"Onze tijd komt nog," verzekert Ayoub zijn matties. De straatschoffies uit Amsterdam-Noord kijken met ontzag naar de oudere pestkoppen uit de buurt die de mooiste sneakers en de mooiste meisjes lijken te hebben. "Onze tijd komt nog." Tot het zover is houden de tieners zich bezig met het kauwen op zonnebloempitten en het opblazen van openbare vuilnisbakken. Ayoub is smoorverliefd op Laura, maar zij gaat al met de stoerste jongen van de wijk. De op een na stoerste jongen dan, want dat is de eigenaar van de paarse Lamborghini op de hoek, Kalpa. Kalpa is iemand bij wie je uit de buurt moet blijven want deze crimineel is gevaarlijk en gek. Om na al het getreiter respect af te dwingen bij de anderen en om Lauras hart te veroveren, is dat juist de man bij wie Ayoub aanklopt. Maar voor hij het weet heeft hij alles op het spel gezet.
Prins is de eerste speelfilm van Sam de Jong. Eerder maakte deze jonge regisseur videoclips, documentaires en korte films waarmee hij prijzen over de hele wereld won. Voor zijn speelfilmdebuut greep hij terug op de thematiek die hij in zijn korte films al verbeeldde: identiteit, imago en macht. Hij filmde net als met zijn eerdere werk in Amsterdam-Noord en werkte met grotendeels dezelfde, onervaren cast. Jongens van de straat, aangevuld met professionele acteurs als Elsie de Brauw, Sigrid ten Napel en met Freddy Tratlehner, beter bekend als Vjèze Fur van De Jeugd van Tegenwoordig, als Kalpa.
Het criminele pad lonkt altijd in deze moderne western waarin gevochten wordt om plek en eer. Maar meer nog is de film een coming of age van een stadsjongen met een niet altijd even rooskleurige thuissituatie die niet alleen worstelt met zijn imago maar ook met zijn identiteit. Maar eigenlijk nog het meest met de liefde.
Prins barst van de gedenkwaardige beelden, shots die op je netvlies blijven branden. De Jong maakt veel gebruik van close-ups, waarbij vaak rechtstreeks in de camera gekeken wordt, bewegingen met de camera en shots in slowmotion. Deze beelden wisselen elkaar af in een rap tempo en worden begeleid door de dampende beats van een retro technoscore.
De Jong maakt van kleine, redelijk onschuldige dingen als het opblazen van een vuilnisbak iets episch, zoals hij gedurende de hele film, die in feite een epos is, de jongens van alles iets episch laat maken. Het gaat m om het contrast tussen die uniforme, grauwe flats die hun werkelijkheid vormen en het verlangen naar snelle autos en het snelle geld. Het is die discrepantie tussen de wrange realiteit en het droombeeld die wordt gethematiseerd. De beeldtaal van Prins is het verlengstuk van de blik van hoofdpersoon Ayoub. Dat maakt de inhoud en setting somber en de toon en stijl flitsend als een videoclip. Prins is mede geproduceerd door Vice, het internationale en multimediale hipster productiebedrijf met eigen magazine, websites en events. Als iemand weet hoe het zit met 'street cred' dan is het Vice.
De clichés (de blikjes energydrink, het gekauw op zonnebloempitjes, treurige garageboxen) werken uitstekend, de uitvergrotingen niet altijd. Als tegengewicht voor alle stijlmiddelen en kunstgrepen staan naturelle dialogen en naturel spel. Met name hoofdrolspeler Ayoub Elasri, door Sam de Jong in 2014 voor zijn korte film Marc Jacobs van de straat geplukt, imponeert.
Naar het einde toe maakt het realisme plaats voor een soort filmrealisme. Bij de afwikkeling bekroop me het gevoel dat er meer ingezeten had. Maar daar staat veel moois tegenover. De scène in het rouwcentrum is van een tragikomische schoonheid, een ongemakkelijke cocktail van leed en leedvermaak. Prins maakt hongerig naar meer. Ik ben benieuwd of een volgende film ook een nieuwe beeldtaal met zich meebrengt. Prins is een sympathieke film, meeslepend, fris en sprankelend maar ook rauw. Een overtuigend en uitdagend debuut. De Jongs tijd is gekomen.