Acteur Mike Weerts (De Bende van Oss, Borgman, Het Bombardement) nam het initiatief voor de film en stortte zich als debuterend coproducent (kieM Films) met ziel en zaligheid op de verwezenlijking van zijn droomproject. Het rond krijgen van de financiering bleek echter een harde noot om te kraken. Regisseur Frank Lammers (Michiel de Ruyter, Nachtrit, De Marathon) en producenten IJswater Films en Pellicola hielpen hem daarbij, maar ook zij liepen tegen de beperkingen van het Nederlandse financierings- en distributiesysteem aan. Van opgeven wilde het Brabantse duo Weerts en Lammers echter niet weten. Het resultaat van hun volhardendheid is vanaf deze week te zien in de bioscoop.
Mike, het idee voor deze film ontstond in een periode dat je je creatief ongelukkig voelde. Wat voor fase was dat?
Mike: "Ik kwam al snel na mijn toneelopleiding in Voetbalvrouwen terecht. Een prachtige kans en hartstikke leuk, maar heel commercieel. Daar is op zich niets mis mee, maar het beperkt je doorgroeimogelijkheden. Ik kwam alleen nog maar in aanraking met rollen die qua gelaagdheid te wensen overlieten. Ik had het gevoel dat ik stagneerde. Een psychologische karakterrol was er nog niet van gekomen. Rond mijn dertigste dacht ik: 'op deze manier hoeft het niet per se. Hiervoor ben ik geen acteur geworden'. Mijn vrouw zei: 'Jezus, wat zit je toch te zeiken, ga een boek kopen, ga inspiratie opdoen, ga iets schrijven. Maak dan zélf iets'. En prompt zag ik in de boekwinkel Of Ik Gek Ben liggen en dacht ik: 'als ik het niet ben, dan word ik het wel'. Ik ben gaan lezen en rond pagina vijftig had ik mijn agent al aan de telefoon en zei: 'ik heb hier iets in handen en ik denk dat ik daar een film van wil maken.'"
Je besloot toen zelf de kar te gaan trekken. Hoe is dat gegaan?
Mike: "Ik ben meteen gaan nadenken wie de film zou moeten regisseren. Ik heb iemand nodig die mij naar een hoger plan kan tillen. Ik heb met regisseurs gewerkt die op hun eigen manier allemaal heel erg goed zijn, maar rasechte filmregisseurs spreken toch een andere taal dan acteurs merk ik. Ik heb echt een acteursregisseur nodig. Ik dacht: 'misschien moet ik out of the box denken om dit project voor elkaar te krijgen'. Toen kwam Frank bij me op omdat ik net De Bende van Oss met hem had gedaan. Ik vond hem dramaturgisch heel sterk en zag hem regelmatig collega-acteurs wat influisteren. Ook mij heeft hij een aantal keer geholpen. 'Die zegt wel goede dingen,' dacht ik, 'laat ik op hem inzetten'. Ik heb hem het boek gegeven en de volgende dag belde hij op dat hij akkoord was."
Ging het inderdaad zo makkelijk Frank?
Frank: "Ik liep al langer rond met het idee om te regisseren en ik kreeg ook steeds vaker de vraag wanneer ik nou eens een keer ging regisseren, maar ik ben niet iemand die daar heel erg naar gaat handelen. Ik had al wel wat theater en korte films geregisseerd en stadionconcerten voor Guus Meeuwis. Mijn training had ik al gehad om het zo maar te zeggen. Kennelijk zit ik zo in elkaar dat als iemand opbelt, ik al gauw denk: 'dan zal het wel zo zijn'. Ik heb het boek gelezen en vond het praktisch uitermate verfilmbaar omdat tachtig procent zich in een kliniek afspeelt. Voor Nederlandse begrippen is dat goed te behappen en voor een debuutfilm is dat ook wel prettig. Bovendien intrigeerden de personages me wel, dus toen dacht ik: 'oké, ik doe het, maar dan ga ik het ook zelf schrijven'."
En dat niet alleen. Jullie hebben ook de financiering zelf geregeld. Hoe is dat gegaan?
Mike: "Als Brabanders hadden we beiden meteen het idee om zoveel mogelijk geld uit Brabant te halen. Vanaf het begin heb ik zitten nadenken over crowdfunding en waarom dat vaak niet werkt. Je moet namelijk echt binding hebben met het onderwerp of de mensen. Frank is een soort burgemeester van Brabant en ik ben inmiddels ook wel bekend in de provincie, dus ik dacht: we hebben samen een groot netwerk, laten we daar gebruik van maken. Toen zijn we gewoon begonnen en hebben we uiteindelijk een grote subsidie van het Brabants cultuurfonds in de wacht gesleept."
