Al in 2007 ontstond bij regisseur David Michôd en goede vriend en acteur Joel Edgerton (Warrior) het idee voor The Rover. Initieel bedacht als regiedebuut voor Edgertons broer Nash, schreven zij een verhaal vol achtervolgingen, passend bij Nash' carrière als stuntman. Na gezamenlijk het basisidee op papier te hebben gezet, werkte Michôd het verhaal verder uit. Naarmate hij vorderde, voelde hij zich er steeds meer bij betrokken. Uiteindelijk heeft Michôd het script zelf verfilmd. Een goede keuze, want juist door Michôds regie is The Rover een krachtig drama geworden.
The Rover speelt zich af in de Australische outback van de nabije toekomst. Tien jaar na de ineenstorting van Australische economie is het land in een staat van chaos. De grote steden lijken de orde nog te kunnen handhaven, maar de outback is veranderd in het Wilde Westen. Misdaad tiert er welig en mensen verschuilen zich in hun huizen. Het weinige contact beperkt zich tot het uitwisselen van goederen en diensten, die niet allemaal even ethisch verantwoord zijn.
Zoals velen heeft ook voormalig boer Eric na de Ineenstorting veel verloren. Vastberaden probeert hij zich vast te houden aan het weinige dat hij nog heeft. Als zijn auto gestolen wordt, zet hij dan ook verbeten de achtervolging in. Het is een klopjacht die gezien de setting wel iets weg heeft van een voorloper van Mad Max. Pearce is sterk in zijn zwijgzame rol, maar het is Pattinson, als het bendelid Rey dat Eric op sleeptouw neemt, die de meeste indruk maakt. Met allerlei maniertjes geeft hij geloofwaardig gestalte aan de verstandelijk beperkte jongen die de situatie eigenlijk niet helemaal begrijpt. Het is een optreden waarmee hij zijn Twilight-imago definitief achter zich laat.
Michôd schetst een grimmig toekomstbeeld, maar het staat niet eens zo heel ver van ons af. Ook nu wankelen westerse economieën en kloppen nieuwe economische grootmachten aan de deur. Het sterke is dat Michôd deze situatie voornamelijk visueel uitwerkt en daar ook de tijd voor neemt. Nergens laat hij de personages uitleggen hoe de vork in de steel zit, en dat maakt de situatie des te geloofwaardiger. Het stoffige landschap van de outback speelt hierin een grote rol. Niet eerder waren de wegen zo leeg en de aanliggende dorpjes zo verlaten. Als Eric uitkijkt over een verlaten mijn wordt duidelijk dat zelfs de laatste bronnen van Australië letterlijk zijn uitgeput.
Maar waar Michôd voornamelijk voor waarschuwt, is het moreel verval. Elk besef van normen en waarden is allang verdwenen en overal waar mensen met elkaar in contact komen is de dreiging van geweld voelbaar. Hun levens zijn minder waard dan de goederen die uitgewisseld worden. Dat is ook de grootste angst van Eric. Terwijl hij zich aan de ene kant gedwongen ziet dit wrede spel mee te spelen, moet hij tegelijkertijd toezien hoe dit zelfs de relatief onschuldige Rey begint te beïnvloeden. Met name de scène waarin Rey zachtjes met een onzinnig popliedje meezingt, doet beseffen dat hij ondanks de situatie niet veel meer is dan een verdwaald kind. Het is treffend drama dat Michôd subtiel, maar tegelijkertijd keihard weet neer te zetten.