Ziek zijn is helemaal geen ramp. Het komt en het gaat. Maar een griep die je thuis houdt net als Imagine is begonnen, dat is erg vervelend. En één van de redenen waarom er de afgelopen dagen niet elke dag een nieuw stuk is geplaatst over het festival. Toch heb ik voor het weekend nog kunnen genieten van de nieuwe locatie - Kriterion heeft toch een prettigere atmosfeer waar meer filmliefde van uitgaat dan Pathé Tuschinski Arthouse waar het festival in voorgaande jaren plaatsvond - en enkele films uit het Retro-Magieprogramma.
De begintitels van The House of the Devil doen aan zowel die van Quentin Tarantino als die van Rob Zombies The Devil's Rejects denken. Net als die films is The House of the Devil een ode aan minder bekende B-films en genrecinema, in dit geval de slasher en andere goedkope horrorfilms uit de jaren tachtig. Maar er is weinig goedkoops aan de meesterlijke spanningsopbouw in deze film - ook iets wat de film gemeen heeft met het werk van Tarantino: het bronmateriaal overstijgen. Niet dat The House of the Devil overigens vol zit met verwijzingen.
De ode zit hem in de stijl, met name het korrelige beeld, de cameravoering en de setting. Samantha Hughes is ergens in de jaren tachtig een studente die verlegen zit om geld en een baan als babysitter aanneemt. De eigenaar van het huis is echter een nogal vreemde man, en de sfeer van de film wordt steeds onheilspellender. Het is knap hoe regisseur Ti West de spanning rustig opvoert zonder dat er werkelijk iets gebeurt. Het is de kracht van de suggestie die je op het puntje van je stoel houdt, tot de gedenkwaardige climax. Een hoogtepunt is de enerverende scène waarin Samantha met een walkman op alleen door het huis danst. Geen wonder dat de film volgens The A.V. Club al tot het moderne Cult Canon behoort.
[rating 4]
Black Dynamite is een ode aan parodie op jaren zeventig blaxploitationfilms. Er worden geen grappen over het genre gemaakt, maar de meer maffe en belachelijke elementen van blaxploitationfilms zijn gewoon nog even een stuk opgevoerd en overdreven, net genoeg dat er ontzettend veel te lachen valt terwijl de liefde er nog steeds vanaf straalt. Net als bij The House of the Devil is het uiterlijk van de film een perfect nabootsing van hoe ze er vroeger uitzagen, niet alleen de gruis klopt maar ook het steeds geler wordende kleurpalet. De kleding, haarstijlen, decors en auto's zijn ook gepast, alsmede de funky muziek die klinkt alsof die zo in de jaren zeventig had gemaakt kunnen zijn.
We openen met hoofdpersoon Black Dynamite die drie vrouwen tegelijk bevredigt, maar als ze hem daarvoor bedanken zegt hij dat ze stil moeten zijn, omdat er nog andere vrouwen in het bed slapen. Gaandeweg ontrafelt hij een complot van 'The Man' tegen de zwarte bevolking en trekt hij daartegen ten strijde. Dit doet hij niet alleen met een pistool én een enorme revolver (net zoals die van Isaac Hayes in Truck Turner), hij is natuurlijk ook een kungfumeester met nunchaku's. Het is telkens dat extra laagje er bovenop dat Black Dynamite zo grappig maakt. De hoofdpersoon wordt bijgestaan door Bullhorn (een ode aan Dolemite) die alleen maar in rijmende oneliners praat. Er zijn mensen die zonder te kijken perfecte bochten maken met de auto, en auto's die om onverklaarbare redenen midden in de lucht ontploffen. Black Dynamite vindt precies de juiste, ludieke en hilarische toon.
[rating 4]