Het is wellicht geen onbekend verhaal. Hollywood zou zonder inspiratie zitten, een feit waarvoor de enorme hoeveelheid prequels, sequels, remakes en boekverfilmingen waarvan we voorzien worden als bewijs dient. In maart 2010 was het aantal niet-originele producties waaraan gewerkt werd meer dan 75. Zo gaat het al een tijdje in Hollywood, dat na honderd jaar film dus in een inspiratiecrisis belandt lijkt te zijn. Dit is ook een van de redenen die ten grondslag ligt aan de opmerking van filmcritici dat Bollywood, het centrum van de Indiase filmindustrie, de nieuwe hoop zou zijn. Die roep werd zelfs sterker toen in 2009 de film Slumdog Millionaire (2008) de Oscar voor de Beste Film en zeven andere Oscars won. (Smit, 2009) Ondanks het gebrek aan banden met Bollywood de film speelt zich af in Bombay, en een groot deel van de cast en crew was afkomstig uit de stad zou dit het begin van het tijdperk van de Bollywood-film in hebben geluid.
Het is echter maar de vraag in hoeverre Bollywood er klaar voor is de heerschappij over de filmwereld op zich te nemen. Hollywood kampt met een inspiratieprobleem, terwijl Bollywood een veel groter probleem lijkt te hebben. Er lijkt een kopieercultuur te zijn ontstaan in Bollywood, die zich voornamelijk laat inspireren door films gemaakt in Hollywood. Hoe zit het met de verhouding tussen Hollywood en Bollywood, en welke oorzaken liggen ten grondslag aan het originaliteitsprobleem dat in India een rol lijkt te spelen?
Bollywoods escapisme
Voordat er gekeken kan worden naar de originaliteit van Bollywood, is het van belang de achtergrond onder de loep te nemen. Vier jaar nadat de Gebroeders Lumière hun revolutionaire cinematograaf ontwikkelden, begon de filmindustrie in India al. In 1899 werd namelijk de eerste korte film geproduceerd, hetzij buiten Bombay. De Indiase filmindustrie is dan ook veel groter dan enkel die van Bombay, of zoals de stad ondertussen ook bekend staat, dan Bollywood. Echter, het gebruik van de naam Bollywood blijkt dubbel. Enerzijds is het een samentrekking van Hollywood, het hart van de Amerikaanse film en Bombay, de grootste Indiase stad. Anderzijds is de benaming ondertussen net als Hollywood dat voor Amerika is, uitgegroeid tot een begrip dat de volledige Indiase filmindustrie omvat. Uit de cijfers blijkt wel dat het anders zit in India. Gemiddeld komen er per jaar zon 1.000 films per jaar uit in India, waarvan er 200 in Bombay worden gemaakt. De rest van die films komen uit andere steden, zoals Telugu, Malayalam en Bengali. (Corliss, Bollywood FAQs, 2003)
Meestal volgt een Indiase film een boy-meets-girl verhaallijn, waarbij er een groot obstakel overwonnen moet worden om toch samen te kunnen zijn. De films kennen bijna altijd een happy end, waarbij de held zelden sterft. Er is dus vaak een eenvoudige, maar emotionele en dramatische verhaallijn, die gecombineerd wordt met veel zang en dansnummers. Die nummers worden ingezongen door vaste zangers, zoals de zusters Mangeshkar. Zij produceerden in hun zestigjarige carrière al zon 50.000 verschillende nummers. Dat de liedjes vaak door vaste zangers ingezongen worden betekent dat de acteurs vaak playbacken, waarbij ze wel hun eigen danswerk doen. Die dansnummers zijn vaak erg energiek, kleurrijk en visueel erg sterk. (Ranjan, 2011)
