We zijn nagenoeg allemaal met figuren uit volksverhalen opgegroeid. Als kind werd ons verteld dat we de slaap krijgen ingegeven met het zand van Klaas Vaak. Bij het wisselen van ons melkgebit legt de Tandenfee in ruil voor een tand een vergoeding onder ons kussen. De Paashaas zorgt voor de eieren en de Kerstman, die met zijn elfen op de Noordpool woont, voor een onvergetelijk Kerstfeest en een scheepslading aan cadeautjes. Deze legendes hebben echter enkel bestaansrecht zolang we in ze geloven. Dat geldt helaas ook voor de Boeman die zich onder ons bed verschanst en zo de kinderen angst inboezemt. Het geloof in de legendes is echter tanende en de Boeman, die nog steeds kan rekenen op een rotsvast geloof van de bevende kindertjes die nog elke nacht onder hun bed kijken, hoopt hier handig gebruik van te maken.
De legendes vormen in de lezing van de animatiefilm Rise of the Guardians al eeuwenlang een legertje om boeman Pitch te lijf te gaan. Omdat de slechterik sterker is dan ooit kunnen de superhelden uit de kinderverhaaltjes wel wat hulp gebruiken. Het Mannetje op de Maan, dat zich overigens niet laat zien, wijst Jack Frost aan als het nieuwe teamlid. In de proloog maken we kennis met Jack, een legende verantwoordelijk voor ijs, sneeuw en kou die vooral in de Angelsaksische wereld bekend is en zich niet zomaar met onze Koning Winter laat vergelijken. De jongen wordt zich in de beginscène bewust van zijn gaven, maar is onzichtbaar voor de mensen omdat ze niet in hem geloven. De eigenwijze en puberale Jack wordt door de andere vier legendes ontvoerd. Hij wordt echter niet klakkeloos geaccepteerd en heeft nog heel wat bij te leren en te bewijzen.
Het scenario van de getalenteerde David Lindsay-Abaire, die eerder onder andere de fantasyfilm Inkheart en het drama Rabbit Hole schreef, is hoofdzakelijk gebaseerd op de boekenreeks Guardians of Childhood van William Joyce. Het grootste verschil is dat deze verfilming naar de tegenwoordige tijd is gehaald. Het gezichtspunt van de jongeling Jack Frost levert een frisse kijk op. De makers geven echter de andere legendes (in de Nederlandse versie een wat gammele vertaling van het begrip 'guardians') ook een uitgebreid podium en ontkomen niet aan een plichtmatige introductie. De één krijgt hierbij wat meer aandacht dan de ander. Kerstman North komt er nog het riantst vanaf, waarschijnlijk omdat zijn onderkomen annex speelgoedfabriek het hoofdkwartier van het legendeteam vormt. De koddige elfen, die doen denken aan de ondeugende hulpjes uit Despicable Me, maken vooral veel rotzooi, terwijl het de yetis zijn die het zware werk verrichten. Het zandmannetje Klaas Vaak, ronduit het zwakste personage, kan niet praten en moet zich uiten met gebaren en uit zand opgebouwde symbolen boven zijn hoofd. Paashaas Bunny bekt op zijn beurt weer als Hugh Jackman en gaat zijn vijanden met een boemerang te lijf.
Dit soort details geven een originele draai aan bekende fenomenen. Het is alleen jammer dat de schrijvers niet het onderste uit de kan hebben weten te halen. De legendarische heldenploeg biedt een keur aan mogelijkheden en spitsvondigheden, maar door het grote aantal uiteenlopende personages is er weinig speelruimte. Naast het vijftal moeten er ook nog wat kindertjes de revue passeren, komt de achtergrond van Jack aan bod en moet nog even duidelijk worden hoe inslecht de Boeman is. Dit alles wordt ingebed in veel actie, waardoor Rise of the Guardians tjokvol personages, invalshoeken, grappen en tot de verbeelding sprekende locaties zit. Gelukkig is er nog wel wat ruimte voor karakterontwikkeling. De legendes blijken elkaar al jaren te kennen wat illustratief is voor het feit dat er eigenlijk bitter weinig logica schuilt in het avontuur waarin de Boeman ze heeft gemanoeuvreerd.
De onevenwichtigheid van de personages blijft een soepel verloop van Rise of the Guardians hinderen. Er worden uitstekende ideeën en grapjes geïntroduceerd, maar de schrijvers pakken niet echt door. De actiescènes, zoals een confrontatie tussen een groep schoolkinderen en de grillige Jack Frost, zijn in al hun hectiek toch flitsend, daverend en onvoorspelbaar. Dit is vooral te danken aan het inzicht van debuterend regisseur Peter Ramsey die voornamelijk als storyboardtekenaar zijn sporen heeft verdiend. Hij heeft met veel oog voor detail een visueel overdonderend animatieavontuur afgeleverd. Rise of the Guardians kan - zoals het een animatiefilm van DreamWork betaamt - daarnaast rekenen op een sterrencast voor het stemmenwerk. De jeugd zal het rommelige en op veilig spelende scenario waarschijnlijk een rotzorg zijn, terwijl de volwassen kijker zich wellicht wat kritischer zal opstellen.