Acteur Ewan McGregor keert volgend jaar terug als Obi-Wan Kenobi in een televisieserie voor Disney+. Het is de eerste keer sinds hij in 2005 te zien was in Revenge of the Sith dat hij dat doet.

Tijdens een interview met The Hollywood Reporter, ging de acteur in op het vele gebruik van visuele effecten in de prequelfilms. Dat vond hij maar niets.

Te veel VFX
De prequelfilms leunden steeds meer op het gebruik van VFX, "omdat George [Lucas] van technologie houdt en ervan houdt grenzen te verleggen op dat gebied. Hij wilde meer en meer controle over wat we op de achtergrond te zien krijgen."

Tegen de tijd dat men bezig was met de laatste film, was het te veel voor de acteur. "Na drie of vier maanden daarvan, wordt het enorm vervelend, vooral als de scènes bepaald niet - en ik wil niet bot zijn - Shakespeariaans zijn. Er zit niets in het dialoog waar je echt in kan graven dat bevredigend is als je geen omgeving om je heen hebt. Het was echt moeilijk om te doen."

Met de televisieserie waarin McGregor te zien is, wordt alles anders. Daarin wordt namelijk gebruik gemaakt van dezelfde technologie waar men bij The Mandalorian op leunde, StageCraft. Dat bestaat uit grote schermen die omgevingen projecteren, waardoor er minder VFX-werk verricht hoeft te worden en acteurs zich ook aanwezig voelen op de plek waar de scène zich afspeelt.