Voor het coming-of-agegenre bestaat eigenlijk nog steeds geen fatsoenlijke Nederlandse term, want volwassenwordingsdrama bekt niet lekker en dekt ook niet echt de lading. Het genre is een geschikt middel om de ontwikkeling van een kind te verbeelden, waarbij het vaak draait om een keerpunt in iemands leven dat van invloed zal zijn op de rest van diens leven.
Het drama Armageddon Time van James Gray dreigt bij veel recensenten klakkeloos in het coming-of-agehokje te belanden. Nu is dat genre niet in beton gegoten, maar een belangrijk kenmerk is toch wel persoonlijke groei van de hoofdpersoon. En daar ontbreekt het aan. Tiener Paul weet heel goed wat zijn principes zijn en laat zich door niets of niemand vormen of weerhouden. De creatieveling heeft geen zin om op te letten in de klas, heeft een rebelse aard en zou het liefst kunstenaar worden.
Anders dan je zou verwachten is Paul aan het eind van de bijna twee uur die Grays drama klokt niet per se een ander mens geworden met nieuwe inzichten of een nieuwe intrinsieke motivatie. De vele molens waar hij doorheen wordt gehaald om hem in het gelid te krijgen, sterken hem alleen maar in het gevoel dat hij zelf zijn pad in het leven wil kiezen. Hij trekt zich hierbij niets aan van wat zijn bezorgde moeder en op momenten hardhandige vader van hem verlangen.
Pauls oudere broer doet het in elk denkbaar opzicht beter en vormt dan ook regelmatig een meetlat. Dat Paul zich regelmatig in de nesten werkt - een spotprent van zijn nieuwe leraar, blowen in de jongenstoiletten, de diefstal van een computer - is niet ingegeven door naïviteit maar lijkt haast doelbewust te handelen om een ander leven te forceren. Zijn beste vriend Johnny is rebels op een volstrekt andere manier maar hierdoor wel zijn 'partner in crime'.
Armageddon Time mag zich weliswaar verheugen op bijrollen van Anne Hathaway en Anthony Hopkins, maar kent niet een echte kop en staart en zal daardoor niet bij iedereen (meteen) aanslaan. Het is wat de Amerikanen vooral 'going through the motions' zouden noemen. Het schetst een beeld van een New Yorks joods gezin, voortgekomen uit immigranten in de vroege jaren tachtig waarin Ronald Reagan president wordt.
Ondertussen worstelt de familie met hun sociale status, de onbereikbare Amerikaanse droom en speelt op de achtergrond ook nog latent en haast vanzelfsprekend racisme een rol. Paul op zijn beurt moet de verwachtingen van zijn ouders en leraren waarmaken. Door het gemis van een duidelijk, voortschrijdend narratief is Armageddon Time dikwijls aan de saaie en slome kant, hoeveel rotzooi Paul en Johnny ook uithalen.
Gray baseerde zijn film op zijn eigen jeugd in Queens, New York. Alle uitstekende acteerprestaties ten spijt, is het een project geworden dat te veel naar binnen is gericht en faalt om essentiële context goed te duiden voor buitenstaanders. Wie zelf een kind was in de jaren tachtig kan de situatie van Paul wellicht nog enigszins plaatsen. Het is Gray te prijzen dat hij niet dweept met de sentimentele gedachte dat vroeger alles beter was, maar een wat duidelijker plan voor zijn hoofdpersoon was geen overbodige luxe geweest.