Als ik mn oren spits hoor ik het ruisen van de vliegtuigmotor ver boven het aardoppervlak ook. Voor de geluidsman is dit echter een grote aanwezigheid op zijn digitale recorder. En omdat het weghalen van vliegtuiggeluid uit een volledig shot praktisch onmogelijk is, wordt de opname gestopt tot het vliegtuig overgevlogen is.
Dit voorbeeld illustreert het belang van goed geluid; er moet liefst volledige stilte heersen in de studio wil de geluidsopname goed zijn, wanneer dit niet het geval is wordt er niet begonnen met de opname. Het gaat zelfs zo ver dat de branddeuren van de loods waarin de studio gehuisvest is gesloten moeten worden om geluid van de andere hallen buiten te sluiten. Ook staat er buiten de studio een rode lamp opgesteld die brandt wanneer er gedraaid wordt, zodat ook aan de andere kant van de deuren (bij de cateringkar) geen geluid geproduceerd wordt. Zodra deze lamp met de afstandsbediening ingeschakeld wordt, wordt er niks meer besproken, geen eten meer gegeten of passen gezet.
Het geluid in een studio is vrij goed controleerbaar, maar op locatie is dit een ander verhaal: rijdende autos, fietsers, pratende voorbijgangers, kerkklokken, etc. Alles verstoort de anders zo serene stilte, afgezien van de acteursstemmen en -bewegingen. Het lijkt misschien onnodig om een chauffeur te vragen of hij zijn motor uit wil schakelen, terwijl deze zich enkele tientallen meters van de set bevindt. Gehoord door de koptelefoon van de geluidsman is het echter volledig begrijpelijk: vooral dieselmotoren veroorzaken grote geluidsvervuiling. Het is dan ook geen wonder dat gedurende de opname overal mensen (waaronder productieassistenten zoals ik) rondrennen om stilte te creëren.
Stel je nu het volgende eens voor: Paramaribo, Suriname, midden op de dag (+30°C), opnames van Waldemar die in een huis aan de Zeekantweg een emotionele scène moet spelen, met stiltes. Het huis ligt naast een weg, waar vrijwel constant autos, brommers en voetgangers voorbijkomen (fietsen doen ze nauwelijks in Suriname). En dat is niet alles, er zijn natuurlijk ook nog de draaiende airconditioningsystemen die in elk huis te vinden zijn. Deze apparaten zoemen de gehele dag en geven een gigantische geluidsstoornis. Voeg daarbij het rumoer van voorbijgangers, autos, dieren, boten en toeschouwers toe en je hebt een geluidshel van de bovenste plank: Waldemar is amper te verstaan.
De oplossing hiervoor heet dubben, oftewel: nasynchronisatie. Stemmen en geluiden worden in de studio na de opnames opnieuw opgenomen en zo in de film gemonteerd dat de illusie van eenheid van tijd en plaats gewaarborgd blijft. Het is een stukje filmmagie dat, wanneer het echt goed gebeurt, door niemand opgemerkt zal worden. Het is daarom ook misschien wel het meest onopvallende element van de film, maar desalniettemin van zeer groot belang. Want niemand heeft er behoefte aan tijdens een vurige zoenscène tussen Waldemar en Rika plots de weekendbelevenissen van een paar crewleden te horen.