Easy Rider (Hopper, 1969)
Five Easy Pieces (Rafelson, 1970)
Chinatown (Polanski, 1974)
Professione: Reporter (Antonioni, 1975)
The Shining (Kubrick, 1980)
Een goede selectie uit zijn beste films en rollen uit zijn meest geprezen periode. Maar sinds 1958 heeft hij nog zoveel meer mooi werk afgeleverd, en de breedte en lengte van zijn carrière wordt goed gereflecteerd in het uitgebreide programma van het EYE Film Instituut Nederland in diens laatste zomer in het Vondelpark voordat het in het najaar naar Amsterdam Noord verhuist. Wie beter om afscheid te nemen van deze prachtige locatie dan dit Hollywoodicoon met zijn indrukwekkende carrière en meer Oscarnominaties (twaalf, waarvan drie verzilverd) dan welke acteur dan ook?
John Jack Joseph Nicholson wordt in 1937 geboren en groeit op in de staat New Jersey. Hij wordt opgevoed door zijn grootouders en zijn moeder, van wie hij denkt dat het zijn ouders en oudere zus zijn totdat in de jaren zeventig een journalist hem de feiten meedeelt. Zijn moeder en grootouders zijn dan al overleden en Nicholson zegt niet te weten wie zijn vader is. Alleen Ethel en June wisten het, en zij hebben het nooit iemand verteld. Zijn moeder is een half jaar voor zijn geboorte wel kort getrouwd geweest met een man die toen al getrouwd was met een ander, wat zeer waarschijnlijk de oorzaak was voor de hele constructie.
Op zeventienjarige leeftijd vertrekt Jack Nicholson naar Californië met de intentie om terug te keren naar de oostkust om daar naar de universiteit te gaan, maar dat gebeurt nooit. Hij werkt kort voor animatiestudio Hanna-Barbara en krijgt daar een vaste baan aangeboden die hij weigert omdat hij wil acteren. Nicholson voegt zich bij de Players Ring Theatre groep om het vak te leren en daar ziet B-filmkoning Roger Corman hem om hem vervolgens de hoofdrol in The Cry Baby Killer (1958) te geven. In de tien jaar daarna werken de twee regelmatig samen in o.a. The Little Shop of Horrors (1960), The Raven (1963) en The St. Valentine's Day Massacre (1967).
Via Corman komt Nicholson ook in aanraking met Francis Ford Coppola en Monte Hellman, met wie hij onder andere de cultwestern The Shooting (1967) maakt. De films van Corman zijn niet apart te zien in het retrospectief, maar Jan Doense presenteert op 28 juli een avond van fragmenten en trailers van de B-films die Nicholson maakte voordat hij bekend werd. Na tien jaar zonder succes als acteur schrijft Nicholson enkele scripts voor psychedelische films, waaronder The Trip (1967) van Roger Corman en Head (1968) van Bob Rafelson, waar hij later nog een aantal keer mee zou samenwerken.
Dan krijgt hij zijn grote doorbraak als Dennis Hopper en Peter Fonda hem voor Easy Rider (1969) vragen, het filmische testament van de tegencultuur van de jaren zestig. De rol was eigenlijk voor Rip Torn geschreven, maar na hevige ruzie met Hopper weigert Torn nog met hem te werken. De film is een hit en Nicholson krijgt voor zijn rol als alcoholistische advocaat zijn eerste Oscarnominatie voor beste mannelijke bijrol. Vanaf dat moment regent het prijzen. Het jaar daarna wordt Bob Rafelsons Five Easy Pieces voor beste film genomineerd, krijgt hij zijn tweede nominatie (nu voor beste hoofdrol) en wordt de scène waarin hij een broodje probeert te bestellen legendarisch.
Vervolgens schrijft, regisseert, produceert en acteert Nicholson in Drive, He Said, maar die film flopt. In 1973 wordt hij op het filmfestival van Cannes uitgeroepen tot beste acteur voor zijn rol in Hal Ashby's The Last Detail. Hij krijgt er ook weer een Oscarnominatie voor, net als voor zijn rol als cynische privédetective in Chinatown (1974) van Roman Polanski. 1975 is zijn belangrijkste jaar tot dan toe. Naast rollen in Antonioni's Professione: reporter en in Tommy van The Who speelt hij de hoofdrol in One Flew Over The Cuckoo's Nest, waar hij zijn eerste Oscar voor wint.
Het is de film waarin Jack Nicholson voor het eerst echt volledig Jack speelt, waarin het personage en zijn imago als acteur onlosmakelijk met elkaar verbonden worden. De grijnzende rebel die een beetje gek is en daardoor heerlijk onvoorspelbaar, de charmante antiheld die vaak weet te verrassen. Hierna speelt Nicholson nog heel wat verschillende soorten rollen, maar aspecten van het Nicholson-personage maken daar bijna altijd deel van uit. Het knappe is dat hij desondanks, uitzonderingen daargelaten, toch boeiend blijft om naar te kijken, omdat nooit helemaal duidelijk is waar de personages beginnen en Jack ophoudt.
Juist als hij Jack op zijn meest Jack speelt, is hij op zijn leukst. Zoals in The Departed (2006) waarin hij zichzelf is, maar ook zijn personage Frank Costello belichaamt. Of in The Shining (1980) waarin hij zowel op de duistere aspecten van zijn publieke imago inspeelt als gestalte geeft aan een uniek personage binnen de wereld van die film. Soms vallen rol en Jack perfect samen, zoals in As Good As It Gets (1997), of wanneer hij de duivel speelt in The Witches of Eastwick (1987) of de Joker in Batman (1989). De uitzondering op de regel is zijn rol als de timide, ingetogen pensionaris in About Schmidt (2002), waar hij helemaal in opgaat zonder dat er iets van Jack overblijft, wat hem zijn laatste Oscarnominatie oplevert.
De meeste van de bovengenoemde titels zullen de komende maanden bij het EYE Film Instituut Nederland te zien zijn (klik hier voor een overzicht van alle films). Naast het onvergetelijke einde van Chinatown en de beroemde scène met de bijl uit The Shining kun je hem bijvoorbeeld ook op het grote scherm zien vertellen dat Tom Cruise de waarheid niet aan kan (A Few Good Men) en kun je nog tal van andere geweldige scènes en rollen (her)beleven tijdens dit retrospectief dat eens en te meer laat zien waarom Jack Nicholson al bijna vijf decennia één van de grootste sterren van de filmwereld is.