Sommige pakten beter uit op het witte doek, andere kwamen beter tot hun recht op papier. Hieronder een Top-10 uit de eerste categorie.
10: Meer prominente rollen voor Q en Miss Moneypenny
Wat is een 'Bond'-film zonder 'Bond'-genoten? Echter in de boeken kwam Q nooit voor (hij werd alleen genoemd) en werd Miss Moneypenny vaak overschaduwt door secretaressen Loelia Ponsonby en Mary Goodnight.
9: Het kwade plan van Goldfinger logischer maken
In het boek wil Auric Goldfinger via 'Operatie Grand Slam' al het goud uit Fort Knox voor zichzelf stelen, maar dit proces zou dagen duren en slaat dus eigenlijk nergens op. De filmversie repareert dit plotgat door hem in plaats daarvan te laten proberen het edelmetaal op te blazen om op die manier de waarde van zijn eigen goudvoorraad te vergroten.
8: 'Casino Royale' opnieuw vormgeven
Het boek verscheen in 1953 en Le Chiffre wordt hier afgeschilderd als de betaalmeester van een communistische vakbond die banden heeft met SMERSH. In de filmversie is hij een privébankier die terrorisme helpt financieren. Zo vervangt het nieuwe verhaal de angsten voor de Koude Oorlog voor de angsten na 9/11, wat het uiteindelijk relevanter maakt.
7: Blofeld terugbrengen in 'Diamonds Are Forever'
Eén van de titels die echt enorm afwijkt van het bronmateriaal. Zo neemt Bond het in het boek op tegen een groep diamantsmokkelaars die bekend staan als de 'Spangled Mob', geleid door de niet bijster interessante tweelingbroers Jack en Seraffimo Spang. Een goede keuze van de makers dus om de immer populaire aartsvijand Ernst Stavro Blofeld te recyclen.
6: Alleen de naam 'The Spy Who Loved Me' gebruiken
The Spy Who Loved Me is met afstand de slechtste roman, kreeg destijds vernietigende recensies, en ook Fleming zelf schaamt zich ervoor. Het hanteerde een onconventionele structuur waarbij Bond pas op tweederde van het verhaal verschijnt. De filmversie daarentegen is juist één van de beste. Het enige element dat werd overgenomen, was de rol van Jaws.
5: Het schrappen van Dr. No's domme subplot
De eerste verfilming, maar de zesde roman die veel aandacht besteedt aan de uitwerpselen van zeevogels dat als kunstmest wordt gebruikt. Dr. No is eigenaar van een guanofabriek en tijdens de climax wordt de slechterik levend begraven in vogelpoep. De filmversie veranderde de guanofabriek in een bauxietmijn en Dr. No wordt levend gekookt.
4: Een luchtigere toon hanteren
De boeken bevatten hier en daar grapjes, maar waren voor het grootste deel serieuze spionagethrillers. De filmversies begonnen met een goede balans (Connery), leunde te veel op komische aspecten (Moore/Brosnan) en omarmden toen weer de ruige toon (Dalton/Craig). De introductie van humor gaf de serie ongetwijfeld een bredere aantrekkingskracht en had anders waarschijnlijk nooit het huidige succes onder de fans bereikt.
3: Double-O-Seven minder vrouwonvriendelijk maken
Het is misschien moeilijk te geloven, maar in de boeken is Bond nóg vrouwonvriendelijker. Zeker in de beginperiode is hij een seksistische dinosaurus die vrouwen grotendeels ziet als objecten van seksueel genot en in elk deel dreigt hij zelfs een dame te slaan of te misbruiken. In dat tijdperk was het misschien nog normaal om zoiets te schrijven, maar gelukkig zijn zaken enorm verbeterd naarmate de franchise vorderde.
2: De haaienaanval van Felix Leiter negeren
Felix Leiter is een terugkerende CIA-agent en goede vriend van Bond. Oorspronkelijk werd hij vermoord in het tweede boek Live and Let Die doordat schurk Mr. Big hem voert aan een grote witte haai. Vanwege diens populariteit bracht Fleming hem terug met een haak als hand en een houten been. In Licence to Kill zit wel de haaienaanval en benoemt een arts het afgebeten been, maar dit is verder nooit voortgezet.
1: Van SPECTRE de enige kwade organisatie maken
De Special Executive for Counter-intelligence, Terrorism, Revenge and Extortion is een fictief genootschap dat zowel in de boeken als de verfilmingen voorkomt. Doordat de filmversies geen andere organisaties introduceerden, werden de zaken vereenvoudigt en kreeg Bond één algemene tegenstander waar alles telkens naar terug te linken was.