Vreemd is het, om een inmiddels overleden acteur nog een laatste keer in een nieuwe film te zien. Met een fantastische acteerprestatie als zwanenzang, zoals Heath Ledger in The Dark Knight of Philip Seymour Hoffman onlangs met A Most Wanted Man, kan een groot verlies op een wrange manier toch nog een waardig afscheid opleveren. Soms levert het macabere toeval een nog treffender moment op. Denk bijvoorbeeld aan Desmond Llewelyn, de acteur die jarenlang Q speelde in de James Bond-reeks. Hij verongelukte vlak na de release van The World Is Not Enough, de film waarin zijn personage toevallig ook afscheid nam. De vorig jaar overleden Robin Williams beleeft een soortgelijk moment in het derde deel van Night at the Museum.
Zonder dat de makers dat natuurlijk ooit zo bedoeld kunnen hebben, heeft de laatste rol van de komiek een ontroerende dubbele laag gekregen. Williams speelt voor de laatste maal het standbeeld van oud-president Teddy Roosevelt, dat door magische krachten s nachts tot leven komt. Vlak voordat de zon opkomt tegen het einde van de film, heeft hij een korte, troostende monoloog. Opeens klikt het dan. We moeten afscheid nemen, maar niet alles vergaat. Er blijft een beeld over, en een bepaalde magie die alles weer tot leven kan brengen, net als oude films dus.
Het is die ene scène die van Night at the Museum: Secret of the Tomb een gedenkwaardige film maakt. Maar we moeten intussen ook realistisch blijven: verder is deze herhaaloefening niet bepaald een hoogvlieger.
In dit nieuwste avontuur moet nachtsuppoost Larry zich weer bekommeren om het energieke expositiemateriaal van het New Yorkse Museum of Natural History. Daar heeft hij deze keer een behoorlijke kluif aan, want tijdens een diner in het museum ontsporen alle beelden en opgezette dieren. Het blijkt dat er iets mis is met de oude Egyptische plaat die alles en iedereen tot leven brengt. Hij begint in een steeds hoger tempo te verroesten. Larry moet een oplossing vinden, voordat de magie voorgoed is uitgewerkt.
Dat leidt hem met zijn zoon en een aantal verstekelingen naar Londen, de enige plek waar de plaat gerepareerd zou kunnen worden. Het is een handig trucje van de makers: alle oude personages zijn nog steeds aanwezig, maar omdat de plaat zich verplaatst naar een ander museum, komen in Secret of the Tomb ook nieuwe dingen tot leven. Regisseur Shawn Levy blijkt daarin echter niet altijd even vindingrijk. De achtervolging in een Escher-schilderij is bijvoorbeeld leuk gevonden, maar dat de groep weer wordt achtervolgd door een dinosaurusskelet - ditmaal van een triceratops - komt uitgemolken over.
Van die graprecycling heeft dit nieuwste avontuur wel vaker last. Het pijnlijkst is dat in de momenten met een levend neanderthalerbeeld dat sprekend op Larry lijkt. Een dubbelrol voor Ben Stiller, die te veel en te vaak ruimte krijgt om zich uit te leven als zwakzinnige sul. Om in het jargon van Stillers eigen komedie Tropic Thunder te spreken: het komt akelig dichtbij full retard.
Maar Night at the Museum is dan ook vooral bedoeld voor jongere kijkers, die een herhaling van flauwe grappen wellicht juist wel kunnen waarderen. Dat blijkt ook wel uit het grote succes van de vorige delen. Levy morrelt niet aan die winnende formule. Dat is voor de liefhebbers goed nieuws.