Frank: "Ik zei meteen tegen Mike: 'we gaan dat geld in Brabant halen. Daar is helemaal geen crisis.' En dat is uiteindelijk ook nog gelukt. Dat vind ik wel stoer aan het hele project. We hebben alles anders ingestoken."
Waarom op deze manier?
Mike: "Het is enorm ingewikkeld om in Nederland een film te maken. Dat vind ik best wel heftig. Er zijn natuurlijk fondsen, maar die hebben allemaal hun eigen regels en wetten. We hebben bijvoorbeeld geen realiseringsbijdrage van het Filmfonds gekregen omdat zij niet helemaal achter de inhoud stonden. Ze hebben ons uiteindelijk wel gesteund door een ontwikkelingsbijdrage toe te kennen, maar je merkt dat je als creatieveling heel erg je plan moet verdedigen. Dat sommige dingen waarvan wij dachten dat die klopten, werden afgeschoten. Dat een commissie zegt: wij vinden dat niet goed. Ik vind dat toch typisch. Dat de mening van een paar buitenstaanders zo doorslaggevend kan zijn."
Frank: "Ik snap dat het best ingewikkeld is en dat er financiële risico's zijn, maar het is ook wel een vastgeroest systeem. Ik wil dingen altijd anders doen. Ik heb regisseurs zien lijden onder het systeem en dan denk ik: 'dat moet toch ook anders kunnen.'"
En ging dat naar wens? Of hebben jullie toch compromissen moeten sluiten?
Mike: "Nee, we hebben geen compromissen gesloten. Dat hadden we misschien moeten doen om een realiseringsbijdrage van het Filmfonds te krijgen, maar dan hadden we het script moeten aanpassen en dat wilden we niet. Frank was daar heel volhardend in."
Frank: "Je moet heel erg je poot stijf houden om je te verdedigen tegen allerlei aanvallen van buitenaf op je film. Het is best een heftige film, dat snap ik ook wel, maar die wilde ik graag maken. En dat ligt moeilijk. En dan moet je heel veel viewings houden en dan gaan heel veel mensen er wat over zeggen, wat ik prima vind. Wat ik geleerd heb, is dat je vijf minuten moet luisteren en dat de drie kwartier daarna volstrekt zinloos zijn. Dan gaat iedereen elkaar napraten en dat levert helemaal niks meer op."
En dan is de film af en krijg je slecht nieuws te horen.
Mike: "In maart kwam September Film doodleuk op de proppen met het feit dat ze hem niet meer in de bioscoop wilden uitbrengen. Ze durfden geen risico-investering te doen, omdat ze dachten dat er te weinig mensen naartoe zouden gaan. Dat is hun goed recht, maar het is gek dat ze dat op het laatste moment meedelen. Gelukkig zijn we daar verder goed uitgekomen. We hebben de rechten teruggekregen en daarna ben ik zelf bioscopen gaan benaderen. Het blijkt allemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Je Googlet gewoon op 'programmeur' en 'Concordia Enschede' of wat dan ook en je belt op. En als je een goed verhaal hebt en de programmeur ziet heil in de film, word je toch gedraaid."
Jullie hebben de distributeurs ontmanteld!
Mike: "Hahaha. Ze hebben het niet voor niets zo moeilijk. En het wordt nog veel erger als die VPF's [virtual print fees, red.] gaan verdwijnen. Er zijn waarschijnlijk nog wel meer bioscopen die de film willen programmeren, maar ons P&A-budget [Prints & Advertising, red.] is gering, dus op een gegeven moment hield het op. Overigens was het nooit gelukt zonder Marc Bary van IJswater Films die Waterfront Film Distribution nieuw leven inblies om de film te verspreiden."
Terug naar de film zelf. Is het erg om het boek niet gelezen te hebben?
Frank: "Het is de eerste boekverfilming waarbij het boek precies even goed is als de film. Heel grappig. We hebben ze nagemeten."
Zonder gekheid. Hebben jullie veel veranderd?
Frank: "Het eind is anders en ik ben er ook wel op los gaan fantaseren. Ik dacht echt iets heel geks te hebben verzonnen door nog meer kunst in die kliniek te hangen en door de directrice verslaafd te maken aan seks en kunst. Na het schrijven van het script kwam ik in een echte tbs-kliniek en die hing barstensvol kunst. En de directrice kwam op hoge hakken naar beneden in een Filippa K jurk en toen dacht ik "WTF? Dit had ik toch verzonnen?" En de ironie is dat ik me tegenover allerlei instanties moest verantwoorden over het realiteitsgehalte van deze film. Dat is dus veel hoger dan je denkt."
