Rotterdam is dit jaar Xtra Large

Het grootste filmfestival in Nederland viert zijn veertigjarig jubileum met Nederlandse premières van onder meer Black Swan en 127 Hours.

Vanavond begint met de vertoning van de openingsfilm Wasted Youth de veertigste editie van het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Het festival, dat veertig jaar terug door oprichter Hubert Bals werd begonnen in het kleine Lantaren/Venster en toen slechts 7500 toeschouwers trok, is inmiddels uitgegroeid tot het grootste filmfestival van Nederland met jaarlijks zo’n 350.000 bezoekers en een zeer gevarieerd filmaanbod. De komende tien dagen doet FilmTotaal traditiegetrouw verslag van het festival. In het menu ‘bioscoop’ staat een link naar de speciale IFFR 2011-pagina waar alle artikelen te vinden zijn. Nieuwe artikelen verschijnen ook op de frontpage.

De veertigste editie van het filmfestival wordt onder andere gevierd op veertig extra festivallocaties in Rotterdam, waar zal worden stilgestaan bij het jubileum. Een van die nieuwe locaties is de vernieuwde bioscoop Lantaren/Venster, die zijn muffige thuis in de Gouvernestraat heeft verruild voor een modern onderkomen aan de andere kant van de Maas.

Maar natuurlijk gaat het in Rotterdam om de films. Zoals elk jaar bestaat het grootste deel van het filmaanbod uit obscure titels waar niemand ooit van heeft gehoord, maar dit jaar is er toch ook een groot aantal publieksfilms geselecteerd die wellicht een rol van betekenis gaan spelen bij de Oscars eind februari. De meest in het oog springende titels zijn ongetwijfeld Black Swan van Darren Aronofsky en 127 Hours van Danny Boyle, maar ook Somewhere van Sofia Coppola en Biutiful van Alejandro González Iñárittu zullen op het festival te zien zijn. Wij beginnen ons verslag vandaag met korte recensies van de openingsfilms (voor publiek en genodigden) en de nieuwe film van een eenentwintigjarig talent.

De officiële openingsfilm komt dit jaar uit Griekenland, dat met recente successen als Dogtooth en Attenberg in opkomst lijkt als filmland. Wasted Youth, een film van het regisseursduo Argyris Papadimitropoulos en Jan Vogel, speelt zich af op een hete zomerdag in Athene en vertelt het verhaal van een fanatieke jonge skater en een politieman in een midlifecrisis die elkaar gedurende de dag zullen ontmoeten. Wasted Youth is geen onaardige openingsfilm, maar doet te veel denken aan andere films om echt onderscheidend te zijn. Zo is de wijze waarop de jongerencultuur in beeld wordt gebracht schatplichtig aan het superieure La Haine, waarin Matthieu Kassovitz liet zien hoe uitzichtloos het bestaan van jongeren kan zijn. Wel geslaagd zijn de regisseurs in het in beeld brengen van Athene, de Griekse hoofdstad die in tegenstelling tot andere Europese hoofdsteden niet heel vaak in grote films figureerde. En ook het einde, dat ondanks de lange aanloop toch nog relatief onverwacht komt, is verrassend effectief en realistisch. Een verdienstelijke openingsfilm dus, die ook nog eens meedingt naar de Tiger Awards, de prijzen voor beste eerste of tweede speelfilm.

[rating 3]

Voor het betalende publiek heeft de festivalorganisatie gekozen voor een andere, iets toegankelijkere openingsfilm: Essential Killing van de Poolse veteraan Jerzy Skolimowski. Zijn film begint in Afghanistan, waar een aantal Amerikaanse soldaten op een opstandeling (Vincent Gallo) stuit. Deze Mohammed vermoordt de drie Amerikanen en wordt uiteindelijk opgepakt door het leger om verplaatst te worden naar een Amerikaanse legerbasis in Oost-Europa. Hij slaagt erin te ontsnappen en probeert zich in leven te houden, omringd door niets dan sneeuw. Enfant terrible Vincent Gallo won op het filmfestival van Venetië de acteerprijs voor zijn rol als Mohammed en het is niet moeilijk te begrijpen waarom. Gallo is bijna voortdurend in beeld in Essential Killing en hoewel hij gedurende de gehele film geen woord spreekt, maakt hij indruk als man die ten koste van alles probeert te overleven. Dat levert een aantal zeer schokkende scènes op, die je ook doen afvragen hoe je zelf in zo’n uitzichtloze situatie zou handelen. Gecombineerd met verbluffend camerawerk, levert dat een buitengewoon sterke film op die maar kort duurt (83 minuten) maar nog lang na het einde door je hoofd blijft rondspoken.

[rating 4]

Het debuut van de inmiddels eenentwintigjarige Xavier Dolan, J’Ai Tué Ma Mère, was vorig jaar al te zien in Rotterdam en nu is de jonge Canadees alweer terug met zijn tweede film, Les Amours Imaginaires, die vanaf deze week ook in de reguliere Nederlandse bioscopen draait. Het is een film over de liefde, en dan vooral de onbereikbare liefde. Dolan vertelt het verhaal van Marie en Francis, twee goede vrienden die beiden verliefd worden op de engelachtige Nicolas. Ze doen alles om zijn aandacht te trekken en proberen elkaars kansen op succes bij hem dan ook regelmatig te dwarsbomen. Dolan bewees in zijn debuut al dat hij met name op stilistisch niveau een groot talent is. Waar die film bij vlagen echter wat onevenwichtig en pretentieus was, heeft hij in Les Amours Imaginaires een betere balans weten te vinden tussen vorm en inhoud. Doordat de thematiek van de film, verlangen naar een onbereikbare liefde, zo dromerig en poëtisch is, past de stilistische overdaad van Dolan daar uitstekend bij. De regisseur strooit met slowmotions, kitscherige kostuums en klassieke muziek. Hoogtepunt is een Italiaanse cover van Nancy Sinatra’s ‘Bang Bang’, dat tot drie keer toe terugkeert in de film en het verhaal een prachtige, sensuele lading meegeeft.

[rating 4]

NieuwsFilm

meest populair