Uiterst inventieve en soms zeer hilarische film.
Sokoerov stelt ons op de proef met zijn frustrerende tempo en voorliefde voor onderbelichting, maar na een haast niet door te komen begin is het Ogatas fascinerende acteerprestatie die de film toegankelijk maakt en soms zelfs voor een lach zorgt.
Minder goed in geslaagd dan in eerste instantie lijkt.
Miike Takashi heeft met The Great Yokai War weer eens een volkomen krankzinnige film afgeleverd.
Intiem portret van een aan cocaïne verslaafde vrouw in San Francisco, die gevangen zit in haar negatieve wereldbeeld.
Een ijzersterke film over een clandestien spel met de hoogst denkbare inzet.
De film verzuimt zijn loomheid en het gebrek aan relevante dialogen en handelingen te compenseren met iets als humor of betekenis.
Deze Chinees/Koreaanse coproductie doet denken aan het Italiaanse neo-realisme dat aan het eind van de jaren veertig van de 20ste eeuw even in zwang was.
Hesus Mariano is een kunstzinnige scherpschutter die in eerste instantie bij de rebellen hoort maar door verraad tussen de strijdende partijen in komt te staan.
Een Tibetaanse jongen wordt in een klooster opgeleid tot Boeddhistische monnik, maar eigenlijk kijkt hij liever naar de televisie.
Bovenal een inhoudsloze stijloefening die werkte dankzij veel zwarte humor.
Onnavolgbare waanzin van de zelfverklaarde nieuwe generatie van Iraanse filmmakers.
Het debuut van de 26-jarige Engelsman Thomas Clay is de meest schokkende film van dit filmfestival.
Zoethoudertje dat niemand echt zal opwinden, maar ook weinig mensen echt teleur zal stellen.
Een rauwe moraalvertelling met opvallend einde.