Josh Brolin speelde onder meer in films als No Country for Old Men en W. In Sicario zet hij weer een compleet ander personage neer. FilmTotaal sprak met de acteur in Toronto tijdens het filmfestival over professionele jaloezie, magere tijden en de puzzelstukjes van een rol in elkaar leggen. Dit is overigens ons laatste interview in het kader van Sicario. Eerder spraken we nog met Emily Blunt en Benicio Del Toro.
Hoe benaderde jij dit personage?
"Op dezelfde manier als ik elke rol benader. Ik kijk naar alle elementen en alsnog weet je eigenlijk niks. Dus dan stel je veel vragen en dat doet Benicio [del Toro] ook. Ik werk vaak met hem samen dus ik ben gewend een rol op die manier te benaderen. Elk verhaal is nieuw en elk verhaal brengt zijn eigen obstakels. Een verhaal vertellen is een kunst met een structuur. Je probeert bij elkaar te puzzelen wat de meest effectieve en dynamische manier is om een verhaal te vertellen."
Hoe lang duurt het gewoonlijk als je begint met de opnames tot je een klik vindt met het personage dat je speelt?
"Bij mij gebeurt dat nooit. Vooral bij deze film. Misschien is dat nu het doel, om te leren dat het niet de bedoeling is om je comfortabel te voelen in een personage. Je begint te begrijpen waarom Daniel Day Lewis er twee jaar over doet om een rol te researchen voor hij begint met het spelen ervan. Dan denk je, oh zolang duurt dat dus. Hij kan het zich permitteren, ik niet en ik weiger dat zo te doen. Dus je gaat op een andere manier kijken hoe je het personage gaat vinden. En bij deze rol wist ik nooit zeker hoe deze persoon die ik speelde iets zou zeggen of doen. Ik was continue onzeker. Misschien kwam daar het lachje vandaan, dat het personage heeft. Misschien kwam dit voort uit mijn onzekerheid."
Is dat dan een goed iets om te voelen?
"Ik weet het niet, het is allemaal goed en allemaal fout. Het is nooit comfortabel, maar belangrijkste is een effectief eindresultaat. Dit klinkt zo dom, maar wat kan de voldoening zijn in het creëren van een creatief leven behalve het eindresultaat."
Hoe vind je het dan om jezelf terug te zien.
"Dat maakt me iet uit, het gaat erom of het werkte. Ik heb het ook wel eens niet goed zien uitpakken. Maar dat is het fijne van een goed verhaal. Everest was een geweldig verhaal, niet goed maar top. Als je dan trouw kan blijven aan de emotionele kern van het verhaal, zit je goed. Hetzelfde geldt voor Sicario. Het is een unieke versie van dit verhaal. Traffic was bijvoorbeeld compleet iets anders [binnen dit genre] en ik deed een paar jaar terug een film genaamd Cartel, die ook weer anders was. Ik ben zo blij dat we deze film op deze wijze hebben gemaakt. Ik zie het als dat we alle puzzelstukjes op tafel leggen en dan ga je kijken waar past dit stukje. Soms heb je een stukje waarvan je nog niet weet waar het gaat passen, maar alle elementen waren aanwezig. En Denis is het genie, of misschien geen genie [grappend] maar de man die binnenkomt en al die stukjes ziet en weet hoe je ze in elkaar moet leggen. Bijvoorbeeld door Johann [Johannsson] erbij te halen voor de muziek. Dat was geniaal, en die muziek behoort tot de beste die ik ooit heb gehoord. Een beetje zoals bij No Country [for Old Men] toen ze ervoor kozen om geen muziek te gebruiken. Dat was ook een belangrijke beslissing. Ik weet zeker dat er investeerders waren, die gek werden. En de Coens zeiden, laten we het gewoon zonder gaan doen. Daarom houd ik ervan om met mensen te werken die zo denken. En ik het geluk vaak de kans te hebben gekregen om dat te doen. Werken met mensen met een final cut, die de mogelijkheid hebben om te zeggen 'fuck it'."
Je werkt hierin voor de vijfde keer samen met cinematograaf Roger Deakins. En weer is zijn stijl zo anders.
"Juist omdat je elke keer een andere stijl ziet, heeft hij nog nooit een Oscar gewonnen. Dat is gewoon een grap, niet eens jammer maar gewoon een grap. Maar als je erover nadenkt, zie je de logica. Iemand kan definiërend zijn in zijn stijl, maar hij is als een regisseur en zegt: wat vraagt deze scène emotioneel. Je kan het vergelijken met het werk van een make up artiest. Kijk naar de oude films van Charles Laughton en je denkt, dat is zo opvallend goed gedaan. Maar ik vind zelf het subtiele werk nog knapper. Zoals wat Christien Tinsley deed tijdens Bush, dat was het beste dat ik op dat vlak heb gezien. Het was een subtiele neus, een beetje wenkbrauw, de oorlellen ietsje langer maken. Je ziet dat iets anders is, maar je gelooft het eindresultaat. Dat is krachtig en Roger doet dat ook zo."
Wat is de laatste keer dat je een film zag en dacht, die rol had ik willen spelen?
"Zo denk ik nooit, ik apprecieer goed acteerwerk altijd. Mijn versie daarvan is misschien dat ik mijn agent bel en vraag waarom wij niet zo'n film kunnen krijgen. Ik doe dat niet eens vaak. Ik heb geluk gehad want dat creëert afgunst en daar houd ik niet van. Ik zag Matt Damon in Good Will Hunting en ik had toen helemaal geen werk. Ik dacht: dit is echt goed. En hij heeft het ook nog geschreven, damn ik wil hem ontmoeten hij is geweldig. Of een film als Whiplash. Ik vond die geweldig, echt het einde. Ik voelde mezelf fysiek naar voren leunen om meer in de film te zitten. Het is geen perfecte film, maar het wekte iets op. Dat is een geweldig gevoel om te krijgen."
Is dat dan professionele jaloezie?
"Nee, want het is geen competitie. Of misschien wel. Dat ik een gezonde dosis competitie voel om de beste rol neer te zetten als ik eenmaal een rol te pakken heb. Maar niet waarom hij wel en ik niet. Daarvoor draai ik al te lang mee. Al meer dan dertig jaar. En ik weet hoe het is om geen werk te hebben en geen idee te hebben hoe ik het financiële jaar ga bolwerken. Nu heb ik dat niet dus daar ben ik dankbaar voor."
Hoe bleef je gemotiveerd in de tijden dat het minder ging?
"Het is interessant want ik zie veel mensen, een hele generatie die niet wil werken. Mijn kinderen zijn niet zo, maar ik zie het overal en ik snap er niks van. Die willen wel de baan, maar er niet voor werken. Echt? Dat kan toch niet. Ik begrijp het niet. In die periodes leerde ik door binnen mijn vak en pakte ik alles aan omdat ik geld nodig had. Daarin was ik erg gedisciplineerd. Gelukkig maakte ik vrienden die goed waren in wat ze deden en ik bleef maar vragen stellen. Ik ben verbaasd dat ze mijn vrienden bleven. Want ik bleef maar vragen stellen over alle soorten rollen. En dat was nodig, want ik speelde telkens iets anders. De reden dat ik acteur werd, was om verschillende rollen te kunnen spelen en toen werd het ineens noodzakelijk om alles te kunnen. Nu is het anders. Nu kan ik meer tijd investeren in het ontwikkelen van iets of produceren. Ik verdien nu genoeg dat ik me niet meer in een slechte financiële positie bevindt en die vrijheid heb."