De gevolgen van klimaatverandering behoren steeds meer tot de orde van de dag. In Nederland blijven die grotendeels nog beperkt tot apocalyptische beelden tijdens het achtuurjournaal. Inheemse bevolkingsgroepen zoals de Quechua in Bolivia worden echter nu al onevenredig hard getroffen door extreme weersomstandigheden die ze zelf nauwelijks hebben veroorzaakt. Met zijn sobere portret van een Quechua koppel op leeftijd dat de strijd tegen de elementen lijkt te verliezen, maakt debuterend regisseur Alejandro Loayza Grisi de klimaatcrisis genadeloos invoelbaar.
De taakverdeling tussen Virginio en Sisa is helder; hij neemt de lama's mee uit grazen, zij haalt water en zorgt voor hun eenvoudige onderkomen. De afstand die Sisa en de andere vrouwen uit de omgeving af moeten leggen om hun emmertjes te vullen, wordt alleen steeds groter. De waterpomp in het dorp staat droog en het enige stroompje dat als een open wond het gortdroge landschap opensplijt, ligt erg afgelegen. De luchtspiegelingen door de verzengende hitte en het geluid van de gierende wind geven de ongastvrije omgeving goed weer.
Haast bezwerend mompelen Virginio en Sisa dat de regen toch echt gaat komen, maar de realiteit is dat de Quechua steeds minder in staat zijn om het ecosysteem waar ze zo afhankelijk van zijn goed te lezen. Het watertekort drijft een wig in de gemeenschap, waarbij de volhardende mannen weigeren om te vertrekken en de vrouwen, uitgeteld door de lange afstanden, geen andere optie zien dan hun geluk ergens anders te beproeven. Als laatste redmiddel wordt een wateroogstritueel geïnitieerd, wat een intrigerende scène oplevert.
Sisa krijgt bijstand van haar kleinzoon Clever, die is gekomen om zijn grootouders te overtuigen hun zware bestaan in te ruilen voor het comfort van de stad. Clevers komst zorgt voor een typische clash tussen verstedelijking en het traditionele leven van het land. De generatiekloof tussen Clever en zijn grootvader, die zijn afkeer voor zijn stadse kleinzoon die de Quechua-taal niet machtig is niet onder stoelen of banken steekt, wordt weinig origineel gesymboliseerd door Clevers gezicht dat steevast oplicht door het scherm van zijn iPhone.
Utama gaat vooral over de onderlinge toenadering tussen Clever en zijn grootvader, wiens raspende hoest Clever steeds meer zorgen baart. Tijdens het grazen vertelt Virginio hoe de machtige condor, wanneer deze zich niet langer van waarde voelt, zich van een berg laat vallen zonder zijn vleugels open te slaan en zo te pletter stort. Virginio hint duidelijk op zijn eigen lotsbepaling en wordt meerdere keren sterk met een condor in beeld gebracht. Wanneer hij uitkijkend over een imposante bergketen tegen zichzelf mompelt dat hij stervende is, praat hij tegelijkertijd over het Hoogland van de Andes, waar hij deel van uitmaakt.
Ondanks de zware thematiek en desolate setting zorgen de roze en oranje strikjes dragende lama's van Virgino en Sisa, en de traditionele Quechua klederdracht regelmatig voor kleurrijk visueel spektakel, sterk in beeld gebracht met minimalistische composities en ondersteund door subtiele muziek. Utama eindigt weinig verrassend, maar weet ondanks dat te ontroeren in zijn eenvoud en door de toewijding van het echtpaar.