Three Summers
Recensie

Three Summers (2019)

Ergens in deze film zit een goed verhaal, maar het laat zich niet zien.

in Recensies
Leestijd: 2 min 49 sec
Regie: Sandra Kogut | Scenario: Iana Cossoy Paro, Sandra Kogut | Cast: Regina Casé (Madá), Rogério Fróes (Lira), Gisele Fróes (Marta), Jéssica Ellen (Vanessa), Alli Willow (Jessy), e.a. | Speelduur: 94 minuten | Jaar: 2019

Er is iets vreemds aan de hand met Three Summers. De film heeft een intrigerend basisgegeven, maar in plaats van dat verhaal zo boeiend mogelijk te vertellen, stopt hij het weg tussen de scènes en focust hij op persoonlijke bijzaken. Niet dat een dergelijke verteltechniek een goede film in de weg hoeft te zitten. Neem Room: in de tweede helft van die film verschuift de focus naar de personages en hun nieuwe situatie, terwijl alles omtrent hun gevangenschap uit de openingsfase steeds verder naar de achtergrond verdwijnt. Maar dat werkt omdat in hun persoonlijke leven het interessantere verhaal ligt. In Three Summers wordt het boeiendste aspect van het verhaal echter steeds buiten de scènes gelaten.

De drie zomers uit de titel zijn Braziliaanse zomers, dus wees niet verrast dat wordt geopend met een kerstfeest. We maken kennis met de levendige Madá, die het huishouden runt in de luxe villa van een rijke Braziliaanse familie. Tot zover de eerste zomer. Bij de tweede staat ineens de politie op de stoep, omdat de man des huizes nogal wat wetten heeft overtreden. De man wordt gearresteerd en zijn familieleden gaan ervantussen, maar het huispersoneel blijft met lege handen achter; geen salaris en geen baan. In afwachting van enige ontwikkelingen benutten ze het grote huis als vakantiewoning, maar wanneer ze doorkrijgen dat ze op zichzelf zijn aangewezen, besluiten ze de woning te gebruiken als een nieuwe bron van inkomsten. Zoveel verschil zit er immers niet tussen het runnen van een privaat huis en een hotel.

Maar vergis je niet; het bovenstaande duidt op een film over innovatief ondernemerschap van een groepje underdogs, maar dat is vooral wat Three Summers zou moeten zijn. Deze plotomschrijving heeft grotendeels betrekking op wat tussen de scènes door gebeurt. De scènes zelf meanderen maar een beetje. Three Summers is sowieso eerst lang bezig met het schetsen van de status quo, dan een behoorlijke tijd met de nieuwe situatie en pas ruim over de helft beginnen de hoofdpersonages het heft in eigen hand te nemen. En daarin zit een goed verhaal: personeel dat zodanig ervaren is in het draaiend houden van een huis dat het deze werkzaamheden moeiteloos richting de hotelbranche kan bewegen. Het zegt iets over hoe dit soort hardwerkende mensen, die vaak als 'ondergeschikt' worden beschouwd, in zekere mate geschikter zijn voor ondernemerschap dan degenen die vanuit een geprivilegieerde positie de lakens uitdelen.

Een film over mensen die met de arrestatie van hun werkgever zo mogelijk harder getroffen worden dan zijn familie, maar dankzij hun arbeidsethos deze moeilijke situatie te boven weten te komen. Ze hebben immers altijd hard gewerkt en zullen dat ook blijven doen. Ze hadden dat met liefde gedaan voor hun baas, maar als die zichzelf buitenspel plaatst, dan moeten ze zelf maar de baas worden. Toegegeven, Regina Casé is als huishoudster Madá een dusdanig innemende verschijning dat je graag bereid bent te geloven dat zij op slimme wijze een goedlopend hotel op poten kan zetten. Maar daarvan wordt dus uiterst weinig van getoond, terwijl daarin nou juist het kijkplezier schuilt. Dat resulteert in een vreemde film: een die expliciet gaat over ondernemerschap, maar nauwelijks het daaraan inherente werk wil laten zien.