Filmtotaal Recensie
Regie: Óskar Jónasson, Gunnar Karlsson en Toby Genkel | Cast (stemmen): Stephan Holwerda (Thor), Vajèn van den Bosch (Edda), Patty Brard (Thors moeder), Jandino Asporaat (Hamer), e.a. | Speelduur: 83 minuten | Jaar: 2011
Je kunt tegenwoordig een legertje computers aanschaffen, je zolderkamer of garage leegruimen en een team tekenaars en whizzkids aan het werk zetten en zonder al te veel moeite een animatiefilmpje in elkaar draaien. Toegegeven, het is wat kort door de bocht, maar deze indruk krijg je haast wel als je ziet wat er de laatste jaren aan animatiefilms over ons wordt uitgestort. Soms levert dit artistieke hoogstandjes op, waarbij een gebrek aan budget juist de passie aanwakkert en tot creatieve ingevingen leidt. Het kent echter ook zijn keerzijde, getuige de goedkope klonen van gerenommeerde animatiegiganten die voor een euro in de voordeelbakken van de speelgoedketens te vinden zijn. Het Scandinavische THOR: De Legende van Walhalla zweeft hier ergens tussenin.
Het project van onder anderen -regisseur Óskar Jònasson wordt aangeprezen als de eerste avondvullende animatiefilm van IJslandse bodem. In feite gaat het hier echter om een coproductie met de Duitsers en Ieren. THOR - de naam doet al zoiets vermoeden - is een vrije bewerking van de Noorse mythologie. De hoofdpersoon is een jonge smid die droomt van een heldenbestaan als strijder, maar ziet zich geconfronteerd met een veeleisende moeder die hem liever gewoon de handen uit de mouwen ziet steken. Ze heeft Thor nog net wel verteld dat hij de zoon is van oppergod Odin. Bij toeval komt Thor in het bezit van een machtige hamer waarmee hij nog wel even moet zien om te gaan. Het wapen komt uitstekend van pas in de strijd tegen de koningin van de onderwereld, Hel, die een bedreiging vormt voor zowel het aardse als het godenrijk.