Volgens Chander Lall, advocaat van twee grote Amerikaanse filmstudios, wordt de Indiase cinema daarnaast gekenmerkt door escapisme. Bollywood bracht vroeger enkel escapisme. De films werden gedreven door glamour en een sterrencast en het plot deed er niet toe. Met de komst van de moderne bioscoop en een steeds veeleisender publiek is dat veranderd. Het publiek wil nu nieuwe verhalen, maar het probleem is dat Bollywood geen traditie heeft waarin zij originele scenarios aflevert, zo vertelt hij tijdens een interview met de Sunday Times. (Blakely, 2009)
Honderdjarige hegemonie
Ondanks dat de Indiase filmindustrie elf jaar langer bestaat dan de Amerikaanse, bleek Hollywood tot 2004 te sterk. Sinds dat jaar is Bollywood namelijk leidend wat betreft het aantal kijkers. Het gemiddelde jaarlijkse bereik van de totale Bollywood-productie ligt namelijk op maar liefst drie miljard mensen. Dit is waarschijnlijk deels te wijten aan het feit dat de films vaak een herkenbaar gegeven behandelen, zoals de eerder genoemde boy-meets-girl verhaallijn. Films die een dergelijk verhaal tonen zijn immers erg toegankelijk en vinden vaak een breed publiek. De films die Hollywood produceert hebben tegenover het publiek van Bollywood een bereik van slechts 2,6 miljard mensen. Als er gekeken wordt naar de winstcijfers van beide industrieën is die van Hollywood nog altijd het grootste. (Woke, 2007)
In 2010 verdiende Bollywood in totaal 3,4 miljard dollar. Dat bedrag valt in het niet vergeleken met de winst van individuele filmstudios in Hollywood. Zo verdiende Walt Disney Studios in 2010 tweemaal zoveel als Bollywood in totaal binnenhaalde. Daarnaast is er bijvoorbeeld een film als Avatar (2009), van regisseur James Cameron. Die film verdiende meer dan 2,7 miljard dollar met de wereldwijde verkoop van bioscoopkaartjes. Dat is meer dan de 1,75 miljard dollar die Bollywood in 2006 in totaal verdiende. (Woke, 2007)
De oorzaken voor dit verschil in inkomsten zijn deels te vinden in de prijs van een bioscoopkaartje in India, die ligt namelijk op 1,8 dollar. In Amerika is die prijs vijfmaal zo hoog, en daar komt bij 3-d films waarvan er nu veel worden gemaakt vaak nog twee dollar bovenop. De hoofdoorzaak ligt waarschijnlijk in de zeer efficiënte winstmachine van Hollywood. Deze draait bovenal op het merchandiseprincipe. Veel van het geld dat de studiobonzen uiteindelijk in hun achterzak kunnen stoppen komt namelijk uit de verkoop van bijvoorbeeld posters, actiefiguren, DVDs en andere filmgerelateerde zaken. In Bollywood blijkt dit ook zo te werken, maar liggen de prijzen beduidend lager. Esmeralda Hendrix, schrijfster voor Mosaïek en ervaringsdeskundige omschrijft het als volgt. Waar Hollywood goedkoop produceert en vaak haar producten ook met een hoog prijskaartje verkoopt pakt Bollywood dit anders aan. Daar liggen de verkoopprijzen ook laag, waardoor er weinig verdiend wordt met de verkoop van merchandise. Ook speelt namaak een enorme rol in de Bollywoodcultuur. Veel DVDs en CDs worden niet verkocht in een mooi hoesje, maar in een plastic zakje met een geprinte cover. Dat dit kan in landen waar Bollywood groot is, is volgens haar vooral te wijten aan het functioneren van de overheden.
De belangstelling voor Bollywood-films blijkt dus gezien het aantal kijkers groot te zijn en de winstmachine komt steeds meer op gang. Echter, de zogenaamde Bollycats, Bollywood-remakes van films, zouden de hegemonie van India in de filmwereld wel eens in de weg kunnen staan.
