Denis Villeneuve is in korte tijd een zwaargewicht op thrillergebied geworden. In 2010 verdiende de Canadese regisseur een Oscarnominatie met het donkere en zorgvuldig gelaagde Incendies. Drie jaar later zette hij zichzelf met Prisoners ook bij het grote publiek definitief op de kaart. Sindsdien houdt Villeneuve er een druk werkschema op na. Goed nieuws voor de liefhebber, al blijft het uitzitten van een Villeneuve-film doorgaans geen eenvoudige opgave. De man deinst er niet voor terug om de kijker te choqueren met controversiële scènes zoals in de voorgenoemde films, maar net zo makkelijk distantieert hij zich van zijn publiek met een complex en verwarrend plot, getuige Enemy. Ondanks Villeneuves rijzende ster zijn er in Sicario nog geen concessies richting publiek te bekennen. De film richt zijn pijlen op de bloederige oorlog tussen de Amerikaanse overheid en de Mexicaanse drugskartels. Vanaf de bloedstollend intense openingsscène wordt al direct duidelijk dat Villeneuve nog steeds niet van plan is om de kijker bij het handje te nemen. Gelukkig maar.
Sicario valt in de eerste plaats te omschrijven als een, zoals ze dat in het Engels noemen, procedural thriller. Niet dat er geen onderliggend gedachtegoed te bespeuren valt, maar de film brengt vooral nauwlettend verslag uit van de activiteiten van in dit geval een militaire eenheid in hun strijd tegen drugscriminaliteit. FBI-agente Kate Macer wordt gerekruteerd in een speciale overheidselite-eenheid om een invloedrijke Mexicaanse drugsbaas op te sporen. Het klinkt wellicht als een wat rechtlijnige opzet, maar door zowel de kijker als de protagonist continu in het ongewisse te houden over een groot gedeelte van de missie blijft er gaandeweg nog genoeg ruimte over voor verrassingen. Dat het plot uiteindelijk net iets ingewikkelder in elkaar blijkt te steken dan verwacht wordt dan ook gauw duidelijk, maar waar Sicario het vooral van moet hebben is zijn ijzersterke spanningsopbouw.
Zo resulteert een korte stop in de Mexicaanse plaats Juarez bijvoorbeeld al snel in een van de meest zenuwslopende sequenties in de film. Vanaf het moment dat de grensstad berucht om zijn torenhoge aantal moorden per inwoner langzaam maar zeker in volle glorie in beeld verschijnt, dringt tot de kijker direct door: dit is een gedoemde plaats die je maar beter zo snel mogelijk ontvlucht. Die continue spanning blijft heersen terwijl de colonne pantservoertuigen door de stad rijdt en een aantal gruwelijke taferelen passeert, en mondt uit in een nagelbijtende climax tijdens een opstopping in het verkeer. Het is een van de vroege hoogtepunten uit de film, maar het knappe is dat het constante gevoel van dreiging nooit verloren gaat. Ondanks de zorgvuldige en trage opbouw in de film blijft er constant het vermoeden overheersen dat er elk moment een bom zou kunnen barsten. Alsof dat nog niet genoeg is om je als kijker op het puntje van de stoel te houden, zorgt de dreigende, soms haast agressieve score van de IJslandse componist Johan Johansson er wel voor dat er geen enkele ruimte overblijft om het publiek in zijn comfort zone te laten.
Vooral op technisch vlak steekt Villeneuves nieuwste ook weer uitstekend in elkaar. Sicario markeert de tweede samenwerking tussen Villeneuve en meester-cinematograaf Roger Deakins, die van haast ieder shot een kunstwerkje op zich weet te maken. Van de onheilspellende cameravoeringen boven het woestijnachtige landschap tot een schitterend geschoten missie die in de bloedrode gloed van een zonsondergang begint en doorgaat in het pikkedonker van de nacht. Naast Deakins levert ook de cast solide prestaties af. Emily Blunt is uitstekend als FBI-agente die als een soort speelbal in de drugsoorlog terechtkomt en ook Josh Brolin steekt in goede vorm als haar tamelijk onorthodoxe teamleider. De grootste verrassing komt echter uit de koker van Benicio Del Toro, die de rol van de geheimzinnige consultant Alejandro op zich neemt. Lange tijd is het gissen hoe zijn personage in het verhaal past, maar wanneer dat in de laatste akte helder wordt, zorgt de Puerto Ricaanse acteur voor puur kippenvel. Het is alweer een tijdje geleden dat we Del Toro in echte topvorm hebben gezien, maar kijk niet raar op als zijn naam later dit jaar plotseling weer eens op een lijstje met Oscarnominaties mag prijken.
Eveneens is het deze laatste akte waarin de hoofdgedachte van de film zich af begint te tekenen. Zonder al te veel weg te geven is het duidelijk dat de problematiek zoals die in Sicario geschetst wordt eerder is samen te vatten in een hoop grijstinten dan zwart-wit. In de oorlog tegen drugs is immers geen ruimte voor helden of idealisten. Als er dan toch een puntje van kritiek genoemd zou moeten worden, is het dat Sicario ons daarmee niet heel veel nieuws te leren heeft Steven Soderbergh arriveerde zon vijftien jaar geleden met Traffic al op een soortgelijke conclusie. Zo zenuwslopend als deze door Villeneuve gebracht wordt, hebben we echter nog niet eerder gezien.