Tetro is een klassiek verhaal over broederstrijd en roept daarmee vergelijkingen op met Coppolas eigen Rumble Fish. De achttienjarige Bennie, werkzaam op een cruiseschip, besluit in Buenos Aires zijn oudere broer Tetro op te zoeken. Tetro heeft in eerste instantie weinig behoefte aan het gezelschap van zijn broer, maar gaandeweg groeien de broers toch meer naar elkaar toe en wordt er meer duidelijk over hun complexe familiegeschiedenis.
Het grote probleem van Tetro is het krakkemikkige scenario, van Coppola zelf. De dialogen klinken hopeloos ouderwets en theatraal, wat ertoe leidt dat de meeste acteurs de teksten met moeite geloofwaardig kunnen laten klinken. Daar komt bij dat de film veel te vol zit met elementen die weinig van doen hebben met de familiekroniek waar het verhaal grotendeels om draait. Coppola strooit met verwijzingen naar films en theaterstukken en doet dat omdat hij er zin in heeft, niet omdat het van belang is.
Dat gezegd hebbende, moet desondanks geconcludeerd worden dat Tetro wel degelijk vele kwaliteiten herbergt. De film is in prachtig zwart-wit geschoten (hoewel ook daarbij de vraag opgeworpen kan worden wat de reden hiervan is) en de muziek van Osvaldo Golijov is al even fraai. Zelfs inhoudelijk weet Tetro, in ieder geval tot aan de wat potsierlijke ontknoping, te boeien en bij vlagen te ontroeren. Op de vraag of Tetro nu een goede of slechte film is, is dan ook geen eenduidig antwoord te geven. De film zal het publiek verdelen in een groep die meegesleept wordt door de ambitie van Coppola en een groep die zich te veel stoort aan de onvolkomenheden. De (vooralsnog) tweede plaats die de film inneemt in de competitie om de publieksprijs, impliceert dat het Rotterdamse festivalpubliek tot de eerste categorie behoort.
[rating 3]
Lees meer festivalartikelen op de speciale FilmTotaal IFFR-pagina.