We hebben het wellicht zelf niet eens meer door, of ontkennen het zelfs, maar het is voor de maatschappij prettig om de mensheid onder te verdelen. Vooral het moderne onderwijs stoomt elk van ons klaar voor een eigen hokje. Het gaat er niet meer zozeer om hoe je je doelen bereikt, maar vooral dát je je doelen bereikt. Het extreemste voorbeeld doet zich voor in het Chinese onderwijs, waar de leerlingen worden klaargestoomd voor hun functie in de maatschappij, die veelal al bij voorbaat vaststaat. Deze machinering van het onderwijs zorgt er weliswaar voor dat eenieder zijn of haar plek in de maatschappij verwerft, maar het smoort ook de creativiteit en eigen unieke identiteit van een kind. De mens als kennismachine waar je de benodigde ingrediënten ingooit en die een voorspelbare output voortbrengt.
De Oostenrijkse documentairemaker Erwin Wagenhofer belichtte in eerdere werken onder meer ons voedsel (de bekende docu We Feed the World) en ons corrupte allesbeheersende financiële systeem (Let's Make Money). In zijn nieuwste documentaire Alphabet zet Wagenhofer onze moderne welvaart, waar met name in het Westen iedereen heeft wat zijn hartje begeert, af tegen het enorme ongeluk dat hier desondanks aan vast hangt. Waarom zorgt het perfect geoliede en ingerichte systeem dat de moderne mens denkt te hebben toch voor zo veel ongelukkige sentimenten? Volgens de regisseur ligt de sleutel in onze pedagogische en educatieve systemen, die louter op prestaties gericht zijn en weinig tot zelfs geen ruimte overlaten voor het ontwikkelen van eigenheid en zelfstandig creatief denken.
Wagenhofer trekt de hele wereld over om zijn hypothese te onderzoeken, om al vrij vlot met zijn antwoord te komen. Als een vlieg op de muur laat hij ons kijken naar seminars van managers die zelfs in hun nog lopende ontwikkeling volledig geprogrammeerd lijken te zijn voor enkel één doel, namelijk het dienen van hun bedrijf en het nemen van koude beslissingen waarbij het bedrijfsbelang prevaleert boven het belang van de werknemers. Maar ook babys lijken al op zeer jonge leeftijd beïnvloedbaar. Een dominerend begrip voor Wagenhofer hierbij is het zogenaamde divergente denken. Het is een begrip dat niet zo zeer betrekking heeft op creatief denken, maar meer een voorwaarde creëert voor creatief denken. Uit recent onderzoek komt naar voren dat het divergente denken bij hele jonge kinderen zeer groot is, maar in onvoorstelbaar rap tempo en door toedoen van onze onderwijssystemen decimeert.
De intrigerende boodschap van Wagenhofer is al vrij vlot duidelijk. Het gevolg is dat alle nieuwe voorbeelden en invalshoeken die de filmmaker aanhaalt een herhaling van zetten vormen, waardoor Alphabet snel gaat dralen. Ook slaagt Wagenhofer er minder goed in om het grote geheel te vangen zoals hij wel eerder de mondiale voedselproductie in beeld bracht. Dit maakt Alphabet tot een serie voorbeelden die Wagenhofers gelijk bewijzen met af en toe wat zwakke overbruggingen. Toch gaat er een ongekende aantrekkingskracht uit van de voorbeelden die worden geïllustreerd aan de hand van vooraanstaande wetenschappers en pedagogen als Arno Stern en zijn zoon die geldt als autodidact, de eerste downpatiënt met een universitaire graad (Pablo Pineda Ferrer) en een moedige gymnasiaste die het onderwijsstelsel aan de kaak stelt.
De filosofische componenten van Wagenhofer onderzoeksvraag komen niet altijd even goed uit de verf. Toch weet de documentairemaker duidelijk te maken dat toekomstige generaties alleen kunnen overleven als we onze onderwijsmethodiek en kijk op persoonlijke ontwikkeling weten te veranderen.