Met zijn brutale hoofdrol in de onnavolgbare feelgoodhit Intouchables werd Omar Sy in één klap gebombardeerd tot de ultieme Franse publiekslieveling. Daar was niet eens een bewust charmeoffensief voor nodig. Ook de rest van de wereld ontkwam niet aan de ongekende uitstraling van de lange sympathieke donkere acteur met de sprekende blik. Sy heeft iets ontwapenends over zich en dit werkte heel goed tegenover een rijke chagrijnige man in een rolstoel. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het regisseursduo achter de arthousehit het wel zag zitten om wederom met de acteur van Senegalees-Mauritaanse afkomst in zee te gaan. Het resultaat, het drama Samba, pakt een stuk serieuzer en daardoor ongelukkiger uit.
In zijn titelrol speelt Sy een Senegalese immigrant van het type twaalf ambachten dertien ongelukken, maar altijd positief ingesteld. Al tien jaar probeert hij deel uit te maken van de Franse maatschappij, maar zo lang zijn status niet legaal is zal dit niet gaan lukken. Samba komt tijdens zijn zoektocht naar erkenning in aanraking met de overspannen Alice. Zij is afkomstig uit het hectische bedrijfsleven waardoor een fikse burn-out haar trof. Als vrijwilligster probeert ze tijdelijk immigranten verder te helpen, maar ze komt er al snel achter dat ze ook hier niet haar rust zal vinden. Deze nieuwe baan is eigenlijk net zo stressvol ook al zijn het nu geen gesjeesde zakenmannetjes, maar wanhopige immigranten met hun schrijnende verhalen die Alice opzadelen met hun ellende. Samba maakt een onuitwisbare indruk op de zakenvrouw, waardoor het schier onmogelijk wordt om werk en privé van elkaar te scheiden.
Filmmakers Olivier Nakache en Eric Toledano laveren met hun Samba tussen verschillende genres door en juist door hun gebrek aan richting en keuze wil het eindresultaat maar niet beklijven. Als kritiek op de uitzichtloze situatie van immigranten die al met één voet in de Franse samenleving staan is dit drama niet uitgesproken genoeg. We krijgen flarden van het leven van een immigrant als Samba mee, zonder echt te beseffen hoe zwaar een immigrantenbestaan kan zijn. Samba komt met sympathie, de juiste instelling en doorzettingsvermogen een heel eind en belandt van het ene in het andere baantje. Hetzelfde geldt voor zijn Algerijnse vriend Wilson, die zich voordoet als Braziliaan; een valse identiteit waarin hij rotsvast gelooft, maar waar iedereen met gemak doorheen prikt. Met Samba komt het altijd wel goed, zo luidt de conclusie, wat hij ook op zijn pad vindt. Als feelgooddrama is Samba allerminst geslaagd. Dat Samba en Alice voor elkaar zullen vallen zie je van mijlenver aankomen. Hun toenadering verloopt atypisch, wat door vele obstakels, onvoorziene voorvallen en misverstanden al snel tot ergernissen leidt.
De samenwerking tussen Sy en directe tegenspeelster Charlotte Gainsbourg (weer eens in een Franstalige rol) is een gewaagde beslissing. Gainsbourg straalt iets elitairs uit en haar casting is hoogstwaarschijnlijk ingegeven door het feit dat dit een extra scherp contrast schept met Sy. De combinatie pakt niet ongelukkig uit, vooral omdat het Gainsbourg lukt om haar rol een menselijk en aards aspect mee te geven. Met Samba proberen Nakache en Toledano niet Intouchables nog eens dunnetjes over te doen. Dat valt ze te prijzen, maar ze hebben de verwachting die een hernieuwde samenwerking met Sy oproept toch flink onderschat. De twee projecten met elkaar vergelijken is dan ook een volstrekt zinloze exercitie.