Oda Jaune is binnen kunstkringen zeer bekend vanwege haar vaak schilderijen. Ze verscheen als jonge vrouw op het toneel toen ze trouwde met de bekende kunstenaar Jörg Immendorff, die haar ontmoette toen hij haar les gaf aan de Kunstakademie Düsseldorf. Omdat hij dertig jaar ouder was en zij jong en beeldschoon, deed het nogal wat stof opwaaien. 12 jaar later heeft ze haar eigen plek verworven met haar uitgesproken werken en won ze In 2012 de Pierre Cardin Prijs voor beste schilder, een belangrijke onderscheiding binnen deze wereld.
Kamilla Pfeffer kreeg voor haar documentaire Who is Oda Jaune toegang tot de afgesloten wereld waarin Oda leeft. Pfeffer mocht haar in haar atelier filmen, waar ze werkte aan nieuwe doeken en daarnaast interviewen. De stukjes interview en observatie wisselen elkaar af, aangevuld met een aantal mensen die haar werk hebben gekocht en vertellen waarom ze dit werk zo interessant vonden dat ze het wilden hebben of wat haar werk bij hun oproept.
Zelf was ik niet bekend met Oda Jaune, dus ik moest wel even naar Wikipedia om te begrijpen waar ze het in de documentaire over hadden. Zo wordt haar man amper genoemd en wordt er van de kijker geacht op de hoogte te zijn, dat ze met Jörg Immendorff getrouwd was en dat dit huwelijk een paar jaar terug op de klippen liep. Jaune vertelt niet gestructureerd over haar leven. Ze dwaalt telkens af naar gevoelens. Alles vertelt ze giebelend met een onschuldige pret, terwijl haar werken juist donker zijn. Een van de geinterviewden vat het samen als dat ze zich uitleeft in haar werk en dat zonder deze uitlaatklep ze een zeer gestoord persoon zou zijn.
Van wat we als kijker te zien krijgen, zien we iemand die dat al is. Ze zegt altijd gelukkig te zijn en vertelt met een dromerige glimlach op haar gezicht wat haar favoriete sprookje is. Het sprookje begint normaal maar loopt met tien zinnen naargeestig af. Maar de dromerige glimlach blijft op haar gezicht. Er lijkt iets traumatisch te zijn gebeurd in haar jeugd, want ze vertelt over het haten van het veranderen van haar lichaam als tiener en zich vanbinnen nog steeds tien te voelen. De mooiste leeftijd zegt ze lachend. Ze praat ook over schoonheid als iets abstracts. Ze hoort vaak dat ze mooi is, maar zelf ziet ze het niet. Ze probeert enkel schoon te zijn en het ideaal na te leven van schoonheid dat in haar eigen hoofd zit.
Oda Jaune is zeker een fascinerend karakter, die je meteen weet te boeien met haar charisma. Het verschil tussen haar kinderlijke manier van doen en confronterende schilderijen is enorm en zorgt ervoor dat je meer wil weten over deze vrouw. Maar elke keer als je het idee hebt, dat je misschien iets te weten komt over de echte Oda Jaune, stelt de filmmaker een 'makkelijke' vraag, waardoor Jaune weer kan afdwalen met haar dromerige prietpraat. De filmmaker blijft je met deze manier van doen keer op keer frustreren. Het lijkt alsof Pfeffer bang was, dat als ze te diep zou gaan Jaune ermee zou kappen. De interviews tussendoor hadden ook echt niet gehoeven. Jaune's werk spreekt al voor zich, het is de vrouw waar je meer over te weten wil komen en wat haar zo beschadigd heeft, dat ze zich zo opstelt. Of je zou het perspectief van een vriend of familie willen horen, niet vreemden die interessant doen over waar ze haar kunstwerk hebben gekocht.
Misschien deed Pfeffer het om de speelduur wat op te krikken, want na een uurtje houdt de film plots op. Dit gebeurt net na een laatste interviewreeks, waarin Jaune zelf ietsje meer vertelt over haar huwelijk en emotioneel wordt. Maar Pfeffer vraagt opnieuw niet door ondanks dat dit het moment is, dat Jaune er voor open lijkt te staan. Je denkt als kijker, dat we nu ergens komen. Misschien dat hierna duidelijk wordt wat deze vrouw zo heeft geraakt en verstoord in het leven. Maar dan komt de aftiteling in beeld en vraag je je nog steeds af wie Oda Jaune nu eigenlijk is.
[rating 2]
Berlinale 2016: 'Who is Oda Jaune'
Oppervlakkig portret van een fascinerende kunstenares.