Weinig figuren spreken zo tot de verbeelding als helden en bedriegers. Een held die een bedrieger blijkt is dus dubbel prijs. Het is daarom de vraag waarom het drie jaar duurde voordat er een biopic werd gemaakt over Lance Armstrong. Ooit een idool van velen als zevenvoudig winnaar van de Tour de France bleek de wielrenner in 2012 's werelds grootste leugenaar toen aan het licht kwam dat hij en zijn ploeg zich jarenlang aan een geraffineerd dopingprogramma hadden onderworpen. Wellicht was er niet direct vraag naar een speelfilmversie van Armstrongs carrière omdat de atleet al onderwerp is geweest van meerdere documentaires (als lichtend voorbeeld vóór zijn ontmaskering en als illustratie van hoe het niet moet erna). De afloop van het pijnlijke geval Armstrong is bekend en hoewel dat doorgaans niet per se een belemmering hoeft te zijn voor een biopic, voegt The Program weinig toe. Stephen Frears belicht hoofdzakelijk het 'wat' van de zaak, maar laat het zo prangende 'waarom' helaas achterwege.
"Mijn moeder heeft me niet opgevoed als iemand die opgeeft", spreekt Ben Fosters Armstrong aan het begin van The Program. Het blijkt de meest waarheidsvolle uitspraak die de wielrenner gedurende de film doet, want van opgeven is nooit sprake. De zege gaat boven alles. De overwinning op zijn kanker halverwege de jaren negentig bijvoorbeeld. Terwijl de sportwereld hem afschrijft vecht Armstrong met succes terug en op den duur volgt tegen alle verwachting in zijn spectaculaire comeback. Die Tour de France móét hij winnen, waarbij het doel alle middelen heiligt. En dus grijpt hij na zijn eerste nederlaag in 1993 direct naar de 'alternatieve' methodes. Met behulp van een dubieuze wetenschappelijke aanpak van een al even schimmige Italiaanse sportarts is verliezen al snel niet meer aan de orde. Dankzij zijn dopingpraktijken achter de schermen wint hij in 1999 de Tour. En vervolgens nog eens zes jaar achtereen. Lance de Legende is geboren. Maar in The Program komen we hem amper tegen. Wij zien vooral Lance de Leugenaar, Lance de Lul.
Want wat The Program vooral wil zeggen is dat mensen wiens succes dusdanig is gebaseerd op bedrog amper menselijke trekjes vertonen. Deze Lance Armstrong liegt en bedriegt de volle film door. Maar waar is zijn motivatie voor zijn gedrag? Die houdt op bij die eerste zin over zijn moeder en zijn opvoeding. Wat Armstrong drijft tot zijn rücksichtsloze aard begint en eindigt als één groot vraagstuk. Dat is niet zo verwonderlijk, aangezien The Program gebaseerd is op het boek van David Walsh, de journalist die Armstrongs onfatsoen uiteindelijk aan de kaak stelde. Walsh, de door de altijd aimabele Chris O'Dowd vertolkte reporter die vanaf het begin al begreep dat hier iets niet in de haak was. De gedreven onderzoeksjournalist die, waar alle anderen expres wegkeken, voet bij stuk hield en ondanks alle tegenwerking de wereld wist te overtuigen van Armstrongs bedrog. En zo blijkt The Program helemaal niet over Lance Armstrong te gaan, laat staan inzicht in zijn beweegredenen te willen verschaffen. Het is daarentegen een film over de journalist die hem ten val bracht. Over wie we verder ook niets meer leren dan dat hij dat deed, want The Program kiest voor een totaal zwart-witte benadering van goed en fout.
En hoewel ook Walsh' type held een film verdient, is het jammer dat de mens Lance Armstrong in The Program zo tekort gedaan wordt. De film toont geen belangstelling voor zijn persoonlijke leven, slechts voor zijn atletische loopbaan, waarbij het oordeel al vanaf de eerste minuut vaststaat. De film racet door de beginjaren van zijn carrière heen alsof ook de scenarist zich aan doping tegoed heeft gedaan, om vooral zo snel mogelijk aan het dopingverhaal te beginnen. Daardoor wordt vooral de eerste helft van The Program geplaagd door een fragmentarische insteek, die alleen het hoogstnoodzakelijke vertelt. De chronisch onderschatte hoofdrolspeler Ben Foster levert wel een intense prestatie, maar het is grotendeels verspilde moeite omdat we ondanks zijn inspanningen geen vat op Armstrong kunnen krijgen. Armstrong fietst en liegt, meer niet. Zijn huwelijk wordt in dertig seconden afgeraffeld en komt vervolgens nooit meer ter sprake. Zijn kankerbestrijdingsfonds is puur een juridische opzet om hem sponsoren en goodwill op te leveren. Heel even lijkt de hork te ontdooien bij een bezoek aan een kankerpatiëntje en vangen we een glimp op van de Armstrong die toch als inspiratiebron diende voor zovelen. Het volgende moment zit hij weer op de fiets en intimideert hij mederenners die aan de bel trekken met ondubbelzinnige boodschappen. Of hij oefent in het liegen voor de spiegel. Of hij discussieert met zijn ploeggenoten over wie hem moet spelen in een Hollywoodfilm over zijn leven, om te concluderen dat geen acteur goed genoeg is, want hij is Lance Armstrong. Wat een hufter. Maar dat is hoe wij hem zien omdat hij verder haast niet als iets anders dan als een hufter weergegeven wordt.
Waar Frears met The Queen wel met succes een ongrijpbaar persoon van herkenbare menselijke eigenschappen voorzag, lijkt hij daarin dit keer niet geïnteresseerd. Zelfs in de fraaiste shots van de Tourscènes, waarbij hij de wielrenners indrukwekkend dicht op de huid zit, dienen de vele gekantelde camerastandpunten vooral om de scheve psyche van de meesterleugenaar te illustreren. Dát Armstrong dit was, is geen nieuws voor de toeschouwer. Maar waaróm Armstrong dit was blijft door de eenzijdige beeldvorming een raadsel. The Program is daardoor niet de verwachte biopic over Lance Armstrong, maar vooral een voorspelbare film met een standaard plot over een vasthoudende journalist die een groot bedrog aan de kaak stelt. Over wat Armstrong al die jaren precies bezielde worden we met deze speelfilm niet wijzer. Gelukkig hebben we die documentaires nog.