Verhitte taferelen in een Londense keuken. Niet alleen de potten en pannen staan te borrelen. Het is ook een enorme mierenhoop van een chef, souschefs, keukenpersoneel en bediening. En dan is er ook nog het temperamentvolle karakter van sterrenkok Adam Jones. Voor hem geldt het credo seks, eten en rock n roll. Het is een behoorlijk opvliegend baasje, dat graag de controle houdt. Als zaken niet gaan zoals hij wenst dan deinst Adam niet terug voor rigoureuze maatregelen. Een mislukte kookavond zorgt voor gratis dineren de dag erop. Gelijk een sterke promotieactie voor zijn nieuwe toprestaurant. Adam is bovendien niet bang om onaardig gevonden te worden. Als een echte Gordon Ramsay kaffert hij zijn personeel uit, dat uit leergierigheid maar slaafs voor hem blijft werken. Maar wellicht is Adam nog wel het meest kritisch op zichzelf.
Burnt van August: Osage County-regisseur John Wells begint met een opeenstapeling van clichés en zet zichzelf hiermee subiet op een enorme achterstand die niet meer ingelopen kan worden. Bradley Cooper speelt de eigengereide topchef om wie het allemaal draait. Hij is een getormenteerd man die zichzelf flink in de weg heeft gelopen. Een hedonistisch verleden van drank, drugs en vrouwen heeft alles wat hem lief was hem ontnomen. De voormalig vrouwenverslinder met uitstekende smaakpapillen heeft zelfs een tijd in de bak gezeten. Hoe dat verleden er nu precies heeft uitgezien wordt door Wells nauwelijks uit de doeken gedaan. Kennelijk met het doel om vooruit te kijken, maar het gebrek aan kennis over het verleden breekt de kijker snel op. We moeten er maar op vertrouwen dat het een chaotische en heftige toestand was. Het verleden werkt door in het heden en Jones probeert zich een weg terug naar de top te kokkerellen, met als ultieme kers op de zelfgebakken taart een zwik Michelinsterren.
Van een innovatief plot moet dit lichtvoetige drama het overduidelijk niet hebben. Wells trekt de ontelbare makken nog recht door een geweldige cast, waarbij hoofdrolspeler Bradley Cooper met zijn goed getroffen mix van arrogantie, charme en doorzettingsvermogen de show steelt. Hij wordt prettig bijgestaan door Sienna Miller, die een succesvol souschef en alleenstaand moeder speelt die door Jones wordt weggekaapt bij haar huidige werkgever en Omar Sy, een Frans kookwonder dat ooit met Jones samenwerkte en nog wel een appeltje met hem te schillen heeft. Hier tegenover staan wat minder geslaagde vertolkingen van onder anderen Daniel Brühl als de restaurateur die Jones zijn keuken aanbiedt en concurrent en een immer briljante maar veel te kleine rol van Emma Thompson die een laf subplotje mag invullen. De personages van Burnt zijn zo schematisch ingevuld dat hun functie en doel van meet af aan duidelijk zijn. Het is hierdoor dan ook eenvoudig te voorspellen welke kant Wells op stuurt. Er liggen dan ook weinig aangename verrassingen in het verschiet en Burnt kachelt in gemoedelijk tempo naar een bevredigend einde, inclusief een mini plottwist.
Dit is wel een drama dat niet met een lege maag moet worden aanschouwd. Er worden namelijk de smakelijkste gerechten in beeld bereid waar je van gaat watertanden. Kennelijk bereidden de acteurs zelf hun voedsel en lopen er echte chefs als figuranten door het beeld. Hadden Wells en zijn scenarist Steven Knight, die toch niet de minste titels op zijn naam heeft staan, maar net zoveel precisie betracht bij het vormgeven van de personages en het uitstippelen van hun verhaal. Eigenlijk is het met het heerlijke voedsel in beeld net als met Burnt als geheel: het frustreert dat je er niet bij kan.