[header]Roger Corman's beste werk als regisseur dateert uit de jaren zestig toen de Edgar Allan Poe verfilmingen Pit and the Pendulum, The Masque of the Red Death en House of Usher het levenslicht zagen. Mede dankzij het kleurrijke, experimentele camerawerk van Nicolas Roeg is vooral The Masque of the Red Death dé aanrader tijdens het retrospectief op het AFFF.[/header]In 1955 debuteert Roger Corman (1926) als regisseur met Swamp Women over een groep ontsnapte vrouwelijke gedetineerden in een stinkend moerasland. Precies 55 films later brengt Corman in 1990 zijn laatste door hemzelf geregisseerde film naar het witte doek: Frankenstein Unbound. Daartussen liggen films met prachtige titels als Attack of the Crab Monsters, Gas-s-s-s en The Saga of the Viking Women and Their Voyage to the Waters of the Great Sea Serpent. Allemaal lowbudget, maar de man wist altijd zoveel uit een laag budget te halen dat de films er zonder uitzondering beter uitzagen dan dat je op basis van de schamele productiekosten zou vermoeden.
Zijn beste werk als regisseur maakte Corman in de jaren zestig met de Edgar Allan Poe verfilmingen Pit and the Pendulum, The Masque of the Red Death en House of Usher. Mede dankzij het kleurrijke, experimentele camerawerk van Nicolas Roeg is vooral The Masque of the Red Death dé aanrader tijdens dit retrospectief. Naast de horrorfilms zijn verder vermeldenswaardig de zwarte komedie The Little Shop of Horrors met Jack Nicholson en The Trip, een film over een LSD-trip van Peter Fonda, die precies is wat de slogan belooft: 'A big thrill in a little pill'. Met weinig budget en een heel dun script wordt de trip van Fonda vooral in de tweede helft van de film effectief verbeeld als hij de straten afschuimt in de veronderstelling te worden achtervolgd door de politie.
Toch zal de inmiddels tachtigjarige Roger Corman vooral worden herinnerd als de man die filmmakers de kans gaf (én geeft, want Resident Evil-regisseur Paul W.S. Anderson filmt op dit moment het door Corman geproduceerde Deathrace 3000) om met weinig geld iets te maken. Zo doen jonge regisseurs ervaring op die broodnodig is om het vak onder de knie te krijgen. Tegen Martin Scorsese zei Corman ooit: "Je moet zorgen dat je eerste akte heel sterk is, zodat de mensen weten waar de film over gaat, en de laatste akte moet goed zijn zodat mensen weten hoe het verhaal afloopt. Daar tussen in maakt het eigenlijk niet uit wat je doet."
Naast Scorsese, voor wie Corman in 1972 Boxcar Bertha produceerde, hebben uiteenlopende filmmakers en acteurs onder zijn hoede een kans gekregen, onder wie Jonathan Demme (Caged Heat), Jack Nicholson (The Little Shop of Horrors) en Francis Ford Coppola (Dementia 13). Dit jaar zal het aantal door hem geproduceerde films het fabelachtige getal van 375 bereiken. Veruit de meerderheid daarvan kan geclassificeerd worden als horror of exploitatieve actie, want dat is nu eenmaal zijn handelsmerk. Op de flaptekst van het door Corman geproduceerde The Arena met Pam Grier als aantrekkelijke slaaf van de Romeinen, staat de film aangeprezen als "het prototype van wat Corman de wereld instuurt: een klassiek populair thema met daaraan toegevoegd een portie seks en actie."
Ook als acteur komt hij nog wel eens opdraven in films van regisseurs aan wiens filmische wieg hij stond. Zo is Corman te zien als senator in The Godfather II van Coppola en als FBI-agent in The Silence of the Lambs van Demme. Dit jaar is deze koning van de B-film eindelijk gestrikt door het AFFF, waar hij tijdens de openingsavond zijn Lifetime Achievement Award in ontvangst zal nemen uit handen van festivaldirecteur Jan Doense. Van plan te stoppen met het filmvak is de oude baas nog geenszins, dus op naar de volgende 375!