Mike: "Het eind in het boek is wat Amerikaanser, dat vonden wij een beetje zonde. Ons einde is heftiger."
Mike, jij hebt je laten ontvallen dat het draaiproces niet altijd even leuk was.
Mike: "Frank en ik hebben een paar keer lijnrecht tegenover elkaar gestaan met behoorlijke stemverheffing. Frank is een persoon met een heel uitgesproken mening. Ik bewonder hem als acteur en inmiddels ook als regisseur, maar hij neemt geen blad voor de mond. Daarom had ik hem ook gevraagd. Ik ben niet iemand die je moet aaien. Dat werkt niet zo goed bij mij. Hoe harder je tegen me aanschopt, hoe beter ik ga presteren. En hij doet dat. Ik was bijna vergeten dat acteren echt heel hard werken is en dat je nooit mag stoppen met denken. Soms nam ik wel eens dingen voor lief. Hij strafte dat meteen af. Hij heeft mij echt opnieuw aangezet. Ik ben op een andere manier en vanuit een andere visie gaan spelen. Ik ben hem daar ontzettend dankbaar voor."
Frank: "Ik vraag veel van mijn cast. Zo heb ik er zelf ook altijd ingestaan. Ik denk dat ik heel goed weet wat de acteurs denken of voelen. Hoe kwetsbaar ze zijn. Waar ze zitten in het proces. Bij sommige acteurs moet je er meer aan trekken dan bij andere. Dat is nou eenmaal zo. Voor Mike was dit een heel heftig proces denk ik. Een hoofdrol spelen is echt wat anders dan drie dagen komen en je dingetje doen. Hij moet gewoon van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat scherp zijn. En dat moet je leren. Daar heb ik hem bij geholpen en dat is niet altijd even leuk. Dan moest het nog een keer en nog een keer en nog een keer. Maar ik ben heel trots op het resultaat. Dat heeft hij goed gedaan."
Hoe heb jij je voorbereid, Frank?
Frank: "Voor een deel was het bluf. Als je het niet probeert, dan weet je het niet. Ik denk dat iedereen meer kan dan hij denkt, maar mensen durven het niet uit te proberen. Ik dacht: 'ik ga dit doen, we zien wel waar het schip strandt'. Ik had het zelf geschreven en dat is een heel groot deel van je voorbereiding. Want daarin doe je research en maak je een beeld in je hoofd. Vervolgens denk je er nog heel veel over na, ga je er met je acteurs en art director over praten en probeer je hun talenten er ook bij te betrekken. Daardoor krijg je een nieuwe versie in je hoofd die beter is dan wat je zelf kunt verzinnen. Mijn fantasie is één, maar mijn fantasie plus die van anderen is duizend keer rijker. Dan wordt het echt een gezamenlijk kunstwerk."
Kun je een voorbeeld geven?
Frank: "Die tekening in de cel van Benjamin, die daar in stukjes is opgeplakt, is gemaakt door een productieassistente omdat bleek dat zij dat kon. Ook haar kwaliteiten zijn dan benut. Je hoeft niet alles zelf te verzinnen. Nergens voor nodig. Ik heb me dus gedegen voorbereid, maar tegelijkertijd een open mind gehouden richting de input van anderen. Veel crewleden waren verbaasd dat ze zoveel vrijheid kregen, want sommige regisseurs staan nogal rigide op de set. Dat hoeft niet. Er zijn een heleboel dingen waar ik geen verstand van heb. Godzijdank. Dat zorgt ervoor dat de mensen die er wel verstand van hebben ook hun fantasie gebruiken."
Je hebt een fantastische cast om je heen verzameld. Met de meesten heb je al eens samengewerkt. Zijn dat vriendendiensten geweest?
Frank: "Daar wil ik wel iets over zeggen. Dit is hun normale gage, maar veel acteurs zullen dat anders zien. Die leven buiten de realiteit, met name hun agenten. Ik stem mijn gage altijd af op het budget van wat ik aan het doen ben. Of het een commerciële film is of niet. Dus je kunt hier wel de volle mep vragen, maar dat kost je of een goede tegenspeler of een mooi decor, want het geld moet dan ergens anders weer weg. Ik vind dat we onze mensen zeer redelijk tot goed betaald hebben. Verder ben ik er trots op dat ze hebben meegedaan. Dat ze blijkbaar genoeg vertrouwen in me hadden om dit avontuur aan te gaan."
Hoe heb je ze ingepalmd?