Plagiaat
Onder druk van een steeds kritischere doelgroep neemt de druk op de Indiase filmmaker om een origineel werk uit te brengen toe. Gezien het feit dat geldschieters vaak mensen uit de Indiase onderwereld zijn, en de toegang tot de beproefde Hollywood-formules relatief eenvoudig is, is het voor de Indiase filmmaker verleidelijk om beproefde formules gewoon te kopiëren. We hebben een zeer sterke creatieve cultuur, met een solide set van literaire werken, vertelt Taran Adarsh, filmcriticus bij een Indiaas vakblad. Maar als je een reeds geschreven scenario hebt liggen, dat enkel nog vertaald hoeft te worden, waarom dan geen gebruik maken van de gelegenheid? (Blakely, 2009)
Waar het in de praktijk op neer blijkt te komen is dat er met enige regelmaat een in Hollywood gemaakte film gekopieerd wordt om in India op de markt te brengen. Hierbij gaat het zover dat de filmmakers het niet zien als plagiaat, maar eerder als een hommage aan de originelen. Die hommage is niet, zoals bij regisseur Quentin Tarantino vaak het geval is, een verwijzing naar een oudere film, maar is in sommige gevallen een shot-voor-shot remake van het origineel. Het zou bij sommige van die reproducties zelfs zo zijn dat de regisseur tijdens de opnames continu kijkt naar het origineel, om zo een perfecte remake te maken. Hier wordt natuurlijk wel een Bollywoodstijl gehanteerd, met veel dans en muziek.
Door een film te kopiëren ontwijken de Bollywoodproducenten de hoge kosten die gepaard gaan met de preproductie van een film. Soms blijkt die formule zelfs enorm succesvol. Zo is er de film Ghajini (2008), die een kopie is van de in 2002 uitgebrachte Amerikaanse film Memento. Ghajini was de eerste Bollywoodfilm die meer dan een miljard roepies (12,5 miljoen dollar) opbracht in de Indiase box-office. Dit soort succesverhalen sterken de traditie om een Hollywood-film te kopiëren alleen maar.
Adarsh, de filmcriticus, stelt zelfs dat maar liefst 60% van de films die uitgebracht worden in Bollywood een remake zijn van een oude Indiase film, of van een Hollywood-film. Waar gesproken wordt van een weinig origineel Hollywood blijkt dat dus ook voor Bollywood te gelden. Vandaag zijn schrijvers enkel vertalers, aldus Adarsh. Mensen nemen verhalen, personages, plotpunten, situaties en zelfs de exacte compositie van shots over. Ze zeggen dat ze geïnspireerd werden door Hollywood, maar in hun hart weten ze dat ze Hollywood gekopieerd hebben. (Banerjee, 2003)
Komal Nata, redacteur van het Indiase filmtijdschrift Film Information, stelt dat het gebrek aan originaliteit vooral ligt aan de manier waarop Indiase films geproduceerd worden. Aandacht wordt besteed aan de kostuumontwerper, de acteurs, maar niet de schrijver, die de ruggengraat van de film vormt. Het verkeert in een zielige staat. Niemand wil tijd besteden aan het creatieve proces. (Banerjee, 2003)
Hoop aan de horizon
Het hiervoor geschetste beeld neigt naar een verhaal over plagiaat. Waar Hollywood ondertussen vervallen is in het maken van remakes, prequels en sequels, blijkt dat er in India toch hoop aan de horizon gloort. Amol Palekar, een Indiase acteur en regisseur aan het woord: Het is onzekerheid die de mensen tot plagiaat dwingt, niet een gebrek aan materiaal. We hebben een overvloed aan fascinerende literatuur. We lezen onze klassiekers niet en blijven niet in contact met de eigen literatuur. We zien alleen wat ons in de ogen staart en dat is Hollywood, met zijn glans en glamour. We hebben onze visie en ons lef verloren en experimenteren daarom niet meer. We willen alleen nog op het grote scherm zien wat we op video hebben gezien. Nieuwe ideeën zijn riskante experimenten. Dus iedereen die originele films kan maken zit thuis, zonder werk. (Banerjee, 2003)
Zoals uit de uitspraak van Adarsh bleek, is 40% van de gemaakte Bollywood-films wél een origineel werk, dat niet gebaseerd is op een film die al gemaakt is. Daarnaast zitten er elk jaar tussen die 1.000 films die Bollywood produceert wel een aantal pareltjes verscholen en kent de industrie haar eigen supersterren. Zo is er de actrice Madhuri Dixit, die gedurende de jaren 80 en 90 iedere keer weer volle zalen wist te trekken. (Ranjan, 2011)
Het streven zou dus wellicht moeten zijn om van Bollywood eerst een financieel gezonde industrie te maken. Op dit moment is maar liefst 95% van de films die er wordt uitgebracht een flop. (Woke, 2007) Het is die ogenschijnlijke zekerheid dat een film niet zal slagen die de filmmakers ertoe beweegt beproefde Hollywood-formules te gebruiken. Amerikaanse productiemaatschappijen geven vaak miljoenen uit aan onderzoek naar publieksreacties, om zo te zien of een film aanslaat. Als het proefpubliek negatief reageert, worden er aanpassingen in de film aangebracht. Hollywood-films zijn dus gemaakt voor een Westerse markt, en niet voor de Indiase. Het grofweg kopiëren van films lijkt een verkeerde aanpak dus.
