou men niet mogen handelen.