De Amerikaanse acteur Al Pacino is één van de grootheden van Hollywood. Sinds de jaren '70 is de acteur niet weg te denken uit het filmlandschap. Het duurde echter opvallend lang voordat hij wist samen te werken met mede-icoon Martin Scorsese. Waarom is dat eigenlijk?

Martin Scorsese heeft misschien wel de meeste maffia-gerelateerde films gemaakt in de afgelopen 30 jaar. De The Departed-regisseur heeft altijd grote namen aan zijn projecten weten te verbinden. Denk hierbij aan acteurs zoals Robert De Niro, Leonardo Di Caprio en Harvey Keitel.

The Godfather
Het duurde echter opmerkelijk lang voordat Scorsese een samenwerking wist te strikken met de enige echte 'Michael Corleone', ofwel Al Pacino. De twee waren topspelers in hetzelfde genre maar wisten pas met The Irishman in 2019 tot een samenwerking te komen.

Al Pacino brak internationaal door met The Godfather-reeks waarin hij de hoofdrol vertolkte. Zijn vertolking van Tony Montana in Brian de Palma's Scarface kroonde hem uiteindelijk definitief tot de meest gewilde 'crimineel' van Hollywood en maakte hem een echte wereldster.

Onbereikbaar
Tijdens een Q&A op het AFI Fest in 2019 gaf Scorsese uitleg waarom het zo lang duurde voordat de twee grootheden elkaar op de filmset konden treffen.

Volgens de regisseur was Al Pacino na de release van The Godfather zo immens populair geworden dat hij niet meer bereikbaar was om hem te casten in zijn eigen films.

Pas toen de carrière van Al Pacino in een matiger tempo ging lopen, wist Scorsese hem te benaderen voor een filmrol. En wat voor een.

Scorsese wist Al Pacino, Robert De Niro en Joe Pesci te strikken voor The Irishman. De film werd lovend ontvangen en wist maar liefst 10 Oscarnominaties in de wacht te slepen.

The Irishman valt hier te bekijken op Netflix. Hieronder tref je de gehele Q&A met Martin Scorsese: