Het enorme succes van Twilight heeft ervoor gezorgd dat de laatste jaren in zowel boekwinkels als bioscopen diverse varianten zijn opgedoken van het basisgegeven doorsnee meisje wordt verliefd op bovennatuurlijke jongen. Na de vampiers uit Twilight is de mannelijke hoofdrol in deze navolgers al vervuld door weerwolven, engelen en buitenaardsen, maar zombies hebben we nog niet gehad. Dat is niet zonder reden, want in tegenstelling tot de eerder genoemde wezens ontbreekt het hen simpelweg aan seksappeal. Hun extra aspecten maken vampiers interessanter dan normale mensen, maar zombies ontbreekt het juist aan de basiselementen waarop wij onze menselijkheid baseren. Daardoor zijn zombies in het verleden constant gebruikt om allerlei dreigingen op te projecteren, van communisme tot consumentisme. Om een romance tussen een mens en een zombie geloofwaardig neer te zetten, is dan ook een intelligentere aanpak nodig dan die van Twilight of zijn vele navolgers. Warm Bodies stelt gelukkig niet teleur.
Wanneer de zombieapocalyps een voldongen feit is, hebben de overgebleven mensen zich verschanst in ommuurde steden. Met een groep leeftijdsgenoten trekt kolonelsdochter Julie eropuit om voedsel te vinden, maar uiteraard duurt het niet lang voor zij door zombies worden overmand. Dat Julie de confrontatie overleeft, is enkel door de hulp van een mannelijke zombie die bijzonder in haar geïnteresseerd blijkt (en niet in die zin dat hij haar hersenen wil oppeuzelen) en haar ter bescherming meeneemt naar de luchthaven waar hij zijn dagen slijt. Aangezien de naam van de zombie begint met een R (de rest herinnert hij zich niet) en al snel de vonk overslaat, is het niet moeilijk om in Warm Bodies een zombievariant van Romeo en Julia te ontdekken. Maar afgezien van een korte balkonscène zijn de verwijzingen naar Shakespeare tot een aangenaam minimum beperkt gebleven. De twee hebben dus niet Capulet en Montague als achternaam.
Om het absurde basisgegeven enigszins geloofwaardig te krijgen, ontkomt Warm Bodies er niet aan dat het op sommige punten moet afwijken van de gebruikelijke portrettering van zombies. R blijkt bijvoorbeeld in staat enigszins te kunnen communiceren en ondanks zijn bleke huid en verwarde blik ziet hij er niet bepaald onaantrekkelijk uit, noch is zijn kleding doordrenkt met bloedresten van vroegere slachtoffers. Voor de doorgewinterde kijkers van zombiefilms zal het daarnaast even wennen zijn dat er niet constant ingewanden in het rond vliegen, maar dat laat eigenlijk alleen maar zien dat de film zich niet anders voordoet dan wat hij eigenlijk is. Warm Bodies is namelijk geen volbloedhorror of zombiekomedie à la Shaun of the Dead, maar eerder een lichtvoetige romkom over het verliezen en terugvinden van menselijkheid. Dat acteur Nicholas Hoult zich voor zijn personage R liet inspireren door Johnny Depps titelrol in Edward Scissorhands spreekt dan ook boekdelen.
Wat Warm Bodies bijzonder maakt, is dat het zowaar een nieuwe invalshoek biedt voor zombiefilms. In tegenstelling tot vrijwel alle eerdere uitingen van het genre blijken de zombies in dit geval namelijk niet reddeloos verloren mensen waartegen niets anders helpt dan een kogel in het hoofd, maar zijn empathie en diplomatie zowaar reële opties. Dat deze genrevernieuwing ontzettend van deze tijd is, sluit dan weer mooi aan bij de traditie dat zombiefilms altijd hun tijdsgeest weerspiegelen. In dat licht heeft de film echter een tekortkoming door de aanwezigheid van een soort elitezombies, die dan weer wel reddeloos verloren zijn en louter als naamloze en gezichtsloze monsters worden gebruikt. Maar goed, je kunt in een film als deze nu eenmaal moeilijk zonder antagonisten. En daarbij betekent twee stappen vooruit en één terug nog steeds vooruitgang.
Bekijk ook het video-interview met Nicholas Hoult.