Filmtotaal Recensie
Regie: David Soren | Cast (stemmen): Ryan Reynolds/Waldemar Torenstra (Turbo), Paul Giamatti/Ruben van der Meer (Chet), Michael Peña/Javier Guzman (Tito), Samuel L. Jackson/Murth Mossel (Whiplash), Luis Guzman/Roué Verveer (Angelo), Snoop Dogg/Maurits 'Nega' Delchot (Smoove Move/Coole Kanjer), Michelle Rodriguez/Lieke van Lexmond (Paz), Bill Hader/Tony Neef (Guy Gagné), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2013
Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje, luidt het oude gezegde. Maar in film kan alles. Zo zagen we in Pixars instantklassieker Ratatouille hoe een rioolrat met een bijzonder ontwikkeld gevoel voor reuk en smaak het voor elkaar kreeg om in een Frans toprestaurant te werken. Het bleek een mooi uitgangspunt voor komische situaties en een pakkende moraal over ruimdenkendheid. Met Turbo lijkt de animatieafdeling van Dreamworks iets vergelijkbaars te willen doen. Ook hier wil een diertje iets schijnbaar onmogelijks, waarbij hij hulp krijgt van een mens die ondanks alles in hem gelooft. Jammer genoeg pakt het minder origineel en overtuigend uit dan Pixars film uit 2007, maar vermaken doet hij evengoed wel. Met name de eerste helft.
Je moet er ook maar op komen. Turbo gaat over een doodgewone huisslak die geobsedeerd is door racen. Meedoen aan de Indy 500, de grootste autorace in de Verenigde Staten, is wat hij het liefst zou willen. Turbo droom groot, veel te groot volgens de andere slakken. Maar wanneer hij per ongeluk in de motor van een getunede sportwagen wordt gezogen, verandert alles. Zijn ogen kunnen schijnen als koplampen, hij geeft een signaal af als hij achteruit glibbert en het belangrijkst: hij is razendsnel. Het feit dat hij nog steeds een slak is doet er niet toe, hij wil meeracen tussen de Indycars.