Shanghai
Recensie

Shanghai (2010)

Japanse machthebbers, gangsters en Amerikaanse spionnen: in het Shanghai van Mikael Håfström is het helaas vooral een rommeltje.

in Recensies
Leestijd: 3 min 18 sec
Regie: Mikael Håfström | Cast: John Cusack (Paul Soames), Chow Yun-Fat (Anthony Lan-Ting), Gong Li (Anna Lan-Ting), Ken Watanabe (Tanaka), Jeffrey Dean Morgan (Connor), Franka Potente (Duitse spionne), e.a. | Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2010

Het is 1941. Aan de vooravond van het bombardement op Pearl Harbor vormt de Chinese stad Shanghai het strijdtoneel voor Japanse machthebbers, gangsters en Amerikaanse spionnen. De onderlinge spanning is constant voelbaar en op de hoek van elke straat liggen verraad en moord op de loer… Indrukwekkend hoor, die historische setting. Bij het publiek schep je dan hoge verwachtingen. Maar voor een film die zulke grootsheid belooft als zou je wensen dat er ook een regisseur was aangetrokken die weet hoe je een meeslepend verhaal moet vertellen. In Mikael Håfströms handen wordt het vooral een rommeltje in de grote stad.

Als je bedenkt dat Håfströms vorige film zich louter afspeelde in een kleine hotelkamer, is een groter contrast bijna niet mogelijk. Wellicht dat de regisseur beter uit de voeten kon met een dergelijke schaalgrootte, want was binnen de muren van die beperkte ruimte een prima thriller, met John Cusack als cynische schrijver in de hoofdrol. Voor werd de acteur wederom opgetrommeld om gestalte te geven aan het hoofdpersonage. Hij speelt Paul Soames, zo’n typisch filmnoirfiguur. Door middel van een gortdroge voice-over deelt hij zijn cynisme met de kijker, terwijl hij door de regenachtige straten slentert om de moord op zijn collega te onderzoeken.

Dat deze zaak veel voeten in de aarde heeft, is van meet af aan duidelijk. En omdat elke spion een dekmantel nodig heeft, moet Paul zich als journalist voordoen om zo de plaatselijke machthebbers te kunnen doorgronden. Hierbij stuit hij al snel op de Japanse inlichtingenofficier Tanaka, die een opvallende band heeft met Anthony Lan-Ting, een lokale gangsterbaas. Wanneer Paul een verhouding krijgt met Lan-Tings vrouw, de mysterieuze Anna, lijkt het oplossen van de moord steeds moeilijker te worden. Terwijl de sfeer in Shanghai alsmaar grimmiger wordt, komt hij voor een onvermijdelijke keuze te staan. Kiest Paul voor zichzelf of voor de liefde?

tekent een ontluikende liefde af tegen de achtergrond van een grote historische gebeurtenis en voegt daar een portie film noir aan toe. Een vergelijking met is dan bijna onvermijdelijk. En eigenlijk net zo overbodig: waar Michael Curtiz’ klassieker een monumentale klasse heeft bereikt door een perfecte samenballing van verschillende genre-elementen, zal door gebrek aan structuur en focus altijd in de schaduw van zijn voorbeeld blijven staan. Zelfs voor het melodramatische van Baz Luhrmann - ook zo’n romance in tijden van bombardement - doet Håfströms film onder. Hier geen snedige dialogen, maar saaie, langdradige scènes die elkaar in een onlogische volgorde opvolgen.

Pas wanneer het oorlogsgeweld de stad bereikt gaat de film in een hogere versnelling. Te midden van al die chaos en paniek valt echter wel een klein lichtpuntje te bespeuren. De tank die op een gegeven moment de straat inrijdt is één van de zeldzame originele roestbakken die ongeschonden uit de oorlog is gekomen. Het zegt iets over de waarde die de makers hechten aan authenticiteit, waardoor je als kijker wel móét geloven in de imposante sets en aankleding.

Toch wordt het slotstuk van de film nergens memorabel. Als kijker heb je daarvoor te weinig de kans gehad om mee te leven met de hoofdpersonages. Zonde, want de makers hadden voor wel degelijk een noemenswaardige cast tot hun beschikking. Naast Ken Watanabe, Gong Li en Chow Yun-Fat (respectievelijk geboren in Japan, China en Hongkong) wordt de cast gecomplementeerd met Jeffrey Dean Morgan, Franka Potente en David Morse, zij het in bescheiden bijrollen. Tussen John Cusack en Gong Li wil het echter maar niet vonken. Het is een kil samenspel dat elke geloofwaardigheid aan een serieuze liefde onttrekt. Om nog maar even die klassieker uit 1942 aan te halen: Paul Soames en Anna Lan-Ting zijn op z’n zachtst gezegd geen Rick Blaine en Ilsa Lund. Verre van.