Het is onderhand een traditie dat jaarlijks twee films worden uitgebracht met een vergelijkbare opzet. Vorig jaar kregen we twee actiefilms waarin het Witte Huis werd aangevallen, het jaar daarvoor twee producties gebaseerd op het sprookje van Sneeuwwitje, het jaar daarvoor twee romantische komedies met hoofdpersonen die platonische seks boven een relatie verkiezen en zo kunnen we nog vele jaren teruggaan in de filmgeschiedenis. Deze traditie wordt vrolijk voortgezet in 2014, dat ons twee films over de Griekse halfgod Hercules brengt. Bij dit soort tweelingfilms geldt meestal dat de eerste het succesvolst is, maar lang niet altijd de beste. In de haast om als eerste de bioscoop te bereiken gaat namelijk vaak een hoop kwaliteit verloren. The Legend of Hercules is daar een duidelijk voorbeeld van. Door zijn clichématige plot en ongeïnspireerde regie zal de volgende Herculesfilm maar weinig hoeven doen om deze te overtroeven.
Twee films over Hercules, het voelt als overcompensatie voor het gegeven dat deze halfgod sinds de gelijknamige Disneyfilm uit 1997 niet meer op het witte doek te zien is geweest. Opvallend, want door het succes van Gladiator is Hollywood volop in de Klassieke Oudheid gedoken, waardoor andere mythologische godenzonen als Achilles, Perseus en Theseus hun krijgskunsten al mochten vertonen in respectievelijk Troy, Clash of the Titans en Immortals. Qua verhaal is The Legend of Hercules een samenraapsel van elementen uit die drie films, terwijl voor de visuele stijl de kunst is afgekeken bij 300 en de televisieserie Spartacus. Die laatste diende blijkbaar ook als inspiratiebron voor het plot, want van de hoofdpersoon is een gladiator met een persoonlijke missie gemaakt. Het oorspronkelijke verhaal van Hercules (of eigenlijk Herakles, zoals zijn eigenlijke Griekse naam luidt) en zijn twaalf werken was schijnbaar niet interessant genoeg
Net als in Clash of the Titans en Immortals hebben we te maken met een uitverkoren held die de zoon van oppergod Zeus blijkt te zijn. Hoewel het bestaan van de Griekse goden daarmee al in de eerste tien minuten wordt erkend, schitteren de Olympusbewoners in de rest van de film door afwezigheid. Datzelfde geldt voor de vele monsters die de held in de mythen te bevechten had, al komt de leeuw van Nemea heel even voorbij als eenvoudig te overwinnen obstakel. The Legend of Hercules zoekt het duidelijk minder in de fantasyhoek dan zijn genregenoten, maar heeft moeite een kant te kiezen. Spijtig, want Troy liet zien dat het prima mogelijk is een Griekse mythe te verfilmen waarvan de goddelijke elementen uit het verhaal zijn geschrapt en de afkomst van de held in het midden wordt gelaten.
In tegenstelling tot Perseus en Theseus groeit Hercules niet op tussen eenvoudige stervelingen maar onder het dak van de oorlogszuchtige koning. Wanneer die een huwelijk arrangeert tussen Hercules oudere halfbroer en een prinses op wie onze held zijn oog heeft laten vallen, zorgt dat uiteraard voor gerommel in het paleis. Hercules wordt daarom met een klein garnizoen soldaten ten strijde gestuurd en in de val gelokt. Na te zijn verkocht als slaaf, wordt hij omgeschoold tot gladiator (wat blijkbaar gebruikelijk is in films, getuige het recente 47 Ronin). Deze ontwikkelingen hebben weinig om het lijf, maar zijn een hele verademing na het romantische gedweep in het eerste halfuur, waarin de dialogen dusdanig knullig zijn dat je zou denken dat George Lucas ze heeft geschreven.
Hoewel de film niet gebaat is bij de oninteressante hoofdrol van Kellan Lutz, mag worden betwijfeld in hoeverre die daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden. Het script biedt hem immers bar weinig om mee te werken aangezien alle ontwikkelingen er in een hoog tempo doorheen worden gejaagd. Zelden wordt langer dan tien seconden ergens bij stilgestaan. Een eerste keer vechten voor je leven in een modderige arena zou een interessant keerpunt moeten zijn voor een prins die is opgegroeid in een paleis, maar Hercules laat het allemaal gelaten over zich heenkomen. Zelfs wanneer hij zich moet bewijzen tegen zes ongeslagen kampioenen, weet hij dit zich zonder enige moeite binnen een minuut klaar te spelen. En dan is de film ook nog zo laf om de enige vrouwelijke gladiator in dit zestal niet te laten doden door de held, maar verstrikt te laten raken in haar eigen net
Maar ondanks alles is The Legend of Hercules niet het volkomen waardeloze prulwerk waar sommigen het voor aanzien. De aankleding is prima, de actie degelijk in beeld gebracht (zij het geheel bloedeloos) en er is vooral gefilmd op locaties en sets in plaats van voor het in dit soort films steeds gebruikelijkere green screen. Voor een lomp actiespektakel weet The Legend of Hercules zich nog best aardig van zijn taak te kwijten. Zolang je niet verwacht iets nieuws te zien, niet rekent op iets dat zal beklijven en niet de illusie koestert dat het maar enigszins op de Griekse mythe lijkt, kan het er allemaal net mee door. Maar met minder dan zes maanden tot de volgende Herculesfilm te gaan, is het misschien maar beter je geld daarvoor te bewaren.