Het Nieuwe Rijksmuseum: De Film
Recensie

Het Nieuwe Rijksmuseum: De Film (2014)

Een nieuwe invalshoek op de prijswinnende documentaire. Met vaart en veel humor gemonteerd, zonder afbreuk te doen aan de schoonheid der kunsten.

in Recensies
Leestijd: 3 min 24 sec
Regie: Oeke Hoogendijk | Speelduur: 127 minuten | Jaar: 2014

Het leven van een filmrecensent gaat echt niet altijd over rozen, maar kent ook vele voorrechten. Het Nieuwe Rijksmuseum: De Film beleefde zijn perspremière in het auditorium van... het nieuwe Rijksmuseum. Zie dat maar eens te weerstaan. Het gebouw van de mooiste kunstcollectie van de Lage Landen heeft bijna tien jaar in puin gelegen om in april 2013, veel later en veel duurder dan gepland, grandioos geopend te worden. De sores omtrent de verbouwing werd al eens uitvoerig belicht in de documentaire die werd bekroond met een Nipkowschijf en de Speciale Juryprijs op het Nederlands Film Festival. Wat voegt een bioscoopfilm dan nog toe? Een heleboel, want iets wat mooi is en tot op het bot ontroert kan niet genoeg de hemel in worden geprezen.

De documentaire die vorig jaar in vier delen werd uitgezonden door de NTR wordt echt niet nog even dunnetjes overgedaan. Wat er allemaal mis en ook goed ging, komt zeker aan bod, maar het accent zit in de twee uur van het avondvullende progamma vooral achter de schermen. In de eerste helft wordt alle ellende nog eens vluchtig aangestipt. De fietsersbond die in alle staten was dat het Spaanse architectenduo het in hun botte hersens had gehaald om de fietsers aan weerszijde van de doorgang onder het museum te laten trappen. Het was uitgerekend dit omstreden plan waarmee de architecten hun opdracht binnensleepten. Directeur Ronald de Leeuw vindt het allemaal maar puriteinse calvinistische onzin. Het project duurt hem allemaal te lang en als hij bij uitstel haast afstel vreest pakt hij zijn biezen naar Wenen om plaats te maken voor de huidige baas Wim Pijbes. En dan was er nog eens de financiële strop die dreigde en de welstandscommissie van het Amsterdamse stadsdeel dat dwars ging liggen. De verbouwing van het majestueuze gebouw van Pierre Cuypers, die ook het Centraal Station ontwierp, ging niet bepaald van een leien dakje. In de tweede helft wordt met deze kennis in het achterhoofd de verdieping opgezocht.

Regisseuse Oeke Hoogendijk tentoonspreidt door slimme montages en een goed gekozen soundtrack een prachtig gevoel voor humor. Hilarisch zijn de uitlatingen van De Leeuw die hardop droomt over een verhuizing naar de Oostenrijkse hoofdstad en een scène later zijn ontslag aankondigt. Hij wordt hiermee neergezet als enigszins snobistisch, hautain en als een ijdeltuit, maar blijft toch ook menselijk in zijn ongeduld en ambities. Vervolgens ontketent zich een koningsstrijd om de positie, waarbij vooral één zelfingenomen en net iets te zekere curator openlijk en zonder gêne lonkt naar het nieuwe baantje. Als een paar minuten later Wim Pijbes zijn aanstellingsspeech oreert staat de verliezer met strakgespannen gezicht aan de zijlijn. Charmant en begeesterend is de missie van curator nummer twee die probeert twee imposante Japanse houten beelden naar Amsterdam te krijgen. Zijn collega, curator nummer drie tot slot, ratelt maar door over de schoonheid van een prachtig interieur dat ooit de muren van hoofdstedelijk grachtenpand tooide en nu in een kil saai depot in Lelystad wordt opgeknapt. Het liefst zou hij in zo’n huis willen wonen. Zijn gezever wordt steeds meer overstemd door de muziek van componist Maurice Horsthuis. Soms kun je ook doorschieten in je geestdrift, wil Hoogendijk ons meegeven.

De filmmaakster serveert haar twee uur durende documentaire met veel vaart en humor en deinst er niet voor terug om het aan te pakken als een smeuïge soap compleet met obligate cliffhangers. Maar Het Nieuwe Rijksmuseum: De Film is meer dan dat. Zonder effectbejag is het een prachtig portret van de mensen die aan het roer stonden van het omvangrijke project en als een David de veel sterkere Goliath van regeltjes, tegenstrijdige belangen en publieke opinie bevechten. Het toont ook een ongebreidelde passie voor de kunst en een niet aflatend respect voor het pand van Cuypers. Het herboren Rijksmuseum nadert de perfectie en dit prachtige document waarvan de tijd voorbij vliegt, onderstreept dat nog maar eens. Maar omdat elke recensent en zeker bovengetekende altijd wel iets te zeuren heeft: Pijbes moet echt wat doen aan die hele foute spatie in het logo!