Fast & Furious 7
Recensie

Fast & Furious 7 (2015)

Van Paul Walkers dood is bijzonder weinig te merken in dit zevende deel... tot het einde zich aandient.

in Recensies
Leestijd: 5 min
Regie: James Wan | Cast: Vin Diesel (Dominic Toretto), Paul Walker (Brian O'Conner), Michelle Rodriguez (Letty Ortiz), Jordana Brewster (Mia Toretto), Jason Statham (Deckard Shaw), e.a.| Speelduur: 137 minuten | Jaar: 2015

The Fast and the Furious is zonder twijfel een van de meest opvallende filmfranchises van deze eeuw. Wat ooit begon met een iets te duidelijk naar Point Break gemodelleerde maar niet onverdienstelijke film over straatracen, is in de voorbije veertien jaar uitgegroeid tot een uiterst lucratieve reeks die inmiddels al zeven films beslaat. Waar normaal gesproken de rek er na een paar delen wel uit is en weinig moeite meer wordt gedaan om nog enige vernieuwing aan te brengen, heeft deze serie zich na enkele matige films vanaf het vijfde deel bijzonder goed herpakt. Minstens zo bijzonder is dat de primaire cast van de eerste film die aanvankelijk snel verdween, terugkeerde voor het vierde deel en definitief bleef hangen, waarna ook diverse bijrolvertolkers uit eerdere delen een vaste plek kregen.

Een van die bijrolspelers is Sung Kang, wiens personage Han voor het eerst opdook in het derde deel, getiteld Tokyo Drift. Dat dit personage in die film overleed, weerhield de makers er niet van om hem te laten terugkeren in het vierde, vijfde en zesde deel, wat heeft gezorgd voor een ongewone chronologie die je niet snel zou verwachten bij een pretentieloze actiefilmreeks als deze. Tokyo Drift was bedoeld om de franchise in een nieuwe richting te sturen nadat hoofdrolspelers van het eerste uur Paul Walker en Vin Diesel hun heil elders hadden gezocht. Toen beide heren terugkwamen en de reeks kon terugkeren naar de basis, werd het Japanse uitstapje gelaten voor wat het was. Het werd echter nooit volledig genegeerd; diverse keren werd ernaar gehint dat Han vroeg of laat naar Tokyo zou gaan en tegen het einde van deel zes gebeurde dat eindelijk.

De epiloog van die film toonde opnieuw zijn fatale ongeluk, zij het ditmaal met wat aanvullende beelden. Leek Hans dood voorheen nog het gevolg van een uit de hand gelopen autoachtervolging, daar bleek het nu een bewuste botsing te zijn door niemand minder dan Jason Statham. De kale Brit speelt Deckard Shaw, de oudere broer van de schurk die in de vorige film werd uitgeschakeld door Dominic Toretto’s team (waar Han deel van uitmaakte). Hans dood is onderdeel van Shaws wraakplan dat ook de veiligheid van de rest van de ‘familie’ bedreigt. Helaas leidt dit ertoe dat de altijd zo genietbare Dwayne Johnson al redelijk vroeg in de film richting het ziekenhuis verdwijnt. Het publiek is zodoende het merendeel van de tijd overgeleverd aan een acteursensemble dat heel wat minder bedreven is in de tongue-in-cheek-humor die een in ongeloofwaardigheden verdrinkende film als deze nodig heeft.

Gelukkig is er een mooi lichtpuntje in de vorm van Kurt Russell als een aan Belgisch bier verslaafde overheidsagent die Toretto een helpende hand biedt. Voor wat hoort wat (en in deze reeks is een film blijkbaar nog altijd niet compleet zonder noodgedwongen samenwerking met een overheidsinstantie), dus mag het team van voormalige straatracers aan de bak om een hacker te bevrijden die een supersonisch cameratoezichtsysteem heeft ontwikkeld waarmee iedereen (dus ook Shaw) binnen enkele uren kan worden opgespoord. Over de morele kanten van deze missie wordt met geen woord gerept en van een leeghoofdige franchise als deze hoef je dat ook niet te verwachten, al zorgt het in een tijd waarin de Orwelliaanse praktijken van de NSA steeds meer aan het licht komen toch voor een nare bijsmaak wanneer een clubje rebelse helden de Amerikaanse overheid zonder enige tegenspraak een alziend oog overhandigen.

Waar het vijfde deel het straatracen links liet liggen om zich te ontpoppen tot een soort Ocean’s Eleven met auto’s, schakelt men in deze film nog een tandje verder naar een Mission: Impossible-achtige film. Vooral wanneer het team halverwege de film naar de Verenigde Arabische Emiraten afreist om daar op grote hoogte een infiltratiemissie uit te voeren, is de associatie onmogelijk te negeren. De avonturen van Ethan Hunt hebben zich nooit laten betrappen op realistische actiescènes, maar vergeleken bij die van Fast & Furious 7 laten ze zich haast bekijken als een documentaire. Vanaf het moment dat de eerste grote actiescène zich aandient, gaan direct alle natuurwetten het raam uit. De ridicule stunt uit 2 Fast 2 Furious waarbij met een auto een boot werd besprongen, zou in deze film niet hebben misstaan en een van de geloofwaardigste zijn geweest.

In dat opzicht is het veranderen van Hans doodsoorzaak exemplarisch voor de verandering die de reeks heeft doorgemaakt. Konden personages vier films geleden nog omkomen bij een auto-ongeluk, daar is dat inmiddels blijkbaar niet langer een optie. Zelfs wanneer twee auto’s met volle snelheid frontaal op elkaar inrijden, houdt men er niet meer dan een schrammetje aan over. Het is dan ook een grote opsteker dat de actie zo spectaculair is en vaardig in beeld wordt gebracht, want echt spannend wordt het nooit. Wat evenmin helpt is dat Shaw in het eerste uur wordt neergezet als een levensgevaarlijk individu (een vuistgevecht tussen Statham en Johnson is een waar hoogtepunt), waarna hij constant vanuit het niets opduikt en nauwelijks een deuk in een pakje boter weet te slaan.

Fast & Furious 7 is als productie stevig overschaduwd door de dood van Paul Walker. Naar verluidt was de acteur op het moment van overlijden pas halverwege de opnamen, waardoor men zich gedwongen zag toevlucht te nemen tot creatieve oplossingen, uiteenlopend van body doubles tot CGI. Die methoden hebben gewerkt, want bij het bekijken van de film is nauwelijks merkbaar dat een van de hoofdpersonen is weggevallen. Als je niet beter zou weten, zou je bijna denken dat Walker nog steeds in leven is. Bijna. Want helaas slaan de makers de plank nogal mis met een stroperig slotstuk dat overduidelijk is gecreëerd na Walkers dood. Het is een goedbedoelde hommage, maar in de context van de film valt zij nogal uit de toon. Het verlies van een hoofdpersoon is altijd spijtig, maar de film hoort te allen tijde voor te gaan.