Nu Hollywood haar oog ook op Bollywood heeft laten vallen, en dan met name op het aanpakken van de Bollycats, komt het overnemen van Amerikaanse producties in gevaar. Ondanks het grotere bereik is de Indiase industrie vooralsnog niet dichtbij absolute hegemonie in de filmwereld. Als de Indiase filmmaker meer zou vertrouwen op de eigen creatieve achtergrond, zoals die volgens Taran Adarsh en Amol Palekar wel degelijk zou bestaan, zou de absolute hegemonie in de filmwereld wellicht wel bereikt kunnen worden.
Literatuurlijst
Banerjee, K. (3 augustus 2003).
Cloning Hollywood. Opgeroepen op 3 juli 2011, van The Hindu: http://www.hindu.com/thehindu/mag/2003/08/03/stories/2003080300090400.htm
Blakely, R. (7 augustus 2009).
Plagiarism case could stop Bollywood borrowing from Hollywood. Opgeroepen op 3 juli 2011, van The Sunday Times: http://entertainment.timesonline.co.uk/tol/arts_and_entertainment/film/bollywood/article6742092.ece
Carr, C. (5 februari 2009).
Ring, Ring, Bollywood Calling! Opgeroepen op 3 juli 2011, van Time: http://www.time.com/time/specials/packages/article/0,28804,1877020_1877030_1877291,00.html
Corliss, R. (19 juni 2003).
That Old Feeling: Bollywood Fever. Opgeroepen op 3 juli 2011, van Time: http://www.time.com/time/arts/article/0,8599,459899,00.html
Corliss, R. (30 juli 2003).
Bollywood FAQs. Opgeroepen op 3 juli 2011, van Time: http://www.time.com/time/columnist/corliss/article/0,9565,471885-1,00.html
IMDb. (sd).
Oldboy. Opgeroepen op 3 juli 2011, van IMDb: http://www.imdb.com/title/tt0364569/
IMDb. (sd).
Zinda. Opgeroepen op 3 juli 2011, van IMDb: http://www.imdb.com/title/tt0488906/
Lakshman, N. (15 januari 2010).
Hollywood Meets Bollywood: Finally, a Love Story? Opgeroepen op 3 juli 2011, van Time: http://www.time.com/time/world/article/0,8599,1952815,00.html
Ranjan. (29 maart 2011).
An Introduction to Bollywood. Opgeroepen op 13 Juli 2011, van Disc Reviews: http://disc-reviews.blogspot.com/2011/03/introduction-to-bollywood.html
Smit, M. (23 febuari 2009).
Slumdog Millionaire grote winnaar bij de Oscars. Opgeroepen op 4 juli 2011, van FilmTotaal: http://www.filmtotaal.nl/artikel.php?id=13137
Woke. (1 februari 2007).
Bollywood vs Hollywood The Complete Breakdown. Opgeroepen op 3 juli 2011, van Mutiny: http://mutiny.wordpress.com/2007/02/01/bollywood-vs-hollywood-the-complete-breakdown/