De Nederlandse film komt langzaam van haar slechte imago af. Dat zei T. Berbers, directeur van het Nederlandse Fonds voor de Film, donderdag op het Nederlands Filmfestival in Utrecht waar hij de plannen voor de komende jaren uit de doeken deed.
Het fonds wil met het plan Praktijk als Beleid de branche verder professionaliseren. Dat gebeurt onder andere met het aanstellen van Mart Dominicus als artistiek begeleider speelfilm. Hij moet voorkomen dat de kleine kunstzinnige film door de commerciële publieksfilm wordt opgeslokt.
Verder stelt het fonds Arnold Heslenfeld aan als hoofd speelfilm. Hij gaat de producties van nieuwe publieksfilms begeleiden. Het nieuwe beleid geeft vooral invulling aan de extra overheidssteun van 6,8 miljoen euro, die het fonds vorig jaar ontving.
In 1994 was het marktaandeel van de Nederlandse film in de bioscoop tot een dieptepunt van 0,8 procent gedaald. Vorig jaar was dit aandeel al weer 9,3 procent.
Het fonds wil per 1 januari 2003 een bonusregeling instellen, die publiekstrekkers en op festivals succesvolle artistieke films een bepaald bedrag als beloning toekent. Die bonus is vervolgens weer voor de ontwikkeling van nieuwe scenario's. Hoeveel deze bonus bedraagt, is nog niet duidelijk, aldus Berbers. Verder wil het fonds meer aandacht en budget geven aan promotie en marketing, en onderlinge concurrentie van Nederlandse films in de bioscoop voorkomen.