Hoewel de vaderlandse geschiedenis volop verhalen bevat die het verfilmen waard zijn, gaan Nederlandse films doorgaans niet veel verder terug in de tijd dan tot de twintigste eeuw. Een enkele keer komen het koloniale verleden (Max Havelaar ) of de Gouden Eeuw (Nova Zembla) aan bod, maar in de meeste gevallen blijft men hangen bij de welbekende periode 1940-1945. De reden daarvoor is simpel: het recreëren van vroegere tijden is een prijzige bezigheid en Nederlandse films hebben een beperkte afzetmarkt. Zodoende is de Tachtigjarige Oorlog, nochtans een van de meest invloedrijke periodes in de geschiedenis van dit land, tot nu toe nooit vanuit Nederlands perspectief verkend op het witte doek. Gelukkig staat de techniek niet stil en zijn digitale hulpmiddelen vandaag de dag ook voor Nederlandse filmmakers betaalbaar. De eersteling is daardoor een aangename combinatie van historisch spektakel en persoonlijk drama.
Kenau speelt zich af in 1572, enkele jaren na het begin van de Nederlandse Opstand. Deze verloopt op dat moment nog niet al te lekker, aangezien de Nederlanden het keer op keer moeten afleggen tegen de Spaanse overmacht onder leiding van de niet zachtzinnig te werk gaande hertog van Alva. Wanneer diens zoon met het een leger oprukt richting Haarlem, staat de stad voor de keuze: onderhandelen of standhouden? Men kiest voor het laatste, wat resulteert in een langdurige belegering. De stedelingen zijn weliswaar in de minderheid, maar de strenge winter valt hen een stuk minder zwaar dan de belegeraars en dankzij het dichtgevroren Haarlemmermeer is bevoorrading mogelijk. Een typische underdogstory dus, zij het dat geschiedenis niet standaard het Hollywoodstramien volgt.
Zoals de titel al doet vermoeden, wordt deze mannenaangelegenheid benaderd vanuit een vrouwelijke invalshoek. Want hoewel het woord kenau de eeuwen vooral heeft overleefd als scheldwoord voor kille of bazige vrouwen, was er een vrouw genaamd Kenau Simonsdochter Hasselaer die tijdens belegering een grote rol speelde in de verdediging van de stad. Dit verhaal is in de loop der tijd behoorlijk aangedikt, onder meer resulterend in het idee dat ze in de strijd tegen de Spanjaarden een leger van driehonderd vrouwen aanvoerde. Verfilmingen van dergelijk materiaal komen altijd met de afweging in welke mate je het verhaal laat beïnvloeden door de mythen. Geschiedvervalsing is één ding, maar eindigen met een volkomen belachelijke film is een veel schadelijker risico. De makers van Kenau hebben gelukkig een prima balans gevonden: de titelfiguur is een pragmatische heldin tegen wil en dank en haar vrouwenleger zit qua aantal eerder rond de dertig.
In zijn opzet vertoont Kenau de nodige overeenkomsten met het Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlogsdrama The Patriot. De hoofdpersoon is een Haarlemse weduwe die initieel niets geeft om de Nederlandse opstand en zich vooral bekommert om haar bedrijf en twee dochters. Als een van hen na een nachtje beeldenstorm op de brandstapel belandt, stort Kenaus wereld in, waarna ze haar kracht hervindt in de verdediging van de stad. Door haar vastberadenheid en natuurlijke leiderschap wordt ze voor andere vrouwen al gauw een banier om zich onder te scharen. De makers nemen hier en daar wat loopjes met de geschiedenis (de echte Kenau had vier kinderen, van wie er geen een op de brandstapel eindigde), maar nog altijd minder dan veel Amerikaanse genregenoten.
Kenau is voor Nederlandse begrippen ongekend groot van opzet. Het in Hongarije nagebouwde Haarlem van de zestiende eeuw ziet er bijzonder overtuigend uit, evenals het Spaanse leger dat erbuiten bivakkeert . Gelukkig hebben de makers goed genoeg door dat dit vooral aankleding is. De grootste troefkaart is namelijk de altijd sterke Monic Hendrickx in de titelrol. Haar vertolking laat Kenau zien als een vrouw die weliswaar stug en streng kan zijn, maar daarmee vooral haar eigen breekbaarheid weet te verhullen. Het verlies van de ene dochter leidt er namelijk toe dat de toch al behoorlijk dominante moeder haar resterende dochter alleen maar meer in bescherming neemt. Uit alle macht poogt Kenau haar ver uit de buurt te houden van zowel het strijdgewoel als de armen van een charmante huurling. Een beschermend trekje dat voortkomt uit een bezorgdheid die eenieder met kinderen ongetwijfeld zal kennen.
In een filmlandschap waarin sterke vrouwenrollen dun gezaaid zijn, is de vrouwelijke invalshoek in een historisch spektakel als Kenau erg verfrissend, vooral omdat het titelpersonage niet overdreven wordt bewierookt. Want waar de historische Kenau op schilderijen altijd met een zwaard in de hand is afgebeeld, beweegt zij zich in de film vrij onhandig met een wapen. Ze moet het dan ook vooral hebben van haar inventiviteit en pragmatisch inzicht, waar ze als zakenvrouw jarenlang in getraind is. Kenau krijgt haar kansen weliswaar iets te vaak door anderen aangereikt, maar onderscheidt zich in de wijze waarop ze die benut. Een kans die zij gelukkig wel laat liggen, is een romance met de gezant van Willem van Oranje die de verdediging leidt. Aan wederzijds respect is geen gebrek, maar voor jeugdige romantiek zijn deze personages net iets te oud. De aan dit genre inherente dramatisering is immers geen vrijbrief voor romantisering.