Bij Indiase cinema denkt men in het westen vaak alleen aan de kleurrijke zang en dans van Bollywood. Zoals ik al aangaf vorig jaar in mijn recensie van Gangs of Wasseypur (lees hier) bestaat alleen de industrie van Bollywood uit al meer dan die musicals waar het bekend om staat, en is daarnaast India een enorm groot land met vele lokale filmtradities buiten Mumbai. Dit is te zien op het IFFR met meerdere titels uit verschillende windrichtingen van het Indiase subcontinent. Twee daarvan zijn Qissa en Siddharth (daarover morgen meer), die allebei een heel ander India laten zien dan de Bollywoodfilms die af en toe in selecte Pathé bioscopen draaien. Waar overigens niks mis mee is, maar deze variatie is welkom.
Qissa was vorige week woensdag de officiële openingsfilm van het festival. Het is de tweede film van Anup Singh, die twaalf jaar geleden in Rotterdam debuteerde met The Name of a River. Vervolgens kon Singh jarenlang geen producent vinden om geld te stoppen in zijn script voor Qissa; het verhaal was te duister en de achtergrond te provocerend. Pas toen hij steun kreeg van het Hubert Bals Fonds raakten anderen geïnteresseerd. Die achtergrond is de deelstaat Punjab ten tijde van het onafhankelijk worden van India in 1947. India en Pakistan werden opgesplitst, er vielen talloze doden en hele volksstammen werden ontheemd op basis van religie.
Umber is een Sikh uit Pakistan die na golven van geweld alles moet achterlaten en met zijn vrouw en drie dochters naar India vlucht. Daar bouwen ze een nieuw bestaan op, maar Umber wil koste wat kost een zoon hebben. Als zijn vierde kind weer een meisje blijkt te zijn, besluit hij net te doen alsof ze een jongen is en haar zodanig op te voeden. Dit lukt hem redelijk, maar als zijn 'zoon' gaat trouwen heeft dat uiteraard gevolgen. Anup Singh zocht naar een manier om het geweld en de consequenties van de verdeling van India op een intieme manier weer te geven, en is daar prachtig in geslaagd. De vader herhaalt het hem aangedane geweld op zijn familie. Hij is zijn oude identiteit verloren en wil via een zoon een nieuwe creëren. Een jongen net als hem, waarmee de familielijn kan voortgezet worden en hij zo blijft voortleven na zijn dood. Maar voor de creatie van die identiteit vernietigt hij een andere: die van zijn dochter.
Singh castte internationale ster Irrfan Khan (Life of Pi, Slumdog Millionaire) om dit patriarchale kwaad liefdevol en zachtaardig zijn gewelddaden te laten plegen. Na The Lunch Box (die in december nog in de Nederlandse filmhuizen draaide) wederom een glansrol van Khan, die met zijn ogen zijn ziel en de strijd die daarin woelt prachtig naar buiten projecteert. Singh trok dat idee door naar de visuele stijl en verpakte zijn allegorie voor de gewelddadige creatie van modern India en het geweld dat vrouwen toen en nu nog steeds wordt aangedaan in mooie, zachte pastelkleuren (vooral veel varianten op geel) en een fijne, ritmische montage. Één van de beste films op het festival tot nu toe.
[rating 4.5]
Kijk tijdens het festival op de speciale IFFR 2014 pagina voor meer verslaggeving.