Frank: "Ik heb ze veel vrijheid gegeven en ze daarin laten zoeken. Ook weet ik wat hun comfortzone is. Ik heb ze daar bewust weggehouden om het interessanter te maken. Ik heb gezocht naar wie dit nou echt leuk zou vinden om te spelen. Daar zitten wel grappige verhalen aan vast. Ik vroeg Fedja [van Huêt, red.] of hij een morsige of een hippe rechercheur wilde spelen. 'Morsig, morsig', zei hij meteen, maar dat lukt gewoon niet met hem, daar is hij veel te knap voor. En Monique [Hendrickx, red.] speelt altijd getormenteerde vrouwen, maar nooit iets met heel veel seks. Dus dit was voor haar ook te gek om te doen. En als je Maarten [Heijmans, red.] belt en tegen hem zegt dat hij een geflipte Noord-Afrikaan mag spelen die poedeltje naakt mensen in elkaar timmert met hockeysticks, dan hoeft ie ook niet lang na te denken. Fantastische scène trouwens. Erg trots op."
Wat willen jullie dat de kijker meekrijgt van deze film?
Mike: "Ik hoop dat de film iets met de kijkers doet en dat ze erover napraten. In de bios merk ik vaak dat als de film afgelopen is, men het al gauw over andere dingen heeft: 'wat ga jij morgen doen? Moet jij morgen ook om half negen beginnen?' Dan denk ik: 'Jezus, het gaat erin en eruit. Vooral omdat de film geen aanspraak doet op iets wat dieper gaat dan het algemene. En dat zijn dan toch de blockbusters, de mainstreamfilms. Of Ik Gek Ben zit een beetje tussen arthouse en mainstream in. Ik vind hem op een bepaalde manier sexy en vernieuwend. Ik bespeur een soort Trainspotting-gevoel. Ik wil hem daar niet mee vergelijken, maar dat was wel een film waarvan iedereen dacht: 'wow, wat is dit voor een trip?'. Ik hoop dat mensen deze film ook ervaren als een soort trip. Dat ze uit de bios komen en zeggen: 'What the fuck heb ik gezien?' En dat tot ze doordringt dat de mens niet volmaakt is. Dat we dat nou maar eens eindelijk beseffen. Iedereen maakt fouten."
Frank: "Wij zijn gewend alles helemaal uitgeserveerd te krijgen. Zo werkt het volgens mij niet. Je moet bij deze film even je best doen en dat is bewust. Je gaat mee in Benjamins hoofd. In het begin zit je in zijn verwarring en probeer je te achterhalen hoe het gebeurd is. Voor Benjamin is niets duidelijk, dat is het probleem. Hij wordt keer op keer beschuldigd. Zelfs zijn ouders en vrienden geloven niet in zijn onschuld. Twee jaar lang denk hij: 'fuck off, ik heb niets gedaan'. Maar het derde jaar denkt hij: 'Wat nou als ze gelijk hebben? Ik denk dat als je lang genoeg tegen iemand aanpraat, hij alles gelooft.
Daarna wordt het rustiger. Kijkt het ook rustiger. En aan het eind ontploft de boel weer. En ontplof je als kijker ook. Je volgt dus eigenlijk hetzelfde pad als Benjamin. Het is een proces. Hij praat met mensen, hij sluit vriendschap, er gebeuren dingen om hem heen. Neem die scène dat Maarten flipt in die gymzaal en die gemolesteerde vrouw onder Benjamins ogen wordt weggedragen. Dat triggert iets bij hem. Voor het eerst zie je hem echt nadenken over wat ie gedaan heeft. Net als bij sommige psychotherapieën wordt hij geconfronteerd met het resultaat van geweld. De grap is dat het heel lang gegaan is of die scène er niet uit mocht. Dat vond ik verbijsterend."
Want het is een sleutelmoment?
Frank: "Voor mij wel ja. Je ziet heel veel geweld in films, maar je ziet eigenlijk nooit de uitkomst. Op het moment dat je dat ziet, raken mensen in paniek. En daar gaat het nou om. Ik probeer mensen te begrijpen zonder ze te veroordelen. Dat vind ik belangrijk. Wij oordelen allemaal maar de hele tijd. Daar moeten we mee ophouden. Waarom doet iemand iets vreselijks? Waarom heeft iemand daar geen spijt van? Daar zit altijd een verhaal achter. Ik praat niks goed en verdedig niemand, maar ik probeer te begrijpen wat er gebeurd is. En ik probeer dat inzichtelijk te maken aan het eind van de film. Want als het goed is, stelt deze film je de vraag: 'waar zouden mijn grenzen liggen? Ben ik onkreukbaar?' Ik denk het niet. Ik denk dat we allemaal een grens hebben. En dat die te overschrijden is en dat je dan dingen gaat doen waarvan je eigenlijk dacht dat je die nooit zou doen."
Trailer Of Ik Gek Ben: