Gisteren heeft de European Audiovisual Observatory bekend gemaakt hoeveel geld er in totaal is verdiend in de Europese box office in 2012. Dat bleek een absoluut record te zijn: 8,5 miljard dollar, ofwel een kleine 6,47 miljard euro. En dat terwijl de Europese Unie een flinke recessie doormaakt, waarin de verkopen over het algemeen zijn gedaald.

De cijfers lieten zien dat er in 2012 maar liefst 933,3 miljoen bioscoopkaartjes verkocht werden. Dat is 2,2 procent minder dan in 2011, maar de hogere prijzen van kaartjes (voortkomend uit een grotere hoeveelheid 3D-films, waar extra voor betaald moet worden) hebben dat verschil tenietgedaan.

Verder bleek dat Hollywood-films nog altijd domineren op de Europese bioscoopschermen. In totaal waren Amerikaanse producties goed voor 62,8% van de totale kaartverkoop van vorig jaar, 1% meer dan in 2011. De grootste verkoper was Ice Age: Continental Drift, dat 31,4 miljoen kaartjes verkocht in Europa.

Maar het aandeel van Europese films is gegroeid, grotendeels dankzij Sam Mendes James Bond-film Skyfall, dat in Europa 44,4 miljoen kaartjes verkocht. De enige andere Europese titel in de top 10 van 2012 is de Franse comedy Intouchables. In totaal ging er maar liefst 24 miljoen keer een kaartje voor deze film over de toonbank.

Intouchables eindigde net achter The Hobbit: An Unexpected Journey, maar voor The Avengers. Verder deden ook Taken 2 (met 10,4 miljoen verkochte kaartjes) en The Impossible (met 6,5 miljoen kaartjes) het goed.

In totaal kochten Europese bioscoopgangers 313 miljoen kaartjes voor Europese films in 2012, maar liefst twaalf procent meer dan 2011. Maar, dit positieve nieuws maskeert natuurlijk de invloed van de eurocrisis op de verkoop van bioscoopkaartjes.

De kaartverkoop voor bioscopen daalde bovenal in het zuiden van Europa. In Italië daalde de kaartverkoop met tien procent, in Griekenland met 6,7 procent, in Portugal met 12 procent. In Spanje daalde de kaartverkoop met vijf procent, maar dat had veel erger kunnen zijn als The Impossible daar niet gedraaid had. De Spaanse productie wist maar liefst 54 miljoen dollar in dat land te verdienen.

Verder daalde ook het aantal verkochte kaartjes in Frankrijk, waar zich het grootste bioscooppubliek van Europa bevindt. Daar daalde de kaartverkoop met 6,3 procent ten opzichte van 2011, naar 203,4 miljoen verkochte kaartjes.

Landen waar er meer kaartjes werden verkocht zijn Duitsland (4,3 procent), Finland (19,7 procent) en Roemenië (15,4 procent). In het Verenigd Koninkrijk bleef de kaartverkoop gelijk ten opzichte van 2011. In Nederland steeg het bioscoopbezoek maar een klein beetje ten opzichte van 2011, met 0,6 procent. Meer daarover kun je in dit artikel lezen.